Snoek, Kees - E. du Perron, Het leven van een smalle mens

De figuur van E. du Perron heeft altijd al tot mijn verbeelding gesproken. Ik las zijn werken en ook zijn complete correspondentie die ooit bij Van Oorschot verscheen, in de tijd dat uitgevers dergelijke idealistische projecten nog aandurfden. Toen de biografie van Kees Snoek verscheen, vijf jaar geleden alweer, hoefde ik niet lang te aarzelen.

 

Biografieën lezen is iets geheel anders dan andere genres. In mijn geval gaat het met kleine stukjes tegelijk, omdat anders het onderwerp slaapverwekkend wordt. Op die manier las ik ook dit lijvige boek. Met bijzonder veel plezier en met stijgende verbazing over de echtheid van Du Perron. Zoals Snoek ook in zijn inleiding schrijft. 

“Schrijven had voor hem een existentiële functie, door te schrijven werd hij zichzelf.” 

 

Dit begrijp ik. Hierdoor moet ik denken aan Pierre H. Dubois die in de inleiding van zijn essaybundel De verleiding van Gogol schrijft dat bij het verschijnen van de briefwisseling tussen Ter Braak en Du Perron iemand tegen hem zei dat hij zich niet kon voorstellen dat mensen zich zo intens en bijna exclusief met literatuur konden bezighouden. 

“Hij zag niet in dat wat voor hem ‘literatuur’ was voor anderen helemaal geen literatuur is, maar inderdaad leven. Die tegenstelling kan alleen worden gemaakt door wie òf van het leven òf van literatuur een onvolwaardig begrip heeft en die niet beseft dat een schrijver die werkelijk schrijver is zich nooit met ‘literatuur’ bezighoudt, maar integendeel altijd met leven.”

 

Natuurlijk is een dergelijke authenticiteit alleen interessant als de man dat zelf is. En Du Perron is dat zonder enige twijfel. Een vaardige pen, een waardige gesprekspartner, eerlijk en voorkomend, hard en strijdvaardig, maar rechtvaardig en mild in zijn latere jaren (al werd hij niet oud), wijs en onvoorwaardelijk in zijn vriendschap, behulpzaam en ga zo maar door.

 

Een heilige? Allerminst! In zijn stellingname in literaire zaken eigenzinnig en onwrikbaar en niet zelden nodeloos principieel en zelfs oorlogszuchtig. Maar al met al een buitengewoon belangrijke figuur in onze letterkundige geschiedenis. Al heeft hij geen school gemaakt, ben ik ervan overtuigd dat zelfs de huidige generatie schrijvers nog de vruchten plukt van zijn drang tot vernieuwen.

 

Na alle wroeten is hem één wijsheid overgebleven: “zolang men leeft, te leven volgens de eigen aard en alsof men toch de ruimte vóór zich had, met alle nieuwsgierigheid en hoop waar men nog mee behept is, maar ook met een voldoend kwantum pessimisme om ons in één minuut te verzoenen met het einde van alles wat ons leven mogelik maakte, mogelik in iedere betekenis”.

Deze zin afkomstig uit Het land van herkomst onderstreepte ik destijds ook al in het boek zelf.

 

De biografie is bijzonder degelijk en goed geschreven, al is het hier en daar wat saai. Het is zeker Du Perron waardig.

 

Gelezen: juli 2010