Hart, Maarten 't - De nakomer

Gelezen: erg lang geleden

 

Een roman van Maarten ’t Hart staat garant voor goede verkoopcijfers. Iedere roman en iedere verhalenbundel die hij publiceert, wordt gemiddeld zo’n drie keer per jaar herdrukt. Er zijn maar weinig schrijvers in Nederland die dat kunnen beweren. Hij is vrij geregeld in het nieuws, als travestiet of als relletjestrapper. Nu is het niet gezegd dat kwaliteit hand in hand gaat met bekendheid en succes. Vaker is het tegendeel waar.


In de vijftien jaar dat ik het werk van ’t Hart volg, heb ik geloof ik twee romans en een verhalenbundel overgeslagen. Zijn essays treffen mij over het algemeen als moedwillig erudiet, conservatief en getuigen van weinig doortastendheid. Ik heb in het bijzonder een broertje dood aan zijn ideeën over muziek.


In mijn jonge en oneindig veel naïever jaren liet ik mij tot geestdriftige creatiedrang inspireren door romans als Ik had een wapenbroeder en De kroongetuige, maar er is daarnaast een periode geweest dat ik zijn werk irritant slecht vond. Mislukte romans als Het uur tussen hond en wolf of Onder de korenmaat stelden mij erg teleur. Dit zijn vrijwel directe autobiografische verhalen zonder al te veel compositie en stilering, en als ’t Hart zijn emoties niet kan beheersen is hij op zijn slechtst. Kijk bijvoorbeeld naar zijn uitermate slordige essay De vrouw bestaat niet. Uit deze verzameling beschouwingen blijkt duidelijk dat hij zich uit zijn tent heeft laten lokken door het ongenuanceerde feminisme uit die tijd.
Als hij bezig is met zijn vak: het schrijven van werk van fictie met autobiografische inslag, dan blijkt hij over meesterschap te beschikken. Zijn nieuwe roman De nakomer wekte in ieder geval mijn nieuwsgierigheid. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.


De nakomer speelt zich af in hetzelfde havenstadje in de buurt van Rotterdam als Het woeden der gehele wereld. Dezelfde mensen komen er in voor, al is de hoofdrol dit keer weggelegd voor Simon Minderhout. Hoewel zijn hart uitgaat naar de wijsbegeerte, studeert hij voor apotheker en neemt in die hoedanigheid de winkel over van een oom. Vanwege het mislukken van een ontsnappingspoging van enkele joden aan de vooravond van de tweede wereldoorlog, wordt Simon buiten het verzet gehouden. Zijn enige verzetsdaad tijdens de oorlog, als dat zo mag worden genoemd, is het verstrekken van medicijnen aan een jonge vrouw, zonder dat hij weet voor wie die zijn bestemd. Zonder verzet wordt hij verliefd op deze vrouw, die zich voorstelde als Hillegonda. Deze verliefdheid is gedoseerd aanwezig en volledig geïntegreerd in het verhaal en vormt voor de lezer een logische ontwikkeling binnen het verhaal. Anders dan in Onder de korenmaat, waar de obsessionele verliefdheid van de musicus Alexander Goudveyl - wiens jeugd in de roman Het woeden der gehele wereld op levendige wijze wordt verhaald - als een voldongen feit op het bordje van de lezer wordt gekwakt.


Op een avond vraagt Hillegonda wanhopig om een slaapplaats. Simon vraagt niet naar het hoe en waarom en haast onvermijdelijk belanden ze bij elkaar in bed en beleven een liefdesnacht die zijn weerga niet kent. Vanaf die nacht kan hij haar maar niet uit zijn hoofd zetten. Het duurt lang voordat hij haar weer, en als ze weer eens medicijnen heeft gehaald, achtervolgt hij haar. Door de duisternis achterhaalt hij niet haar schuilplaats, maar weet ongeveer waar die moet zijn. Regelmatig bezoekt hij het stadje waar ze verblijft, zonder haar te ontmoeten. Als hij op een dag een jongeman uit de woning ziet komen, die hij in gedachte aan Hillegonda had toegewezen, achtervolgt hij hem. De man haalt andere mannen op bij hun huis, tot het er acht in totaal zijn. Simon blijft ze haast gedachteloos volgen, op hun urenlange tocht door Schiedam. Als hij ziet dat ze alle acht op hem afkomen, realiseert hij dat ze een doelloze route hebben gelopen, om te kijken of hij hen achtervolgde. Hij wordt ongenadig in elkaar geslagen door het achttal, maar overleeft.


Deze enigszins merkwaardige achtervolging speelt hem parten als hij als hoogbejaarde ervan wordt beschuldigd een verzetsgroep te hebben verraden bij de bezetter. Hij wordt besprongen door het mediacircus, en moet op zijn beurt onderduiken. De beschuldiging is afkomstig van Hillegonda, die eigenlijk Hilde blijkt te heten. Simon, die op zijn beurt eigenlijk Roemer heet, weet haar te traceren, en ze praten de laatste onduidelijkheden die er nog bestaan de wereld uit.

 

In de vroegere romans beschrijft Maarten ’t Hart zijn ouderlijk milieu. Daarin ligt in vrijwel iedere alinea een impliciete veroordeling besloten. Met name zijn vader, lees De aansprekers of Een vlucht regenwulpen, komt er niet zonder kleerscheuren vanaf. De behoefte om alsnog zijn gram te halen op zijn verwekker, is in het latere werk omgeslagen in een toon van liefde en het besef dat hij erg veel op zijn vader lijkt. In de laatste twee romans - Het woeden der gehele wereld is bijna net zo indrukwekkend als De nakomer - wordt aan de vader met zeer veel eerbied gerefereerd. In Het woeden der gehele wereld staat de apotheker Minderhout erom bekend dat hij te pas en te onpas uitspraken van zijn vader aanhaalt. En in De nakomer vindt het hele proces onder de ogen van de lezer plaats van blinde volgzaamheid in de kinderjaren naar opstandigheid in de vroege jeugd en be- en veroordeling tijdens studiejaren, om te eindigen met het onwillekeurig de waarde inzien van de woorden van die ouwe. Het oppervlakkige venijn en het machteloze onbegrip dat de vader-zoon relatie kenmerkt in ’t Harts vroegere boeken, blijkt toch een voedingsbodem van innige liefde en respect te hebben. Deze relatie wordt in deze boeken teruggebracht tot de essentiële bloedband waar geen enkele verstandelijke aarzeling tegen bestand is.


De nakomer is een volwassen roman, meer nog dan de voorganger Het woeden der gehele wereld. Daarin jaagt de auteur in de laatste pagina’s iets te geforceerd effect na, terwijl hij in De nakomer goed gedoseerd het verhaal tot het einde uitvertelt. De thema’s die bekend zijn van ’t Hart keren ook hier onvermijdelijk terug. De hoofdpersoon heeft onmiskenbaar het gevoel anders te zijn dan anderen, is intelligent en uiteraard vormen de Bijbel en de klassieke muziek vaste ingrediënten van het verhaal. In het begin dreigt het de kant van de streekroman op te gaan, maar die vrees blijkt al snel ongegrond.

 

Met De nakomer heeft Maarten ’t Hart een goede roman geschreven, waar ik veel leesplezier aan heb gehad. Goed, een enkele stijlbreuk, de sporadische slordigheidjes en de krampachtige pogingen hier en daar om mooi te willen schrijven, ook dat hoort helaas bij het werk van deze schrijver. Daarom is het geen meesterwerk, maar alleen maar meesterwerken lezen wordt op den duur ook vervelend.