Caldwell, Ian & Thomason, Dustin - The Rule of Four

Dit boek heb ik met plezier gelezen, maar mocht er meer van dit jonge schrijversduo verschijnen dan zal ik het niet meer lezen. Er staan mooie dingen in deze thriller, maar over het algemeen is de stijl nogal geforceerd. Gewild literaire zinsneden in een thriller schieten veelal hun doel en lezerspubliek voorbij. Ook worden er in dit boek teveel verhaallijnen gehanteerd naar mijn mening. Het wonderbaarlijke vader-zoonconflict, het ongrijpbare van de tijd, de waarde van de geschiedenis, de liefde tussen man en vrouw, en dat allemaal naast het eigenlijke verhaal.

 

De premisse is prachtig. Twee studenten op Princeton ontdekken in het echt bestaande boek uit de renaissance, de Hypnerotomachia Poliphili, allerlei geheime lagen. Aan de hand van raadsels die de auteur, de humanist Francesco Collona, in het boek heeft verborgen, ontdekken de jongens, Paul en Tom, sleutels. Daarmee kunnen ze verborgen teksten in het boek blootleggen. In die teksten spreekt de auteur hen toe.

 

Gaandeweg vertelt hij hen van zijn strijd tegen de clerus en dan in het bijzonder tegen Girolamo Savonarola, de godsdienstfanaat die in Florence vele boekverbrandingen hield (bonfire of vanities). Uiteindelijk leiden de opgeloste raadsels en geheime teksten tot de conclusie dat er een plaats is nabij of in Rome, waar Collona een crypte heeft laten bouwen. In die crypte zal zijn kist liggen en een verzameling boeken die hij van verbranding en daarmee van de definitieve vergetelheid heeft gered. Alle verloren gewaande boekwerken uit de geschiedenis van de mens zouden daar zijn.

 

In plaats van dit verhaal ‘gewoon’ te vertellen, maken de auteurs het de lezer bepaald niet makkelijk. Net zoals Collona voor zijn lezers allerlei obstakels opwierp – door bijvoorbeeld in zeven verschillende talen te schrijven – hanteren Caldwell en Thomason een complexe structuur van flashbacks, waardoor de chronologie van het verhaal bij elkaar moet worden gepuzzeld door de lezer. Dat lukt nog wel, maar daarnaast spelen diverse andere verhaallijnen een zodanig prominente rol, dat de zoektocht naar het geheim van de Hypnerotomachia naar de achtergrond wordt gedrongen.

 

De rol van bepaalde personages wordt niet duidelijk, zoals Vincent Taft, een van de docenten, of Richard Curry een goede vriend van de vader van Tom. Wanneer het verhaal tot een apotheose lijkt te komen – een verloren gewaande plattegrond, die tot de crypte van Collona moet leiden, wordt gevonden –, verlaten de auteurs het verhaal om uitvoerig uit te wijden over het studentenleven en de voorzitterswisseling bij een van de ‘eethuizen’ op Princeton. De dramatische ontknoping die vervolgens toch nog wordt opgepakt, betreft niet zozeer het al dan niet vinden van die historische boekenschat, maar meer de rol die de personages in dit verhaal spelen. Het slot, wat ik hier uiteraard niet ga uiteenzetten, is daarentegen weer erg goed.

 

Kortom, een boek met twee verschillende gezichten. Enerzijds een prachtig verhaal met veel diepgang. Het is onvoorstelbaar dat twee zulke jonge schrijvers zulke wijze en diep doorleefde scènes en dialogen kunnen schrijven. Een voorbeeld:

 

“The two hardest things to contemplate in life (…) are failure and age; and those are one and the same. Perfection is the natural consequence of eternity: wait long enough, and anything will realize its potential. Coal becomes diamonds, sand becomes pearls, apes become men. It’s simply not given to us, in one lifetime, to see those consummations, and so every failure becomes a reminder of death.” (p.280)

 

Anderzijds een geforceerde quasi-literaire stijl, onverwachte en onplezierige wendingen in de vertelwijze en een te grote wirwar aan verhaaldraden. 

 

Gelezen: augustus 2010