Heinlein, Robert A. - Beyond this Horizon

Gelezen: september 2012

 

In 1942 werd dit boek in delen gepubliceerd in het tijdschrift Astounding Science Fiction. In 1948 verscheen het voor het eerst in boekvorm. De roman is zonder enige twijfel al een volwaardige Heinlein. Hij schildert quasi achteloos een wezenlijk andere maatschappij, waar de lezer gaandeweg mee vertrouwd raakt. Zo worden van mensen eerst hun achternaam vermeld en dan hun voornaam, zoals in Aziatische culturen. Ook zijn er al de snelle, gevatte en intelligente dialogen, alsmede de diepere betekenissen achter het verhaal.

Beyond this Horizon is vele malen volwassener binnen het Heinlein-universum dan zijn voorganger Sixth Column uit 1941 en al helemaal dan zijn eersteling For Us, The Living. Kennelijk was driemaal scheepsrecht voor oud-marinier Heinlein. Er zijn veel verhaallijnen binnen deze erg goede roman. Ik bespreek hier de belangrijkste.

Heinlein hergebruikte veel van het materiaal uit zijn eerste romanpoging - die hij nergens gepubliceerd kreeg. Bijvoorbeeld de economie in de utopische maatschappij waar hoofdpersoon Hamilton Felix zich in begeeft. Er is geen enkel materieel gebrek onder de mensheid, en werk is een vrijwillige aangelegenheid. Wat mensen daarvoor betaald krijgen, is een surplus op hun ruime standaardinkomen. Anders dan in For Us, The Living zijn de omgangsvormen. Dat hangt samen met de ver gevorderde wetenschap en praktijken op het gebied van genetische selectie.

Onder strikte regelgeving die excessen moet voorkomen, worden potentiële partners op basis van hun DNA-profielen, hun talenten en tekortkomingen, geheel op vrijwillige basis met elkaar in contact gebracht in de hoop dat er nageslacht van zal komen. Kinderen van deze gematchte paren zijn sowieso weer superieur aan hun reeds superieure ouders. Dit heeft onder meer tot gevolg dat er nauwelijks meer ziekten zijn onder de mensen, maar ook dat het professionele pad van sommige mensen vanwege hun 'natuurlijke' aanleg voor wiskunde of muziek vastligt. Hamiltons beste vriend, Monroe-Alpha Clifford, is bijvoorbeeld helemaal niet gelukkig in zijn werk als wiskundige, maar voor iets anders is hij niet geschikt. En helemaal niets doen, maakt het alleen maar erger.

Er heerst een strakke hiërarchie, die tekenen vertoont van het Indiase kastensysteem. De mensen die niet deelnemen aan dit genetische programma, de zogenoemde 'control naturals', vormen een ondersoort, die door de supermensen worden gemeden. Zij, de superieuren, dragen wapens en het is de normaalste zaak ter wereld om duels te houden. Het doden van iemand in zo'n duel is ook heel gewoon - zolang het maar iemand van dezelfde kaste is. Iemand kan middels zijn kleding aangeven dat hij zich distantieert van duels, al plaatst hij zichzelf daarmee wel op een lagere sociale status. De stelling die dit wapenbezit en -gebruik moet rechtvaardigen, klinkt een aantal keer in deze roman: "An armed society is a polite society."  De dreiging van een duel moet ervoor zorgen dat mensen beleefd zijn tegen elkaar.

Felix beschikt over een bovenmenselijk goede gezondheid wat hem een probleemloze levensverwachting van enkele eeuwen bezorgt. Een thema dat Heinlein in later werk en het personage Lazarus Long uitvoerig zou uitwerken. Hoewel hij het leven wel prettig vindt, kan hij er geen betekenis in ontdekken. Mordan Claude, een moderator en een zogeheten 'synthesist' - iemand met een fotografisch geheugen die een angstaanjagend goed overzicht heeft van het genetische potentieel van de mensheid - benadert Hamilton om zijn lijn voort te zetten. Claude praat in op Felix om met een speciaal hiervoor geslecteerde vrouw, Longcourt Phyllis, kinderen te krijgen. Het uiteindelijke doel van dit alles is om het mensenras door perfectionering te laten overleven. "Natural selection is slow - it took eight hundred thousand generations to produce a new genus of horse. But artificial selection is fast, if we have the wisdom to know what to select for." En volgens Claude beschikken ze over die wijsheid. Maar Felix weigert mee te werken aan diens programma. Zijn argumentatie: "I know of no reason why the human race should survive (...) there's no sense to the whole bloody show. There's no point to being alive at all."

In een andere verhaallijn binnen het boek wil Hamilton wetenschappelijk onderzoek doen naar wat er gebeurt na de dood. Alleen een onweerlegbaar antwoord op die vraag kan de basis vormen voor het antwoord op de vraag wat de zin is van het leven. Gaandeweg zijn onderzoek gaat het niet meer alleen om de vraag "Where does a man go after he's dead? And conversely where does he come from? (...) What  is telepathy and how do you make it tick? How is that a man can live another life in his dreams?" Kortom, hij kan nog eeuwen voort met zijn onderzoek.

Hamilton komt in contact met iemand die een revolutie voorbereid. Deze McFee wil de genetische kennis heel anders exploiteren, namelijk zonder die regelgeving en de vrijwillige basis. Als hij aan de macht is zal de mensheid niet alleen superieur worden, maar zal de samenleving tegelijkertijd worden verlost van de zwakkeren, de niet-superieuren. Dit thema hangt uiteraard samen met de naziplaag die zich over aarde verspreidde in de tijd dat Heinlein deze roman schreef. Felix infiltreert in deze revolutionaire beweging en opereert als spion voor Mordan. Hoe dit zich ontwikkelt en hoe het afloopt, zal ik hier niet beschrijven.

Uiteindelijk vindt de koppeling tussen Felix en Phyllis toch plaats, wat een aantal prachtige en sterke Heinlein-scènes oplevert. Geheel tegen zijn oorspronkelijke voornemen in, krijgen hij en Phyllis een zoon, Theobald, of kortweg: Baldy. Deze geboorte roept de speciale aandacht op van een van de oudste leden van The Board - het equivalant van een regering. Deze sigarenrokende vrouw met een buitengewone intelligentie bezoekt het paar en dringt er bij hen op aan nog een kind te nemen, een meisje dit keer.

Bij hun zoon ontdekken ze een speciale gave voor telepathie. Als Phyllis zwanger is van hun dochtertje, komt de stokoude vrouw nog een keer op bezoek om te kijken of alles goed gaat. Bij het afscheid zegt Felix dat ze zeker nog een keer moet langskomen, als het kindje er is. Het is een beleefdheidsfrase, want het is duidelijk dat de vrouw niet lang meer onder levenden zal zijn. Ze antwoordt, enigszins mysterieus: "Oh, I'll be back! You can count on that." Nog diezelfde avond bereikt hen het bericht dat de oude dame inderdaad is overleden.

Voorafgaand aan de geboorte van hun dochtertje, Justina, doet Felix een telepathie-experiment met Theobald. Het jongetje probeert contact te krijgen met zijn nog ongeboren zusje. In de kamer naast de verloskamer ontvangt Baldy de beelden van wat er omgaat in het hoofd van zijn zusje. Beelden van plaatsen op de aarde waar ze nog nooit kan zijn geweest.  In de weken die daaraan voorafgingen, had Baldy zijn moeder gemeden, alsof hij een hekel had aan haar. Maar als zijn vader ernaar vraagt, zegt het jongetje dat hij niet een hekel heeft aan zijn moeder, maar aan haar, waarop hij naar de buik van zijn moeder wijst. Ze is oud, zegt hij en haar sigaren stinken.

Felix' zoektocht naar zingeving loopt ten einde. "Once he had asked Claude to tell him the meaning of life - now he didn't care. Life was good, whatever it was." Bovendien was voor hem de belangrijkste vraag - "Do we get another chance?" - beantwoord. "There was something more to the ego of a new-born child than its gene pattern. (... Justina) had brought memory patterns with her; she had lived before."

Een heerlijke Heinlein, de eerste echte wat mij betreft.