Keilson, Hans - Het leven gaat verder

Gelezen: september 2013

 

Dit boek las ik alweer bijna een maand terug (zakelijk te druk geweest om er een leeservaring over te schrijven), maar het staat me nog steeds helder voor de geest. Desondanks was ik er niet bovenmatig van onder de indruk. Oorspronkelijk verschenen in 1933, drie jaar voordat Keilson nazi-Duitsland moest ontvluchten.

 

Het boek beschrijft uitvoerig de economische malaise van het gezin Seldersen, waar de jonge Albrecht in opgroeit. Zijn ouders hebben een zaak in kleding en stoffen. Ze knopen met leningen de eindjes aan elkaar. Het is een grauwe beschrijving van het langzaam ten ondergaan in elkaar steeds sneller opvolgende aanmaningen, het verliezen van klanten, van het neerleggen van trots door aan te kloppen bij vrienden en kennissen voor hulp.


Tussendoor speelt het verhaal van de vriendschap tussen Albrecht en Fritz. Fritz, een populaire jongen, kan niet goed meekomen op school en besluit vroegtijdig te stoppen. Hij beproeft zijn geluk in andere steden, gaat in de leer bij een bedrijf, maar slaagt ook daar niet in. Uiteindelijk loopt het slecht af met hem.


Hoewel er nauwelijks sprake is van een spanningsboog, leest het boek erg makkelijk. De taal is vrij eenvoudig, zonder al teveel opsmuk. Wel liep ik tegen enkele merkwaardigheden aan. Zo wisselt de auteur ogenschijnlijk willekeurig verleden tijd af met tegenwoordige tijd, maar nergens stoort dat echt. Ook is het perspectief nogal diffuus. Ergens wordt beschreven hoe ‘Seldersen’ zijn schuldeisers tracht te ontlopen, maar enkele regels verderop is ‘Seldersen’ ineens ‘vader’. Dus de alwetende verteller is zonder merkbare overgang vervangen door de zoon Albrecht. Ook is een enkele dialoog in het boek onnavolgbaar, omdat de auteur nogal omslachtig vermijdt de dingen bij hun naam te noemen. Het blijft dan een abstracte dialoog.

 

Over de roerige politieke situatie in het Duitsland vlak voor Hitler lijkt het niet of nauwelijks te gaan. Af en toe wordt er in bedekte termen iets gezegd: “(hij) wist nog niet dat van hem op een dag ook een beslissing gevraagd zou kunnen worden. Hij zag veel van wat er om heen gebeurde, maar uit wat hij zag, trok hij geen consequenties.”

 

Nu is het moeilijk om met naoorlogse ogen een boek te lezen dat tot stand is gekomen voordat Hitler aan de macht kwam. Ik bedoel, het is niet mogelijk de dingen te lezen zonder de geschiedenis in het achterhoofd. Een geschiedenis dus die zich voltrok na het schrijven van dit boek. Dat Keilson een vooruitziende blik had, blijkt toch uit enkele zinssneden, die ook hier nauwelijks expliciet worden gemaakt: “(…) hij zag hoe onder het gladde, glanzende oppervlak de eerste scheurtjes zich als fijne adertjes begonnen te vertakken, hij kon de verrotting al ruiken. Zijn sympathie lag bij de onderdrukten en vervolgden (…)”

 

Het boek ademt de sfeer van uitzichtloosheid en somberheid. In de woorden van Keilson: “Niemand had werk, niemand had geld, iedereen hing af van iedereen, dit was geen leven en geen sterven, en van het wachten raakte je uitgeput en afgestompt.” Hoewel het lijkt alsof de politieke situatie een bijrol speelt in dit boek, gaat het daar uiteindelijk toch om. Om in de uitzichtloosheid van het huidige bestaan en de nog somberder vooruitzichten enige vorm van leven te kunnen hebben, besluit Albrecht aan het slot van het boek de politiek in te gaan. Niet om zich aan te sluiten bij de ‘schreeuwers en hysterische mannen’, maar om zich aan te sluiten “bij mensen bij wie ik hoor, op een plek waar ik denk te kunnen leven.” Iets wat zijn schoolvriend Fritz uiteindelijk niet is gelukt.


Ondanks enkele stilistische onduidelijkheden en het abstracte karakter van het vertelde, vind ik Het leven gaat verder een goed boek. Niet overweldigend, maar goed desalniettemin, al is de titel misschien wel erg stereotype. Waarom dit werk bijna 78 jaar na dato alsnog in een Nederlandse vertaling verschijnt, ontgaat mij eerlijk gezegd, al is het de auteur zaliger zeer gegund. Als het niet was meegesleurd in het kielzog van het succes van In de ban van de tegenstander, zou geen enkele uitgever op het idee komen zich anno 2011 in te zetten voor een dergelijk somber werk.