Coelho, Paulo - De pelgrimstocht naar Santiago

Het lezen van De alchemist van deze auteur had mij weliswaar blij verrast, maar het had mij nog niet omgeturnd tot een Coelho-adept. Daarvoor was dat boek mij iets te symbolisch. Toch wilde ik, gezien mijn eigen liefde voor wandelen, nog één boek van hem lezen: De pelgrimstocht naar Santiago. Deels omdat ik die tocht wellicht ooit zelf eens ga lopen, en deels omdat ik nieuwsgierig was naar de ervaringen van de zoekende mens Coelho.

Hem werd de tocht min of meer opgedrongen vanuit zijn lidmaatschap van de mij onbekende Orde van RAM. Het rituaal van de inwijding van Coelho tot meester in die orde omvatte onder meer het begraven van zijn oude zwaard en het ontvangen van een nieuw zwaard. Maar net als hij het nieuwe zwaard wil omvatten, trapt zijn Meester hem op de vingers. Hij is nog niet waardig het Meesterzwaard te ontvangen. “Je had het zwaard moeten weigeren,” zegt zijn Meester, “dan had je het gekregen omdat je hart dan zuiver was geweest.” Hij krijgt de opdracht opnieuw op zoek te gaan naar zijn zwaard, onder de gewone mensen op de pelgrimsroute naar Santiago. Daar, ergens langs die route zal zijn zwaard liggen.

Vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port aan de Franse voet van de Pyreneeën vangt Coelho, die dan nog schrijver moet worden, de reis aan met zijn gids, die hij Petrus noemt. Petrus geeft hem onderweg opdrachten en meditatieoefeningen die hij moet uitvoeren. In het begin klaagt Coelho over het feit dat hij zijn werk thuis in de steek heeft moeten laten. “Ik ben blij dat hier ben,” zegt Petrus tot antwoord. “Want het werk dat ik heb laten liggen telt niet meer, en het werk dat ik hierna zal aanpakken zal er beter op worden.”

Na de eerste week lopen, zegt Petrus dat ze de afgelegde afstand ook in één dag hadden kunnen afleggen. Ze hebben in kringetjes gelopen. Petrus wrijft hem onder de neus: “Jij wordt zo geobsedeerd door je zwaard dat je het voornaamste vergeten bent: je moet erheen lopen. Omdat je je ogen strak gericht houdt op Santiago – dat je trouwens toch van hieraf niet kunt zien – heb je niet gemerkt dat we op sommige plekken wel vier of vijf keer zijn geweest. (…) Het enige waar jij aan dacht was aankomen, verder niks. (…) Als je naar een doel reist, is het heel belangrijk te letten op de weg. De weg leert je steeds de beste manier om er te komen, en hij verrijkt je terwijl je hem aflegt.”

De hele reis bestaat uit soortgelijke lessen die Coelho inzichten verschaffen omtrent hemzelf en het leven, zijn leven en hoe je daarover tevredenheid kunt voelen. Daarbij gaat het er af en toe heftig aan toe. Hij wordt aangevallen door een hond, die de verpersoonlijking is van het kwade in hemzelf en hij lijdt diverse lichamelijke ontberingen en moet halsbrekende toeren uithalen. Veel van de inzichten hebben te maken met het terugvinden van het verloren jeugdig enthousiasme en naïviteit met betrekking tot dromen. Petrus beschrijft onder meer de drie symptomen waaraan dromen overlijden: “1) Tijdgebrek. Van de mensen die ik ken hebben degenen die het meest actief zijn, altijd overal tijd voor. 2) Zekerheden. Omdat we het leven niet willen zien als een geweldig avontuur dat beleefd moet worden, beschouwen we onszelf als verstandig, eerlijk en fatsoenlijk wanneer we slechts weinig verlangen. 3) Rust. Het leven wordt een zondagmiddag, het verlangt geen grootse dingen meer van ons. (…) Dode dromen beginnen in ons te rotten en onze omgeving te verpesten.”

Het is een buitengewoon esoterisch en rijk boek, al zocht ik bij sommige passages naarstig naar wat vaste grond onder de voeten. Ook worden God en Jezus naar mijn smaak iets te vaak aangeroepen. Een beetje humor op zijn tijd was ook welkom geweest. Het is allemaal leren, zoeken, begrijpen, inzien enzovoort. Tijdens de hele pelgrimstocht presenteert de gids Petrus zich als iemand die alles weet en alles begrijpt. Ogenschijnlijk zonder aarzeling loodst hij Coelho door diens fysieke en spirituele reis, hij weet wanneer en waar er belangrijke ontmoetingen plaatsvinden en heeft op alles een antwoord. Mooi is dat hij tegen het einde van hun reis tegen Coelho zegt, tot diens stomme verbazing, dat hij voor het eerst gids is. “Ik had geen flauw idee hoe ik het aan moest pakken.” Hij vertelt dat Coelho in de toekomst ooit van hem een boodschap zal ontvangen met de vraag iemand over de Weg naar Santiago te leiden. “Dan zul je het grote geheim van deze tocht leren kennen (namelijk) dat je alleen maar kunt leren als je onderwijst. (…) terwijl jij de gebruiken leerde, leerde ik de betekenis ervan kennen. (…) Alleen op grond van ons dagelijks leven kunnen wij net zo wijs zijn als Salomon en net zo machtig als Alexander de Grote."

Of hij zijn zwaard uiteindelijk vindt en welke diepere les daarin besloten ligt, mag de lezer zelf ontdekken. Als lezer reis je mee met Coelho en het is bijna onmogelijk er niet iets van waarde voor jezelf uit te halen.

Gelezen: juni 2011
Waardering: 8/10