Asimov, Isaac - Nemesis

 

Het is niet eenvoudig om een boek als Nemesis (1989) een plaats te geven in het ontzagwekkend grote oeuvre van Asimov. Al was het alleen maar omdat ik slechts een fractie van dat oeuvre ken. Qua setting gaat het in chronologisch opzicht vooraf aan alle Robot-romans en de Foundation-serie. Het beschrijft de allereerste pogingen van de mens om andere planeten te koloniseren. In zijn voorwoord schrijft Asimov enigszins cryptisch dat dit verhaal geheel losstaat van de genoemde series. Toch schrijft hij in het laatste Foundation-deel van zijn hand (Forward the Foundation, 1993) – wat dus enkele jaren na Nemesis werd gepubliceerd – over “a young woman that could communicate with an entire planet that circled a sun named Nemesis.” Dit refereert aan Marlene, over wie straks veel meer.

En op de allerlaatste pagina van Nemesis schrijft hij: “Who would learn to read the trends and foresee the future in a whole Galaxy teeming with humanity?” Wat uiteraard vooruit verwijst naar Hari Seldon en diens psycho-history. Dat zijn toch onmiskenbaar verwijzingen naar Foundation. 

Enfin, wat maakt het uit?

 

Het verhaal: In ons sterrenstelsel zwerven diverse satellieten – ‘settlements’ – waar relatief kleine gemeenschappen van mensen permanent leven en zich op hun eigen manier ontwikkelen. De settlement Rotor heeft als eerste – in het jaar 2220 – de ‘hyper-assisted drive’ ontwikkeld, waarmee ze net onder de snelheid van het licht kunnen reizen. Als eerste – en vooralsnog enige – zijn zij naar een recent ontdekte stelsel gereisd rond de rode dwergster, Nemesis. Als ‘thuisplaats’ kiest Rotor voor een baan om Erythro, een maan van de enorme gas-gigant (Megas) in dit Nemesis-stelsel. Erythro is ongeveer zo groot als de Aarde en heeft een atmosfeer en oceanen met water. Het is dus min of meer bewoonbaar, waarover straks meer. De Rotorianen, onder leiding van hun ´commisioner´, Janus Pitt, besluiten hun technologische voorsprong niet te delen met de andere settlements, laat staan met de Aarde. Evenmin willen ze de Aarde waarschuwen voor de mogelijke bijna-botsing van de rode dwerg met ‘onze’ zon over zo’n 5000 jaar. 

Dit is ontdekt en berekend door de wetenschapster, Eugenia Insigna. Pitt weet haar ervan te overtuigen dat de Aarde niet hoeft te worden gewaarschuwd. 

 

Er zijn diverse verhaaldraden interessant om na te vertellen, maar ik focus mij op de jonge dochter van Eugenia, Marlene. Het meisje is verre van mooi, maar ze beschikt daarentegen over de ongewone vaardigheid om lichaamstaal en stemgebruik van de mensen haarfijn te ‘lezen’. Daardoor weet zij feilloos wat iemand denkt of voelt. Zij weet direct wanneer iemand de waarheid spreekt, of iets te verbergen heeft. Bovendien oefent Erythro – waar slechts een kleine nederzetting is gestationeerd – een merkwaardig sterke aantrekkingskracht uit op haar. Janus Pitt wordt bloednerveus van Marlene en weet – zeer tegen de wens van haar moeder in – het te bewerkstellingen dat moeder en dochter naar de maan gaan. Eugenia zogenaamd voor wetenschappelijk werk, en Marlene zodat ze uit zijn buurt blijft. In een dialoog met haar moeder wordt direct helder waarom Pitt het kleine meisje vreest:

Eugenia vertelt aan haar dochter dat Pitt altijd hele goede redenen aandraagt voor zijn zienswijzen.

“If that’s true, Mother, he’s awfully dangerous.”

(…) “Why do you say that?”

“Every point of view can have good reasons behind it. If someone can seize those reasons quickly, and present them convincingly, he can argue anyone into anything, and that’s dangerous.”

 

Het ‘min of meer’ bewoonbare van Erythro komt vanwege ‘The Plague’. De mensen die zich als eersten zonder bescherming buiten de koepel van de nederzetting op het oppervlakte van de planeet waagden, werden getroffen door een onverklaarbare en niet te genezen waanzin. De enige levensvorm die tot dan toe is ontdekt zijn de prokaryoten, een soort van ééncellig organisme dat in het water leeft. De wetenschappers staan voor een raadsel, maar vertrouwen de planeet onvoldoende om buiten de koepel te gaan.

Marlene blijft aandringen bij haar moeder en bij Siever Genarr, de leider van de Erythroyanen met wie Marlene het erg goed kan vinden, om buiten de koepel, vrij over het oppervlak van Erythro te lopen. Ze benadrukt dat Erythro haar echt geen kwaad zal doen, en als haar moeder vraagt waarom ze dat weet, antwoordt ze simpelweg: “I just know, that’s all.” Uiteindelijk, met de hulp van Pitt – die Marlene liever kwijt is dan rijk – lukt het haar en mag ze met beschermende kleding de koepel uit. Zo ontdekt zij – door haar bijzondere gaven – dat de planeet bestaat uit een bewustzijn. De vermeende simpele prokaryoten vormen tezamen dat bewustzijn. Marlene leert om met dit collectieve organisme te communiceren, die haar vertelt dat hij of zij haar al die jaren heeft ‘geroepen’ om naar de planeet te komen. Zij is dus die “young woman that could communicate with an entire planet that circled a sun named Nemesis."

 

Een mooi moment is wanneer ze aan Genarr vertelt dat gelukkig is sinds ze op Erythro is:

“I never was happy on Rotor.”

Genarr said, “And why are you happy?”

“I don’t know, Uncle Siever. But being happy is enough, even when you don’t know why, isn’t it?”

 

Genarr is niet bang voor de gave van Marlene. Zij kijkt recht door hem heen, maar dat deert hem niet.

“It doesn’t frighten me, Marlene, because I’ve given up, you see. I’ve just made up my mind that I’m made of glass as far as you’re concerned. Actually, it’s restful. Lying is hard work when you stop to think about it.”

 

In de tussentijd heeft men op de Aarde niet stilgezeten en heeft men superluminal flight ontwikkeld. Waar Rotor ruim twee jaar heeft gedaan over de vlucht naar Nemesis, doet de eerste proefvlucht van de Aardlingen dat in een oogwenk. Dit beëindigt het zelfgekozen isolement van Rotor en opent het heelal voor menselijke exploratie. 

 

Nemesis is een heerlijk boek, dat je snel wilt lezen, maar dat op momenten ook de diepte ingaat. Zo heeft Eugenia het bijvoorbeeld erg moeilijk met het feit dat ze haar dochter kwijtraakt aan Erythro. (Haar geweeklaag en beschermende gedrag wordt hier en daar iets te breed naar mijn zin uitgemeten door Asimov.) Ze doet hierover haar beklag aan Genarr, die antwoordt:

(…) “all of life is a symphony of successive losses. You lose your youth, your parents, your loves, your friends, your comforts, your health, and finally your life. To deny loss is to lose it all anyway and to lose, in addition, your self-possession and your peace of mind.”

 

En dat is nu precies wat ik zo graag zie in een boek. Een goed verhaal, mooie taal en hier en daar een flonkerende wijsheid. 

 

Gelezen: september 2016