Dam, Loes van - Held op geitenwollen sokken

 

Deze leeservaring wijkt af van mijn gebruikelijke ervaringen, omdat ik de eindredacteur was voor dit boek. Het is verschenen bij mijn eigen uitgeverij (Trophonios). Bovendien is de auteur mijn geliefde. Naar de buitenwereld toe benadruk ik dit allemaal liever niet. Niet omdat ik daar niet apetrots op ben, maar omdat deze dubbele pet vaak op een manier wordt geïnterpreteerd die ik liever vermijd. Veel mensen zullen denken dat mijn liefde voor de schrijfster mij blind heeft gemaakt voor de kwaliteit van het geschrevene. Nu realiseer ik mij terdege dat de door liefde verblinde persoon de laatste moet zijn om dit te ontkennen. Dat doe ik dan ook niet. Mijn liefde voor Loes maakt mij blind, zonder twijfel. Juist daarom is het van essentieel belang dat anderen mij steunen in mijn lof voor dit bijzondere boek. Daarover straks meer. Eerst het boek zelf.

 

De volledige titel luidt: Held op geitenwollen sokken. Eindelijk mezelf na 3 burn-outs bij de politie. Een autobiografie. De vertelling vangt aan in de lente van 2002. De hoofdpersoon – op dat moment rechercheur bij de politie – raakt tot haar eigen verbazing van slag tijdens een verhoor. De man die ze verhoren lijkt sterk op haar vader, die kort daarvoor is overleden. (Diens sterven maken we een kleine dertig pagina’s later van dichtbij mee.) Direct zit de lezer in het verhaal, en direct is het duidelijk dat er iets aan de hand is met Roos, zoals Loes van Dam haar alter ego heeft genoemd.

 

Vanuit de eerste persoon vertelt ze in fragmenten de gebeurtenissen, achtergronden en incidenten – uit het heden en het verdere verleden – die ertoe hebben geleid dat ze in een burn-out is geraakt. Veel van de handeling speelt zich af binnen het politiewereldje, waar ego’s, machocultuur en regelgeile leidinggevenden de waan van de dag vormgeven. Roos is uiteindelijk niet meer bestand tegen de pesterijen, de negatieve sfeer en het achterbakse geroddel. Ze breekt. Haar huwelijk met Erik laat ook te wensen over. De echtelieden gaan min of meer hun eigen gang, en als Roos om hulp vraagt, krijgt ze veelal nul op het rekest. 

 

Toch is Held op geitenwollen sokken allerminst een zwart/wit representatie, met de boosdoeners aan één kant en het onschuldige subject aan de andere. Noch is het de intentie van de auteur om schuld af te schuiven. Zij beschrijft openlijk haar eigen rol en handelingen. Uiteindelijk gaat het niet om schuld, maar om het verkrijgen van inzichten. Wat het aandeel van de politie betreft, en het slopende, manipulatieve opvoeren van de druk tijdens het re-integratietraject, wil Van Dam vooral dat er lering uit wordt getrokken. Dat mensen die na haar in een vergelijkbare situatie belanden, betere ondersteuning krijgen en erkenning krijgen voor hun kwetsbare situatie.

 

De lezer krijgt uit de eerste hand inzicht in de psyche van een burn-out. En dat is niet mals. Het zal dan ook voor mensen die momenteel zelf kampen met burn-out verschijnselen geen makkelijk verteerbaar boek zijn. Het is alsof je als lezer zelf de uitzichtloosheid, extreme vermoeidheid en wanhoop ervaart. Daarentegen is het boek voor hulpverleners of naasten van mensen in een burn-out van onschatbare waarde. Niet dat het verhaal van Van Dam een-op-een inwisselbaar is met dat van anderen, maar de overeenkomsten tussen de diverse burn-outs zijn talrijk. 

 

Erg mooi beschreven is het proces met de haptonoom, Sjors. Het hele proces van opnieuw leren voelen wat je ervaart, hield mij op het puntje van mijn leesstoel. Ook de flashbacks naar enkele jeugdherinneringen vond ik erg aangrijpend. Deze illustreren kristalhelder hoe we in onze maatschappij hebben geleerd onze gevoelens te maskeren. Als in 1965 een geliefde oom van haar sterft, gaat de 7-jarige Roos met haar moeder naar de begrafenis. Ze ziet de familieleden huilen: 

“Het is of pas dan tot mij doordringt dat ik nooit meer naar ome Cor kan gaan. Aan de hand van ma brul ik het uit. Ma geneert zich voor mij en rukt aan mijn arm.

‘Sshhht!’ slist ze luid. ‘Niet zo hard huilen.’”

 

Ondanks dat de dramatiek ruim vertegenwoordigd is in Held op geitenwollen sokken, is het een boek van hoop. Zelfs nadat Roos – na de zelfmoord van een van haar broers – op een dieptepunt is beland, blijft er licht aan het einde van de tunnel. Haar doorzettingsvermogen en positieve wendingen in haar leven brengen haar naar dat licht. De werkelijk onvoorstelbare en ziekmakende druk die de politie opvoert om Roos maar coûte-que-coûte te laten re-integreren, komt ten einde wanneer ze door het UWV 100 procent arbeidsongeschikt wordt verklaard. De beperkingen die ze door haar burn-out – die in totaal ongeveer dertien jaar (!!) heeft voortgeduurd – zijn zodanig dat ze niet langer meer aan het arbeidsproces kan deelnemen. Vanaf die uitspraak van het UWV kan ze deze moeilijke jaren achter zich laten en werken aan haar herstel. Twee jaar na haar afscheid van de politie, zo schrijft ze “is de gejaagdheid volledig uit mijn lichaam verdwenen en is die continue spanning niet meer standaard aanwezig. Het is alsof de tot oververhitting opgepookte dieseltrein van mijn strijd voor erkenning van mijn ziekte pas nu echt tot stilstand komt. Dit ben ik en dit mag ik zijn.”

 

Nergens bezondigt Van Dam zich aan vingerwijzen. “Hoe vaker ik mijn relaas teruglees hoe helderder ik zie dat mijn leven op geen enkele andere manier hadden kunnen lopen. (…) Misschien is de politie inderdaad een log, krachtig en onbuigzaam apparaat en ongetwijfeld zou dit instituut zich meer mogen bekwamen in menselijkheid. Maar tegelijkertijd had ik deze politie nodig als spiegel. Mijn volharding, doorzetting, wilskracht en uithoudingsvermogen moesten gebroken worden.”

Datzelfde geldt voor de andere spelers in haar verhaal. Iedereen hield Roos spiegels voor. “Lang niet altijd leuk, maar zonder uitzondering ontpoppen deze processen zich als cadeautjes. Het is net of je met ieder cadeau een stukje van jezelf uitpakt.”

 

Held op geitenwollen sokken is een bijzonder egodocument vol wijsheid. Het is bekwaam geschreven en de auteur spaart zichzelf niet. De beschrijving van het hele proces naar de burn-out toe, het ondergaan van de burn-out en het daar weer uit tevoorschijn komen (Luctor et emergo), is even aangrijpend als indrukwekkend. Maar ik ben ongetwijfeld bevooroordeeld. Daarom, geloof niet mijn woord, maar dat van andere lezers: 

 

“Het is mooi, moedig en meeslepend. Wat ik er goed aan vind zijn de opbouw, de dosering van de fragmenten, kortom de samenhang. Dat geldt ook voor de dialogen en de interne monologen. Als lezer beleef je een forse burn-out van binnenuit beschreven. Het boek boeit tot het einde en het demonstreert hoe je sterker wordt door 'bewust te lijden'”. 

 

“Mijn hemel: wat een reis! Ik moest mee dat duistere labyrint in, of ik wilde of niet, verdwaalde ontelbare keren in de wirwar van obstakels, paden, paadjes, moerassen, uitdagingen, hobbels en zat klem op de doodlopende stukken en opnieuw, steeds verder, donkerder, duisterder… Toch kroop ik samen met de schrijfster langzaamaan naar dat onzichtbare lichtpuntje waarvan zij wist dat het er moest zijn, maar ik (als lezende reisgenoot) nergens kon waarnemen. Alleen hopen.”

 

“Indrukwekkend. Ik moet eerlijk zeggen, dat het behoorlijk binnen kwam. Kon in het begin ook niet echt doorlezen, moest het iedere keer even laten bezinken. Halverwege sloeg dit om en wilde ik juist doorgaan. Al met al een leerzaam boek.”

 

“Ik ben er een beetje stil van. Wat een eerlijk boek. Het heeft veel indruk op mij gemaakt, het komt echt binnen.”

 

“Dit boek leest heerlijk weg. Het is een bijzonder verhaal dat mooi is opgeschreven.” 

 

“Het vergt moed om zo'n boek te schrijven. Een boek dat aangeeft dat je de schuld en schaamte voorbij bent.”

 

“Heb dit boek ademloos en in één ruk uitgelezen. Wat een aangrijpend proces beschrijft de auteur. Het mooie is dat ze - ondanks de tegenwerking in haar omgeving - vooral naar zichzelf kijkt. Groots! Ook de taal waarin het boek is geschreven is erg mooi. Complexe gevoelens worden voor de buitenstaander zo beschreven dat het is of je het zelf meemaakt. Dit boek verdient veel lezers!”

 

“Ik vind dit boek ontzettend goed geschreven! Het leest als een trein, Die dialogen zijn prachtig! Klasse!”

 

“Wat een mooi en helder verhaal. Boeiend geschreven waardoor ik zelf mee kon beleven wat de verteller heeft ervaren. Een goede kijk op de werkgever en de werknemer. Ook het privéleven wordt prachtig en ontroerend beschreven. Ik leer door dit verhaal hoe ik naar mijzelf kan kijken en niet naar de ander te wijzen. Terwijl ik las was ik de wereld om mij heen kwijt. Ook zonder een burn-out snap ik nu beter wat het is een burn-out te hebben. Knap om zo te kunnen schrijven en je zo bloot te durven geven. Ik kan het iedereen aanbevelen.”

 

“Wat een indringend verhaal; hoe kwetsbaar maar toch hoe krachtig toont Loes zich!

Met grote bewondering heb ik het verhaal gelezen en een nog grotere bewondering heb ik voor de strijd die ze heeft gestreden.”

 

Gelezen: augustus 2019