Reve, Gerard & Oorschot, Geert van - Briefwisseling 1951-1987

Ik heb mij weer heerlijk vermaakt met dit boek. Het is spijtig dat de meester zijn verstand is kwijtgeraakt. 

 

In het boek staat helaas ook een hoop gezeur over geld en gekreukte egootjes. Die Reve was toch wel enigszins megalomaan. Maar tussen de 700 pagina’s zit af en toe een parel of gewoon een erg mooie brief. Toch was Geert vO duidelijk niet zijn favoriete correspondent. 

 

p33: Evenals met mij het geval is, is je ziel te groot in verhouding tot je lichaam. 

 

 

p148: Was ik maar dood, dan hoefde ik niet meer te leven 

 

p345: Ik ga maar weer voort, aan de arbeid. De kabouters doen het niet voor je. 

 

P393: Het leven is goed, maar dat wist je natuurlijk reeds. De Dood echter blijft een probleem, vermoedelijk omdat men hem als een indringer beschouwt. 

 

P428: Heb je geen ziektes? Dat geeft afleiding. Ik mankeer helaas niets. 

 

P431: Je verlangt dat God daarboven een stichting in het leven roept, die het ouder worden en sterven van Geert van Oorschot verhindert. En dat, terwijl je nooit contributie hebt betaald. 

 

P435: Men dient op de tijd goed te letten, want er blijft steeds minder van over. Tenslotte roept God ons voor zijn troon. Daarna zien we wel verder. 

 

P539: Kijk: als er een vlieg in mijn glas wijn drijft, blaas ik totdat die vlieg precies voor mijn mondstuk dobbert en dan, klok klok, gaat hij naar binnen, met die wijn. Eigen schuld: ik kom toch ook niet bij die vlieg thuis in zijn glas wijn zwemmen? Zo moet je het zien. 

 

Gelezen: februari 2006