Asimov, Isaac - The Caves of Steel

Ik moet u iets opbiechten. Het eerste deel van de zogeheten ‘Robot novels’ van Isaac Asimov, I Robot, heb ik niet gelezen. Ik zag de film...

Vrijwel altijd is het andersom, dat ik na het lezen van een boek nauwelijks meer de behoefte heb om een verfilming ervan te zien. Ach, niets zo veranderlijk als de mens. Vandaar dat ik de Robot novels vanaf deel twee ben gaan lezen.


Ongeveer een millennium in de toekomst, worden de schaarse robots op Aarde met de nek aangekeken door mensen. Zij zijn de machines die banen inpikken. Eigenlijk zijn robots niet welkom.

De mensen hebben zichzelf in enorme ondergrondse stalen stedenconglomeraten verzameld, de Caves of Steel uit de titel.

“There was no doubt about it: the City was the culmination of man’s mastery over the environment. Not space travel, not the fifty colonized worlds that were now so haughtily independent, but the City.”

De Aardebewoners komen nooit in de buitenlucht en mede daardoor zullen ze er ook nimmer op uitgaan om andere planeten te ontdekken.


De ‘fifty colonized worlds’ refereert aan de vijftig door de mens gekoloniseerde planeten. Eeuwen geleden ontstond er een schisma in de mensheid. Met aan de ene kant zij die het heelal gingen ontdekken, op zoek naar andere bewoonbare planeten, de Spacers. En aan de andere kant zij die zich op Aarde ingroeven in de Caves of Steel.


De Spacers hebben een hele andere kijk op robots. Bij hen worden robots gewaardeerd en voor heel veel taken ingezet. Zij zijn ook in veel grotere mate afhankelijk geworden van de robots. Een ander groot verschil tussen beide mensensoorten, is dat de Aarde met haar 8 miljard inwoners ernstig overbevolkt is. Met pijn en moeite, en het gebruik van allerlei soorten gist, kan de wereldbevolking zich voeden. De Spacers daarentegen hebben ‘room to spare’. Verdeeld over de vijftig planeten leven er 5,5 miljard, wat per planeet een gemiddelde bevolking oplevert van 110 miljoen. Per planeet wordt de bevolkingsgroei ook sterk gereguleerd, en mogen alleen de sterkste of intelligentste baby’s voortleven.

Met hun overdaad aan robots en ruimte is de levensstandaard onder de Spacers enorm hoog, vergeleken met dat van de Aardebewoners. De ‘Earthlings’ worden door de Spacers dan ook als een inferieure menssoort beschouwd, met hun beperkte technologisch mogelijkheden en hun ziekmakende micro-organismen zoals bacteriën, iets wat op de planeten van de spacers niet bestaat. Mede daarom leven de Spacers drie tot vier keer zo lang als Aardebewoners.


Er heerst kortom een uiterst broze vorm van acceptatie tussen Spacers en Earthlings. Op Aarde heeft een groepje Spacers zich gevestigd, in een volledig afgeschermde nederzetting. Daar is dr. Roj Nemmenuh Sarton, een vooraanstaand robotdeskundige, vermoord met een ‘blaster’. Moord is  iets wat in de ‘Outer Worlds’ normaal gesproken helemaal niet voorkomt. Daarom roepen de Spacers de hulp in van de detective-expertise van de Aardebewoners. De New York Police Detective, Elija Baley, krijgt de opdracht deze moord te onderzoeken. Maar de Spacers hebben als eis dat hij vanuit hun kamp een partner krijgt toegewezen: R. Daneel Olivaw (die we later in enkele van de Foundation romans nog terug zullen zien). De R. staat voor ‘robot’. Alleen is Daneel niet een gewone robot. Hij is het evenbeeld van de vermoorde dr. Sarton en de enige robot die voor het ongeoefende oog niet van een echt mens is te onderscheiden. Hij is een 'humanoid' robot.


Deze situatie levert een prachtig verhaal op, waarbij het oplossen van de moord het verhaal gaande houdt. Baley, die aanvankelijk bloednerveus wordt van de aanwezigheid van R. Daneel Olivaw, gaat naar Spacetown voor een interview met dr. Fastolfe, de directe collega van Sarton. Daar leert hij dat de Spacers daar zijn om de Aardebewoners ertoe te bewegen ook de sterren te gaan exploreren, om te ontsnappen aan wat Fastolfe hun ‘blind alley’ noemt. Fastolfe vertelt hem ook wat het probleem is van de ‘Outer Worlds’.

“It is stable. That’s the trouble. It is too stable. (…) Our lives in the Outer Worlds are too long to risk and too comfortable to upset.”


Op de terugweg naar zijn Cave of Steel, New York, vraagt Baley aan Daneel waarom dr. Fastolfe hem dit alles heeft verteld. 

“It seems probable to me, Elijah, that he wished to impress you with the importance of the investigation. We are not here just to solve a murder, but to save Spacetown and with it, the future of the human race.”


En zo heb ik dit boek ook gelezen. De moord is slechts een vehikel voor Asimov om eigenlijk een heel ander verhaal te vertellen. (Bovendien was het voor hem een prestigekwestie om het ongelijk van een van zijn eerste uitgevers, Joseph Campbell, te bewijzen. Deze beweerde dat de genres van mysterie/detective en science fiction onverenigbaar waren.) Mooi is ook de ontwikkeling van Baley in zijn acceptatie van R. Daneel Olivaw als een volwaardig lid van de gemeenschap.


In de volgende delen van de Robot novels wordt nog sterker duidelijk dat het oplossen van de moord weliswaar het verhaal gaande houdt, maar dat het de schrijver om iets heel anders is te doen. Namelijk dat het paradijs waar de Spacers naar streven, met hun luxe bestaan omringd door talloze robots die alles voor hen doen, een illusie is. Sterker nog, het is de dood in de pot. De vraag daarbij is of je dan misschien niet beter af bent als robot dan als mens.


Een lekker boek met flink wat diepgang voor wie het wil zien.


Gelezen: mei 2015