De laatste Bernlef wordt in de officiële pers nogal zuinigjes onthaald. Het slot zou afgeraffeld zijn en de karakters te oppervlakkig. Toegegeven, het is niet zijn beste boek, maar het is en
blijft een Bernlef. En nog niet één keer heeft deze schrijver van hoog niveau mij echt teleurgesteld. Ook nu niet.
Het boek is opgebouwd uit vier delen, waarin vier personages vanuit hun eigen perspectief de gebeurtenissen verslaan. Wim Terlinde, oud rechercheur, speurt voor het bureau 'Erf en Recht'
erfgenamen op. Drukker en uitgever Roderick Vos is overleden en lijkt geen familie te hebben. Zonder erfgenamen gaat de aanzienlijke waarde van zijn bezittingen naar de belastingdienst. Als 'Erf
en Recht' iemand vindt, vist de belastingdienst achter het net, en strijkt het bureau een percentage op. Via ene Sofie de Winter, komt Terlinde op het spoor van Francine Vos, een nichtje en het
enige overgebleven familielid van de overledene.
Uiteindelijk vindt hij haar in Kyle of Lochals, een prachtig stukje Schotland, waar ik ook zelf nog heb rondgelopen. Francien is kunstenares, maar blijkt psychotisch. Volgens haar arts is er
weinig hoop op herstel. Zonde van het geld. Terlinde verzint een list. Hij vindt Sofie de Winter bereid om de identiteit van Francien Vos aan te nemen, en zo de erfenis uit handen van de
belastingdienst te houden. Een vals paspoort blijkt voldoende. Aan het einde delen Sofie en Terlinde de poet.
Sofie en Francien hebben een incest-verleden. Sofie doorstond het misbruik door haar vader, door een alter ego te verzinnen: Katrien. Zij liet Katrien de slechte ervaringen ondergaan, om zo zelf
buiten schot te blijven. In een boek, dat door Roderick Vos is uitgegeven, heeft ze deze ervaringen van zich af geschreven. Francien blijkt te zijn misbruikt door haar oom, de overleden Roderick.
Na haar lucratieve persoonsverwisseling zoekt Sofie, uit een gevoel van lotgenootschap, Francien op in Schotland. Daar voltrekt zich een drama dat even onverwacht is als logisch.
De een zijn dood wordt door diverse recensenten beschouwd als een detective. Logisch dat ze zich bedrogen voelen om het snelle einde, want het is allerminst een detective. Het is een
literaire roman. Het zwaartepunt zit hem niet zozeer in het verloop van de gebeurtenissen, maar in de psychologie van de beide dames. Bernlef is geen schrijver die tot in detail vertelt hoe een
psyche in elkaar zit of hoe het tot stand is gekomen. Hij stipt aan, suggereert en licht hooguit tipjes van sluiers. “Pauzes zijn in een gesprek vaak belangrijker dan woorden.” (p.92) Zo
schrijft Bernlef, in pauzes. Tussen de woorden door laat hij het over aan de lezers' verbeelding. Hij neemt zijn lezer serieus, door hem niet alles als hapklare brokken voor te schotelen. De
karakters en hun beladen verleden zijn zo diep als de lezer ze zelf maakt.
In Schotland woont de echte Francien in een vervallen huis met een beeldhouwer, Alec Douglas. Deze voorziet in zijn levensonderhoud door tuinbeelden te maken. Een beeld van Francien staat
onafgemaakt in zijn atelier. “Alec zegt dat iets nooit helemaal voltooid mag zijn, dat het dan doodgaat.” (p.160) Francien, die eerst wandkleden maakte, is na haar psychose weer
enigszins hersteld. Met dezelfde wanhoop als Nescio’s Bavink probeert ze de beweging van het water op papier te vangen. “Vroeger heb ik eindeloos geprobeerd de doorbraak van de zon te
schilderen. (...) Maar de natuur valt niet te evenaren. Het is allemaal hoogmoed. Je komt nooit verder dan een benadering. (...) Voltooid en onvoltooid spelen in de natuur geen rol. Er is alleen
maar beweging.” (p.166) Sofie vraagt aan Francien waar die beweging dan naartoe gaat. “Dat zullen wij nooit weten.” Dit is waar dit boek van Bernlef mijns inziens over gaat.
Ook nu weer is Bernlefs stijl magnifiek, vlekkeloos en ingetogen. Prachtige beschrijvingen en een verhaal dat aanzet tot nadenken.
Gelezen: januari 2011
Waardering: 7½/10