Lewis, C.S. - Till We Have Faces

Gelezen: augustus 2006

Een mooi boek, waar ik wel het een en ander in heb aangestreept. Het verhaal herbergt een boeiende propositie:

 

Geloof is iets onaantastbaars juist omdat het onbewijsbaar is.

 

Of zoals Psyche tegen haar zus zegt nadat deze haar in de bergen heeft teruggevonden
(p.126): “It’s no use, Maia. I see it and you don’t. Who’s to judge between us?”

Op p. 149 een uitspraak naar mijn hart:
“All men are of divine blood, for there is the god in every man.”

Het tweede deel van het boek, beviel mij minder. Teveel een kunstgreep van de auteur en te weinig natuurlijk. Enfin, ik heb nog drie boeken van hem staan. Die gaan zeker gelezen worden.