Gelder, Ellen van - Mijn reis met Tourette

Ellen van Gelder - de schrijfster van dit in 2003 verschenen boek - is iemand met een bijzonder levensverhaal dat door haar Gilles de la Tourette bepaald niet van een leien dakje verloopt. Dat begon bij stelselmatig gepest worden tijdens haar schooljaren. Dit zal er mede toe hebben bijgedragen dat het leven voor haar in later jaren bij tijd en wijle zo zwaar was, dat ze serieuze zelfmoordgedachtes had. Ook daarna in haar professionele leven, stuitte ze keer op keer op de beperkingen die haar Tourette haar oplegde. Doordat alle prikkels van buitenaf bij haar veel harder binnenkomen dan bij iemand zonder Tourette, moest ze met enige regelmaat haar werk loslaten omdat de batterij letterlijk leeg was. Door de overdaad aan te verwerken prikkels, namen de tics toe in aantal en in hevigheid.

 

Met nagenoeg bovenmenselijke kracht en doorzettingsvermogen weet de schrijfster er iedere keer weer bovenop te komen en met hernieuwde levenszin een volgende stap te zetten in het leren omgaan met Tourette. Haar diagnose is rijkelijk laat – op haar 29ste – gesteld. Dit zal geen gunstige invloed hebben gehad op het 'dealen' met haar anders-zijn. Het heeft haar jaren gekost om te ontdekken welke werkomgeving wel goed voor haar is en welke niet. Lerares op een basisschool is in dat opzicht na verloop van enige tijd steevast te zwaar. Maar het schrijven van lesmateriaal voor een uitgever, ligt haar qua het incasseren van prikkels van buitenaf, veel beter. Aan het einde van haar verhaal lijkt het erop alsof ze na heel veel omzwervingen, dan eindelijk enige stabiliteit heeft gevonden in haar werkzame leven. Al geeft ze zelf ook aan dat ze ‘er’ nog lang niet is.

 

Het verhaal van Van Gelder, en dan in het bijzonder haar tour de force om het goed te hebben in het leven, wat voor haar echt een enorm gevecht is geweest, dwingt bewondering af en respect. Dit gezegd zijnde, moet ik bekennen dat het boekje waarin ze dit verhaal heeft opgetekend dat bepaald niet doet. De ondertitel ‘Autobiografie van Ellen van Gelder’ staat nogal bombastisch op deze qua omvang bescheiden uitgave. Het is symptomatisch voor het hele boekje, dat vrijwel nergens een puberaal niveau ontstijgt. Met andere woorden: het is slecht geschreven, veelal in een ‘en toen, en toen’ stijl, zonder enig taalgevoel of uitdrukkingskracht en het boekje staat bol van de stijlfouten en de nodige taalslordigheden. Het is een ‘Beste mensen, ik wil u iets over mijn leven vertellen’ exposé, dat eindigt met 'Dit boek is nu uit’. Ik heb het alleen uitgelezen uit respect voor haar indrukwekkende doorzettingsvermogen.

 

Verhaallijnen worden niet afgerond. Zo vertelt ze ergens nogal plompverloren dat ze verliefd werd op een vrouw en dus haar biseksualiteit ontdekte. Nu begrijp ik dat dit niet het onderwerp van dit boekje is, maar in een ‘autobiografie’ verwacht ik dan wel iets meer hierover. Haar taal is werkelijk onbeholpen, ondanks dat ze ergens beweert dat schrijven een van haar kwaliteiten is. Ongetwijfeld is dat zo voor een dagboek, of als keukendichteres – waarvan ze in beide instanties enkele proeven van ‘bekwaamheid’ citeert – maar het schrijven van een boek, een echt boek vergt echt wel wat andere kwaliteiten. 

 

De lezer struikelt regelmatig over de zinsnede ‘op een gegeven moment’ wat een onvergeeflijke schrijversluiheid illustreert. Of de lezer blijft haken achter onmogelijk zinnen als: “(…) ook komt naar voren hoezeer het mij goed doet dat ik in hem een grote steun heb gevonden”. Of het blijft volstrekt onduidelijk wat de schrijfster wil zeggen: “Toen was ik nog in een periode dat ik mijn gemoedstoestand daar niet aan wilde ophangen.” Dan citeert ze – in dit qua omvang toch al bescheiden boekwerk – nog uitvoerig de schrijfsels van kinderen uit haar klas. Dit laatste heeft geen enkele betrekking op haar verhaal en had er beter uit weggelaten kunnen worden.

 

Het is een misvatting om te denken dat ieder interessant leven ook automatisch een interessant boek oplevert. Een chronologisch exposé dat vrijwel nergens echt de diepte in gaat en dat ook in compositorisch opzicht nog platter geslagen is dan een vloeipapiertje, leidt per definitie tot een niet geslaagd boek.

 

Het verhaal van Van Gelder komt in een stroomversnelling als ze met de therapieën bij Cara Verdellen begint. En daar vind ik ook een zinnetje dat ik – als enige in het hele boekje – uit waardering heb onderstreept. Hoewel het oefenen van het onderdrukken van tics of het maken van een tegenbeweging vlak voordat een tic zich voordoet, weinig concreets oplevert, leerde het Van Gelder wel dat ze haar ‘drangen’ eerder leert herkennen. “Hierdoor werd ik me ook meer bewust van ‘het wel of niet er aan toegeven’, wel of niet ‘ticcen’ werd meer een keuze, in plaats van het gevoel hebben er door te worden overvallen.” Ondanks dat ook deze zin minimaal vier slordigheden tegen het Nederlands bevat, zit er een waardevol inzicht in opgesloten.

 

Als liefhebber van taal en van mooie en goed geschreven boeken, kan ik niet anders dan ageren tegen een boek dat evident amateuristisch is van opzet en uitwerking. Een boek is zeker niet iets heiligs, maar het moet nu eenmaal wel voldoen aan enkele minimale kwaliteitskenmerken. Daar voldoet dit werk niet aan. Dat doet uiteraard niets af aan het werkelijke verhaal van Ellen van Gelder. 

 
Gelezen: april 2014