Luminet, Jean-Pierre - De bibliotheek van Alexandrië

Een bijzonder boek, dat als een roman wordt gepresenteerd, maar beter een geromantiseerde geschiedenis zou kunnen heten.

 

De verhaaldraad is flinterdun, maar volstaat. In het jaar 642 veroverden de versbakken aanhangers van de profeet Mohammed de stad Alexandrië. Kalief Omar aboe Hafsa inb al-Chattab heeft zijn generaal die de verovering heeft geleid opdracht gegeven de legendarische bibliotheek te verbranden. Maar voordat Amr ibn al-As die taak ten uitvoer brengt, spreekt hij met drie vertegenwoordigers van de bibliotheek: de oude christelijke wijsgeer Philoponus, de joodse arts Rhazes en de schone Hypatia. De eerste twee berusten op historische figuren, maar Hypatia is fictief.

 

Tijdens de gesprekken wordt de duizendjarige geschiedenis van de wetenschap, filosofie en godsdienst uit de doeken gedaan. Veel, heel veel namen van wetenschapper uit voorbije tijden, en hun wapenfeiten schieten voorbij. Een rode draad is het baanbrekende werk van Aristarchus van Samos, die als eerste had berekend dat de aarde om de zon draaide in plaats van de aarde het middelpunt van ons zonnestelsel was.

 

Van alle het beschrevene is ongetwijfeld iets overgeleverd geraakt, direct dan wel indirect anders had deze auteur er niet over kunnen schrijven. (Maar in het nawoord benadrukt hij het fictieve karakter van dit boek.) Aan het slot van het boek komt een scène voor waarin de later zo beroemd geworden Johannes Faust aan het begin van de 16de eeuw, Nicolaus Copernicus de historische staf van Euclides cadeau doet. Euclides was een van de grootste wiskundigen uit de geschiedenis die in de begindagen van de bibliotheek doceerde aan het Museum (zoals het destijds werd genoemd). In de staf zitten papyrusrollen waarin de samenvatting staat van het werk van Aristarchus, waarmee de schrijver suggereert dat Copernicus zijn theorie aan de oude wetenschapper te danken heeft. 

 

Zorgvuldig geschreven en kundig vertaald (het Nederlands is in ieder geval vele malen beter dan de doorsneevertaling van thrillers). De dialogen zijn wat onnatuurlijk, althans in mijn 21ste-eeuwse oren/ogen. Redelijk veel onderstreept, wat toch veelal een graadmeter is van mijn waardering van de inhoud. Stijl is weer een heel ander punt:

 

‘De godsdienstige leiders verafschuwen alles wat van elders komt, met name het goede en schone. Een andere waarheid ondermijnt altijd hun wereldse macht, zelfs wanneer die niet in tegenspraak is met de hunne.’ (51)

 

‘De wijsheid ligt in het vermogen zichzelf in overeenstemming te brengen met de natuur, de eenheid tussen zichzelf en de wereld terug te vinden.’ (198)

 

‘Het lot van de mens is uiteindelijk als het lot van papier: hij wordt verkreukeld geboren en verkreukeld sterft hij.’ (205)

 

‘Lezen zonder begrip is niet zo erg. Lezen zonder twijfel is vreselijk. Lezen zonder plezier is geen lezen.’ (224)

Ik had het zelf niet beter kunnen verwoorden.

 

Een bijzonder boek dat mij zeker plezier heeft gegeven.

 

Gelezen: maart 2009