Gelezen: erg lang geleden
De gedichtenbundel Spinrag van tijd van Pierre H. Dubois verscheen ter gelegenheid van diens 60ste verjaardag. Een verjaardagskado over hemzelf, door hemzelf geschreven en min of meer aan zichzelf ten geschenke gedaan. Dit is de schrijver Pierre H. Dubois ten voeten uit. Hiermee bedoel ik dat hij een schrijver is die de wereld beschouwt uitsluitend aan de hand van zijn eigen ervaringen, vanuit zijn ogen bezien. Dit heeft weinig te maken met het negatieve 'ich-bezogene', maar alles met het bewustzijn van de beperkingen die men heeft. Want strikt genomen: hoe anders dan vanuit jezelf kun je de wereld beschouwen?
Uitsluitend met behulp van mijn eigen leven kan ik dat van een ander interpreteren. Ik heb een groot inlevingsvermogen en kan een redelijk verhaal afsteken over hoe het moet voelen om bijvoorbeeld een negerslaaf in de vorige eeuw te zijn geweest, of om een kind te baren, om maar twee dwarsstraten te noemen. Maar ik ben het niet zelf waarover ik schrijf, dus ik zal oneindig verder naast de waarheid zitten, dan ik normaal gesproken al zit, wanneer ik mijn eigen ervaringen beschrijf. En daar gaat het nu om, om het zo dicht mogelijk benaderen van de waarheid. De eigen leefwereld ligt allicht dichter bij de waarheid dan een ingebeelde wereld.
Dubois is hier niet enig in en zeker niet de eerste om op een zo conciëntieuze manier de waarheid na te streven. Hierom wellicht kan hij niet tot voorman van een nieuwe stroming of in enig ander
opzicht tot een vernieuwer worden gezien.
Het trachten vast te leggen van een zo echt mogelijke waarheid, is geloof ik de gedachtengang die achter het sterk autobiografische karakter van Dubois' oeuvre ligt. Waarmee ik niet wil zeggen
dat het een keuze is geweest die hem tot autobiografisch schrijver heeft gemaakt. Nee, het is een dwingende richting, waarin het afslaan naar een andere richting eenvoudigweg niet wordt geduld.
Zoals gezegd verscheen de hier te behandelen dichtbundel bij Dubois' zestigste verjaardag. Die leeftijd mag gezien worden als het overkoepelende thema van de bundel. Het openingsgedicht rept van
de geboorte van de 'ik', die niets anders kan constateren dan
"dat mijn moeders verlossing niet de mijne was".
Verder zijn er talrijke verwijzingen naar de herfst waarin het leven van de 'ik' is aangekomen.
"De Tijd verschuift wat onbeweeglijk schijnt
ik weet het wel maar weten is niets waard
als het als wetenschap wordt opgespaard
tot het moment waarop ik zelf verdwijn."
Uit 'Oktober-elegie':
"Wat rest aan geluid en gloed
dooft ik word langzaam dover.
hartstocht bleef
machteloos achter
in de bedding van de jaren.
Onverzwolgen verdriet
druipt uit vergeelde blaren
holt de bodem uit
Ik weet: de angsten van
het teloor gaan nu beginnen,
in stallen loeit het vee
uit hoeven kringelt rook
wie onderdak kan vinden
moet toezien dat hij nu
voor het telaat geworden
de donkre blinden sluit."
Dubois' gedichten zijn doorspekt met de thema's zinloosheid en vergankelijkheid. Het gedicht 'Zwijgen' is hier een mooi voorbeeld van. In dit gedicht vertelt Dubois dat zwijgen 'als men zou
willen spreken' de beste manier is om dit leven door te komen. Op die manier blijft men gevrijwaard van het lijden dat echt ondraaglijk is.
"Daarom zwijgen, als men zou willen spreken.
Zich vooral niet overgeven aan tranen,
de blik star houden, regelmatig ademen,
in het donker kijken,
zich van zichzelf verwijderen
zonder ontroering,
met weerzin en walging."
Ook de titel geeft aan dat er een spinrag over de tijd is gekomen. Een grijs-worden van het leven. Kortom, bepaald geen bundel om erg vrolijk van te worden, maar Dubois gaat er dan ook bijna prat
op om als pessimist te worden aangeduid. Ik zou Dubois geen groot dichter durven noemen, hoewel ik zijn verzen wel bewonder. Er zit voor mij een schoonheid in, die iedere afwezigheid van
avant-gardistische elementen ruimschoots vergoedt. Daar ik geen groot poëzieminnaar ben -ik hou ervan, maar het heeft niet mijn voorkeur-, durf ik mij op dit gebied minder kritisch te uiten.
Poëzie is voor mij slechts een gevoelsaangelegenheid en wat dat aangaat raken de verzen van Dubois mij.
Tot slot citeer ik een gedicht in zijn geheel. Een gedicht dat mij heeft geraakt.
Woorden
Alleen met woorden
kan het zwijgen worden uitgesproken
alleen met woorden die zo woordeloos zijn
dat niemand ze meer hoort
alleen nog weet (als iets
dat is en tegelijk niet is -
een capriccio van Guardi)
eeuwen vallen weg en zijn toch voorbij
meer dan ooit aanwezig en voorgoed verloren
alleen met woorden die zijn als muziek
(wanneer muziek er niet meer is)
geen klank toon of trilling
iets boven dit alles
Alleen met woorden die onschrijfbaar zijn
kan het eeuwige zwijgen
worden
aangeklaagd