Bernlef - De onzichtbare jongen

Iedere keer als ik weer aan een Bernlef begin, zijn mijn verwachtingen hoog gespannen. En iedere keer weet deze meester die te overtreffen. Ook De onzichtbare jongen is een prachtig boek, met veel verstilde schoonheid dat aanzet tot nadenken.

Het tijdsbeeld dat de schrijver schets van het Nederland kort na de Tweede Wereldoorlog is zonder meer geloofwaardig. De vriendschap tussen het wonderkind Max en Wouter is vertederend en is prachtig beschreven. De vele symboliek van de wind waar Max door is geobsedeerd, de snelheid van de hardloper Wouter versus zijn immobiliteit als hij een mysterieuze aandoening aan zijn benen krijgt. Het teveel aan herinneringen, beelden en geluiden die het hoofd van Max topzwaar maken. Van kinds af aan oefent hij zich in onzichtbaarheid, zoals de wind dat is. ‘De wind zelf kun je niet zien, zei Max, alleen maar voelen. Wind heeft iets anders nodig om zich te tonen.’ (p.8)

Ook de meest eenvoudige zinnetjes, waarachter een hele wereld schuilgaat. De moeder van Max is afwezig, in de oorlog meegegaan met een Canadees, al blijft dat duister. Wouter bekijkt in die wetenschap zijn eigen moeder. ‘Ze had een gezicht dat mij altijd geruststelde. Zacht en vriendelijk. Vol geduld. Zij zou er altijd zijn.’ (p.28) Dat laatste zinnetje toont de meester.

Als iedere keer ook nu weer: chapeau!

Gelezen april 2009
Waardering: 9/10