Brokken, Jan - In het huis van de dichter

Lang leve Twitter en in dit specifieke geval, lang leve @piquant. Zij noemde Jan Brokken als haar favoriete auteur en schrijft dan: “Ben heel benieuwd wat een lezer als jij ervan vindt”. ‘Een lezer als jij’, zou ik graag gedefinieerd zien, al leent Twitter zich daar slecht voor. Onbevangen als altijd volgde ik haar advies op. Ik kreeg twee titels door als geschikt ‘om mee te beginnen’: Baltische zielen en het boek dat het onderwerp is van deze leeservaring.

Om kort te gaan: mooi, boeiend, indrukwekkend en aangrijpend. Brokken heeft met In het huis van de dichter een prachtig document humain geschreven over zijn Russische vriend Youri Egorov, de beroemde pianist. Al staat er op de titelpagina dat dit een roman is, ik zou het eerder willen omschrijven als een portret. En daarbij aantekenen dat het niet alleen een portret betreft van de jong overleden uitvoerend kunstenaar Egorov, maar niet minder is dit boek een portret van de auteur zelf. Welk etiket we erop plakken, doet misschien niet zo ter zake, maar ik vermeld het toch, omdat het voor mij het sterke journalistieke karakter van dit boek illustreert.

En daarmee heb ik direct mijn ervaring omtrent de stijl van Jan Brokken in dit boek te pakken. Het is erg journalistiek en daarmee bedoel ik dat ons het verhaal wordt verteld zonder dat de schoonheid van de taal daar noodzakelijkerwijs een extra dimensie aan toevoegt. Zeker hanteert Brokken hier en daar mooie bewoordingen, zoals wanneer hij een personage omschrijft: “Een mislukt huwelijk en twee stukgelopen relaties hadden het zoet uit haar ziel gedistilleerd.” Maar doorgaans overstijgt zijn taal het functionele niet. Stilistisch werd ik dan ook op weinig hoogstandjes getrakteerd en in zijn metaforen vond ik Brokken in dit boek af en toe ronduit zwak. Zoals “En zo schoof Rusland altijd weer voorbij, als een slede over de gracht”, of “Hij verdween als een mug: niemand had het in de gaten.” Ik zie het niet voor me en werkt hooguit verwarrend.

Maar de verhalen over de musicus Youri Egorov, over de vriendschap tussen hem en Brokken en die tussen hem en andere naasten, over zijn vlucht vanuit Rusland, het achterlaten van zijn familie daar en de andere dramatiek in zijn leven en over zijn vroege sterven, al deze verhalen zijn erg goed verteld. Alles is zwanger van onheil, zelfs wanneer dat tussen de regels aangekondigde onheil zich niet, of nog niet, voltrekt. Tot aan het zesde deel dan. Het is of Brokken vanaf pagina 293 een eindspurt trekt, die de lezer nagenoeg ademloos achterlaat na het dichtslaan van de laatste pagina. Typerend is dan ook dat ik in die eerste 290 pagina’s nauwelijks of geen aanstrepingen heb gemaakt en in het slot juist veelvuldig in het boek heb zitten krassen. De metaforen hier zijn ook raak. Als hij de laatste optredens van de dan al ernstig zieke Egorov beschrijft, staat er: “Hij was als een soldaat die aan zijn laatste offensief begon, zonder geweer en zonder munitie.”

Het boek gaat een beetje uit als een nachtkaars, als Brokken zijn vergeefse zoektocht naar Androesja, de min of meer mislukte broer van Egorov, beschrijft. Maar dat doet weinig af aan de bekwaamheid waarmee Brokken dit boek heeft geschreven. Dat is dan ook de term die voor mij het best past bij dit boek: bekwaam. Maar ook persoonlijk en eerlijk. Een boek dat iedere kunstminnaar, zeker muziekliefhebbers, moet lezen. Maar dan toch voornamelijk om het diamant-fonkelende verhaal en niet om stilistische schitteringen.

 

Twitter (@piquant) heeft mij wederom verrijkt.


Gelezen: mei 2013