Lewis, C.S. - That Hideous Strength

Out of the Silent Planet

Perelandra

 

Ik had het voor nauwelijks mogelijk gehouden, maar That Hideous Strength is nog zwart/witter dan de twee delen die in deze trilogie vooraf gaan. En dat is, evenals in Out of the Silent Planet en Perelandra, mijn voornaamste bezwaar tegen dit boek, en direct – we vallen in herhalingen – tegen het werk van C.S. Lewis als geheel. Het is de duivel – in wie of waarin niets dan slechts is – versus God – in wie of waarin niets dan goeds is. Deze zwart/wit benadering van moraal gaat mij iets te kort door de bocht.

 

Dit verhaal gaat over het jonge echtpaar Jane en Mark Studdock. Jane, prototype huisvrouw, bewandelt een geheel andere weg dan Mark. Hij tracht in het gevlei te komen van zijn collegae op de universiteit waar hij doceert. Op Braxton College in het plaatsje Edgestow, is hij een zogeheten ‘fellow’, maar hij wil meer.

 

De NICE – National Institute of Co-ordinated Experiments – heeft Bragdon Wood gekocht, wat al sinds mensenheugenis in het bezit was van Braxton College. Tot zijn eigen verbazing wordt Mark voorgedragen voor een positie binnen de NICE, al blijft het onduidelijk wat hij daar nu moet doen. Maar hij ziet het als een promotie en hoewel hij vragen stelt, neemt hij er genoegen mee dat daar geen duidelijke antwoorden op komen. Binnen de NICE hangt er een sterk surrealistische en nazistische sfeer en er lopen behoorlijk merkwaardige types rond. Ook wordt het al snel duidelijk dat wie eenmaal is toegelaten tot de NICE er ook niet meer vandaan komt. Een collega van Mark die eruit stapt, wordt een dag later vermoord.

 

Jane heeft merkwaardige dromen die gaandeweg het boek voorspellende elementen blijken te bevatten. Ze wordt door Mrs. Dimble op sleeptouw genomen en komt zo – ongeveer halverwege het boek – in contact met de leider van een huishouden in St. Anne die zichzelf Mr. Fisher-King noemt. Al snel herkennen we hier Dr. Ransom in, die in de voorgaande twee delen uitstapjes maakte naar Mars en Venus. Het blijkt dat Ransom een groepje ‘goeden’ leidt tegenover de grote groep ‘slechten’ die zich binnen de NICE hebben verenigd. De dromen van Jane bieden inzicht in wat er zich binnen de muren van de NICE afspeelt of gaat afspelen. Dit geeft hen een groot strategisch voordeel.

 

Het geheel leidt tot een serieuze oorlog, waarbij de historische figuur van Merlijn de tovenaar een cruciale rol speelt. Zijn graf zou liggen onder Bragdon Wood. De NICE gokt erop dat als Merlijn eenmaal weer tot leven is gebracht, hij zich zal inzetten voor hun doel: het bederven van alle moraal en alles dat goed is op Aarde. Maar Ransom hoopt juist het tegenovergestelde. In de apotheose van deze behoorlijk absurde samenloop van omstandigheden, wordt de vloek van Babel uitgesproken over de duistere kant. Dit is werkelijk fantastisch beschreven. Het verdere verloop van het verhaal laat ik naar goed gebruik aan de lezer. 

 

Het boek bevat enorm veel filosofisch materiaal dat stof tot nadenken biedt. Onder meer de positie van het dier ten opzichte van de mens, of wat is werkelijkheid en wat niet en nog veel meer. Uiteindelijk begrijpt Mark dat hij het verkeerde pad is opgegaan en besluit zijn fouten goed te maken. All’s well that ends well…

 

Er zijn vele pagina’s in dit boek die ik heb gelezen zonder dat ik werkelijk begreep wat er stond. Een euvel dat mij vaker overkomt bij het lezen van de boeken van Lewis. Zijn poetica is uiteindelijk de mijne niet. Het irritant simpele van goed versus slecht heb ik nu wel voldoende onderstreept. En toch, ondanks deze en andere niet geringe bezwaren houd ik een zwak voor deze schrijver. Ik zal hem niet snel aanbevelen, maar stiekem dring ik toch door in zijn omvangrijke oeuvre. Van de vele titels die ik van hem kocht staan er nog drie ongelezen in de kast. Die ga ik zeker nog lezen.

 

Gelezen: augustus 2014