Stagles, Joan & Ray - The Blasket Islands, Next Parish America

Langzaam maar zeker dring ik door tot de verdwenen, maar nog lang niet vergeten cultuur van de Ierse Blasket Islands. Ieder boek dat ik erover lees, voegt weer iets toe aan de 'colour locale' van dit geharde volk van rasechte Ieren. Zo ook dit boek van het echtpaar Stagles, dat van de studie van het eiland en het volk dat daar eeuwen heeft gewoond ongeveer hun levenswerk maakte.

Het boek dat in 2006 nog een update heeft ondergaan, is qua omvang bescheiden. Een karige 138 pagina's, waarvan de helft is gevuld met illustratiemateriaal. Maar de inhoud is welkom.

In zijn voorwoord beschrijft Ray Stagles het doel van dit werk: "to fill out the historical background to that community in areas that have hitherto been little explored." En dat is precies wat dit boek doet. Het gevoel dat zo sterk mijn interesse voor de Blaskets bepaalt, wordt heel eenvoudig, maar juist daarom zo treffend beschreven in het eerste hoofdstuk: "There is, too, a deep regret for the passing of the island-born community. This is not just nostalgia and regret for lost youth, though this is part of it; it is more a recognition that the dying of this intensely Gaelic community signifies the loss of something which was once, but is no longer, vital to Ireland's identity."

De verste geschiedenis van de eilandengroep tot aan het allerlaatste moment van de definitieve evacuatie in 1953 wordt onderzocht. Veel wordt verteld over de grove manier waarop de diverse landeigenaren, die op het vasteland woonden, omgingen met de bewoners, die soms jarenlang geen huur betaalden voor hun lapje grond en huis. De bevolking die het al zo zwaar had om te overleven, werd zo nu en dan door de hebzucht van toch al rijke mensen - die jarenlang niet naar de eilanders omkeken - nog eens extra uitgeknepen.

Pagina's lang beschrijft het boek de diverse families met hun onuitsprekelijke namen die het eiland hebben bewoond, met de precisie van een diamantslijper. Of het verloop van het inwonertal over de jaren. Eerlijk gezegd boeit de exacte juistheid van dergelijke cijfertjes en weetjes mij niet zo. Mij gaat het meer om het antropologische aspect, zoals de opmerking dat de waterput op de top van het dorp nooit was drooggevallen, maar ook niet meer dan een gestaag straaltje water gaf. "As a result it became a great place for conversation as people waited for their buckets to fill."

Het lezen van dit soort ongepolijste boeken helpt enorm bij het scherper krijgen van hoe het er werkelijk op dat eiland aan toe moet zijn gegaan. Ik neig er toch naar - op basis van de boeken van de eilanders zelf die ik tot nog toe las - om het leven op The Great Blasket te romantiseren. Boeken uit de tweede hand, zoals deze van het echtpaar Stagles of dat van Robin Flower dat ik nu lees, lijken minder last te hebben van schaamte omtrent de armoede, de 'hardship' of tekortkomingen van het eiland en haar bevolking.

Zo ben ik het gruwelijke verhaal over een echtpaar dat als enige het eiland Tuaisceart bewoonde, dat ten noorden ligt van The Great Blasket, nog niet in de boeken van de inheemse schrijvers tegengekomen. Het drama moet zich rond 1850 hebben afgespeeld. Vanwege een zware storm was er geen enkel bootverkeer mogelijk gedurende zes weken. Toen er eindelijk weer iemand kon aanmeren op Tuaisceart, troffen ze de vrouw alleen aan, bijna dood van de honger en waanzinnig. Rondom haar lagen dikke klodders bloed en stukken half verrot vlees. Dat waren de resten van haar man. Tijdens het slechte weer was haar man ernstig ziek geworden en was overleden. Hij was een beer van een vent, dus het lukte haar niet om zijn zware lichaam uit hun hut te slepen. Vele dagen zat ze bij zijn dode lichaam, tot dat ondraaglijk werd. Daarop heeft ze het lichaam in stukken gesneden en die stuk voor stuk rond de hut die ze bewoonden begraven. "Since then the place has been deserted, and even sheep are rarely left to pasture there."
 
Gelukkig biedt dit boek ook leuke en interessante wetenswaardigheden over het leven op het eiland. Zoals de markeringen van schaapsoren, die zo waren gemaakt dat herkenbaar was wie hun eigenaar was. Of bijvoorbeeld hoe de eilanders die een bezoek brachten aan het vasteland, direct als Blasketters werden herkend, vanwege hun "uncommonly strong neck sinews from rowing with the head locked over the shoulder." Maar meer nog omdat ze gewoon waren "to walk in single file, a habit acquired on narrow island paths."

Typisch een boek dat ik onmogelijk met een cijfer kan waarderen, maar dat in de loop der tijd nog geregeld in mijn gedachten zal opkomen om dit of dat ene weetje, of vanwege dat beetje moeilijk te verwoorden 'couleur locale' dat toch ergens in mijn geheugen is blijven hangen.

 

Gelezen: november 2012