Ouariachi, Jamal - Vertedering

Jamal Ouariachi stond voor de stevige opgave om zijn veelbelovende debuut De vernietiging van Prosper Morél op zijn minst te evenaren. De spanning steeg toen werd aangekondigd dat zijn tweede roman, Vertedering, in aantocht was. Toen ik het boek eenmaal in handen had, legde ik alles wat ik aan het lezen was hiervoor opzij. Tijdens het lezen en daarna bleef ik wachten op het gevoel van euforie, waarvan ik geen moment had geaarzeld dat het mij zou overvallen. Maar het bleef uit.

Begrijp me niet verkeerd. Ik heb Vertedering met bijzonder veel plezier gelezen en ook Ouariachi's schrijfprestatie verdient veel lof, maar een evenaring, laat staan een verbetering, van zijn debuut - wat in de literatuur toch wel een wet van Meden en Perzen mag worden genoemd - vind ik het helaas niet. Eerst maar het verhaal in vogelvlucht.

Een naamloze hoofdpersoon vindt een mand met jonge katjes langs de weg. De krioelende bolletjes wol roepen vertedering bij hem op. Een van de katjes belandt bij hem thuis en hij neemt het mee naar een kroeg, waar hij zijn wekelijkse afspraak heeft met vrienden. Het levert hem contact op met een prachtige dame, Zerline, die eveneens vertederd door het katje de hoofdpersoon ziet staan. Tijdens de beschrijving van de noodlotzwangere relatie van deze twee, raakt de lezer via flashbacks bekend met de geschiedenis van deze postkamermedewerker. Een vorige relatie, met Elsa, liep stuk nadat hij, zwaar overwerkt vanwege het café ('Nooit meer slapen') dat hij runde, haar had mishandeld. Tot twee keer aan toe.

 

Alles aan deze figuur straalt noodlot uit. Niet in staat om buiten zijn eigen wereld te treden, een wereld die een aaneenschakeling is van kleine en grote ergernissen. Dat ook zijn relatie met Zerline uiteindelijk tot mislukken is gedoemd, mag dan ook geen verrassing meer heten. Ook hier speelt huiselijk geweld van zijn kant een belangrijke rol. De ‘hij’ belandt in een heuse depressie en hij ligt - evenals de hoofdpersoon van Ouariachi's debuut - een tijdje in de goot. Uiteindelijk komt vrouw nummero drie ten tonele: Paula. Zij is een collega die hem haar onvoorwaardelijke liefde verklaart. In een serieuze poging zichzelf te genezen van zijn woedeaanvallen die hem zoveel verdriet berokkenen, en hem aan zichzelf doen twijfelen, besluit hij tot een therapeutisch experiment met Paula. Hoe dit afloopt, laat ik aan de lezer.

Vertedering is eigenlijk één grote aaneenschakeling van noodlot, doem en onvermijdelijkheid, alsof de vrije wil inderdaad niet bestaat. De hoofdpersoon ziet geen kans om zichzelf te ontworstelen aan zijn droevige bestaan als postkamermedewerker, een baantje dat hem tegenstaat, en hij beschikt niet over de kracht om de teleurstelling van zijn mislukte liefdes en mislukte horeca-avontuur teboven te komen. Meermaals staat er dan ook dat de werkelijkheid hem tegenvalt en altijd en alleen maar leidt tot teleurstelling. Er zit wat dat aangaat in de 364 pagina’s die het boek telt, weinig variatie. En dat is direct het enige maar toch stevige bezwaar dat ik heb tegen Vertedering. Zeker zijn er de geluksdagen in het begin van de relatie met Zerline, maar die worden al opvallend snel overschaduwd door ruzietjes, ruzies en letterlijk slaande ruzies. Zo’n relatie waarvan je beide lijdende voorwerpen zou toewensen zich los te maken van de ander. Ik vermoed dat dit, het neerslachtige en in se ongelukkige van de hoofdpersoon en wat hij meemaakt iets teveel is van het slechte. De overdaad maakte het boek enigszins saai en stuurloos.


Maar: daarentegen mag er mijns inziens geen enkele twijfel meer bestaan aan de vaardigheid van de schrijver Ouariachi. Zijn taal is ‘superb’ en zijn metaforen vrijwel allemaal raak. Onze postkamermedewerker mijmert wat over zijn grote liefde Elsa, nog voordat Zerline op het toneel is verschenen. Overtuigd van het gegeven dat hij nooit meer een dergelijk grote liefde zou beleven, staat er: “Het was met die ‘grote liefde’ als met God: was je eenmaal van je geloof gevallen omdat je kennis had genomen van de evolutietheorie, dan was het bijna onmogelijk om weer terug te keren naar het sprookje van de zesdaagse schepping.” Of wat te denken van een zin als “(…) op de mengtafel van zijn bewustzijn (werd) de fader van een tweede gedachtespoor opengeschoven (…)”? Hier is een begenadigd stilist aan het werk. Zoals ook blijkt uit een zin als: “Ergens dichtbij kwam een kleuter in frontale botsing met een plotse muur (…)” Het woordje ‘plotse’ is een vondst. Heerlijk.

Ook kan Ouariachi met een vluchtig zinnetje een wereld aan gevoel schetsen. Het zo vertederende katje is voortijdig aan zijn einde gekomen (de omstandigheden waarin dat is gebeurd, laat ik hier buiten beschouwing) en heeft een gapende leegte achtergelaten. Met het verdwijnen van dit katje verdween ook Zerline uit het leven van de hoofdpersoon. In een herinneringenstroom ziet en hoort hij weer alle gelukzalige momenten aan zich voorbijtrekken, zoals “Het gegaloppeer van de rennende kattenpootjes over de vloer. Geluk waar je pas om jankte als het voorbij was.”

Een prachtig boek, ondanks het enigszins geestdodende verhaal. Ieder volgend boek van deze schrijver ga ik kopen en met plezier lezen. Dat weet ik nu al. Maar daarbij ben ik mij er terdege van bewust dat ik bij iedere nieuwe Ouariachi vooral moet uitkijken naar zijn vaardigheid met de snedige pen dan naar de evenwichtigheid van het verhaal dat hij vertelt.

Gelezen: maart 2013
Waardering: 7½/10