Japin, Arthur - Een schitterend gebrek

Gelezen: september 2006

Met deze schrijver ben ik echt klaar. Hij kan zonder twijfel schrijven, maar zijn thematiek spreekt mij niet aan. Bovendien is hij nergens origineel en kan hij alleen schrijven op basis van een historische figuur, in dit geval Giacomo Casanova.

 

Veel verder dan vermakelijk kom ik niet, en bovendien vind ik zijn filosofie – als je zijn denkwezen al met een dergelijk woord mag eren – magertjes en niet vrij van effectbejag. Een aantal formuleringen slaat nergens op, maar klinken leuk. Een voorbeeld hiervan vind ik op p 25:
‘De waarheid bestaat namelijk niet alleen uit wat je ziet. Daarom is zij maar betrekkelijk van waarde.’
Wat staat hier nu eigenlijk? Helemaal niets. Als er al iets zou staan is het een reeds talloze malen ingetrapte deur.

 

Ook onwaarheden dist hij op om erudiet voor te komen. Op pagina 53 over kosmische processen (het sterven) schrijft hij:
‘Om onze angst te bedwingen verlangen wij ernaar ze te kunnen beïnvloeden. Dit is magie. Dit is waar de alchemisten naar op zoek zijn.’
Misschien was dit een gangbare gedachte in de 18de eeuw waarin deze gedachten worden gedacht, maar het klopt van geen kanten.

 

Niet alles in dit boek is kommer en kwel. Het verhaal is niet onaardig en zijn schrijfstijl is in orde. Zelfs kwam ik een enkel onderstrepenswaardig zinnetje tegen.
P 78, ‘Alles wat je kunt doen, is je verhaal vertellen.’
Maar dan kom ik weer een proeve van zijn niet-originele denken tegen:
p 163 ‘Pas het gemis dwingt ons na te denken over wat wij bezaten’,
vindt uiteraard zijn oorsprong bij Robert Musil.

 

Nee, de nieuwe werken van deze in mijn ogen omhooggevallen schrijver hoef ik niet langer te lezen.