Heinlein, Robert A. - Citizen of the Galaxy

Gelezen: juli 2013

 

Robert A. Heinlein schreef twaalf zogeheten ‘juveniles’, jeugdboeken voor uitgeverij Scribner, waarvan Citizen of the Galaxy uit 1957 de voorlaatste is. Het boek vertelt het bijzondere verhaal van Thorby, een puber die door oorzaken die later onthuld zullen worden, als slaaf wordt verhandeld. Als niemand het opstandige jong wil kopen, gaat hij voor een habbekrats van de hand. Zijn nieuwe eigenaar is de oude bedelaar, Baslim.

In deze roman is niets wat het aanvankelijk lijkt. De bezigheden van Baslim blijven schimmig en hij vertelt er niets over aan Thorby, die hij behandelt als een zoon. Hij leert hem het vak van bedelaar, maar ook wiskunde, geschiedenis en diverse talen. Vaak wordt hij naar de ruimtehaven gestuurd, waar hij het komen en gaan van schepen moet registreren. Baslim is met name geïnteresseerd in slavenschepen. Hoewel Baslim hypnose verafschuwt – “he had an almost religious concept of the dignity of the individual” – leert hij Thorby onder hypnose een boodschap in een voor hem vreemde taal. Deze boodschap moet hij overbrengen aan de kapitein van een van vijf door Baslim specifiek genoemde ruimteschepen, als Baslim iets zou overkomen.

Als Baslim lange tijd niet thuis komt, begrijpt Thorby dat er iets is gebeurd en slaat hij op de vlucht. Met hulp van enkele vrienden weet hij te ontsnappen aan de klopjacht die op hem is geopend. Hij hoort dat Baslim na zijn arrestatie ter dood is gebracht. Een van de vijf schepen die hij had genoemd, ligt in de ruimtehaven en Thorby brengt kapitein Krausa van het handelsschip Sisu de boodschap over. Deze biedt de jongen direct onderdak op zijn schip, zij het als ‘Fraki’ de laagst denkbare levensvorm in de ogen van ‘the People’. Deze Fraki kunnen volledig worden genegeerd, zoals Thorby de eerste tijd aan boord ondervindt. Tot de kapitein hem als zoon adopteert, omdat hij zoals later zal blijken een ereschuld bij Baslim heeft uitstaan. Na zijn tweede adoptie stijgt Thorby´s aanzien snel binnen de sterk hiërarchische cultuur aan boord.

Thorby blijkt talent te hebben voor fire controlman. Voordat de Sisu haar kruissnelheid van meerdere keren de snelheid van het licht heeft bereikt, is ze kwetsbaar voor piraten. Zeker als ze net met een nieuwe lading handel van een planeet vertrekt. Het is in theorie mogelijk voor piraten om de Sisu aan te vallen op die hoge snelheden, maar in de praktijk is dat “as easy as hitting a particular raindrop with a bow and arrow during a storm at midnight”. Tijdens de uren dat de Sisu naar haar kruissnelheid gaat, is er dus een team dat eventuele piraten zonder pardon uit de ruimte schiet. Thorby wordt hier erg goed in, en moet zelfs een keer serieus in actie komen.

 

Aan boord raakt Thorby, nog in zijn ‘Fraki-tijd’, bevriend met Margaret Mader. Zij is antropologe, die de gebruiken van de ‘free traders’ onderzoekt. Hoewel zij een Fraki is, mag ze met de mensen van een hogere kaste converseren voor haar studie.

Uiteindelijk wordt ook duidelijk dat Baslim, zoals we al vermoedden, veel meer was dan een bedelaar. Zijn nieuwe vader vertelt aan Thorby: “Son, Baslim the Cripple was an honorary member of the People. (…) A long time ago a shameful thing happened. Baslim corrected it. It put all the People in debt to him.” Hoewel hij redelijk ingeburgerd raakt in de gebruiken van the People, begrijpt hij bepaalde oordelen en zienswijzen niet. Margaret Made vertelt hem dat “most things are right or wrong only in their backgrounds; few things are good or evil in themselves.” Wijze woorden. Ze legt hem uit dat, hoewel hij aanzien geniet, hij niettemin in een kooi leeft. Echte vrijheid heeft hij nog niet gekend. “What you have paid for your unparalleled freedom… is freedom itself. (…) You are so bound by rules that much of what you say is not free speech but required ritual.” Ze vergelijkt zijn bestaan met het slavenleven. Thorby verzet zich hiertegen, maar luistert wel naar haar advies: “Dear, if you decide you can’t stand it, wait until the ship calls at a planet that is democratic and free and human then hit dirt and run!”

In de boodschap die Thorby aan kapitein Krause overbracht, zit de wens van Baslim om Thorby bij de eerste gelegenheid over te dragen aan een militaire kruiser met het verzoek aan de kapitein van dat schip om Thorby te helpen in het vinden van zijn ware plaats in de maatschappij. Hoewel Krause Thorby het liefst bij zich zou houden, niet in het minst om het aanzien dat deze vertrouweling van Baslim zijn schip verleent, voldoet hij aan Baslims wensen. Thorby komt in militaire dienst van de Terran Hegemony, de dominante macht in het heelal. Het blijkt dat Baslim kolonel was in het geheimzinnige ‘X-corps’ van de dienst. Baslim was bezig met een grootschalig onderzoek naar de slavenhandel in het heelal.

In de militaire dienst wordt werk gemaakt van de zoektocht naar Thorby’s achtergrond. Wie was hij voordat hij als slaaf door Baslim werd gekocht? Uiteindelijk wordt duidelijk dat hij in werkelijkheid Thor Bradley Rudbek is, de lang geleden verdwenen erfgenaam van een bijzonder invloedrijke familie. De Rudbeks zijn onder veel meer eigenaar van een van de grootste ruimteschipfabrikanten. Uiteindelijk komt hij als Rudbek of Rudbek terug op het oorspronkelijke nest op Terra, waarvan hij zich niets herinnert. Zijn oom, John Weemsby, beheert wat tot dan toe gold als de nalatenschap, want Thorby’s beide ouders zijn gelijk met hem verdwenen. Leda, Weemsby’s stiefdochter, maakt Thorby wegwijs in alweer een nieuw leven. Als ze voor een replica staan van een beeld van Abraham Lincoln, staat er: “Thorby had a sudden feeling that the statue looked like (Baslim) – not that it did, but still it did. His eyes filled with tears.” Leda vraagt of Thorby weet wie de man van het beeld was. “He founded America.” “He did something else.” “What?” “He freed slaves.” Ook in zijn leven als multimiljardair en eigenaar van een enorm zakenimperium, is Thorby’s vermeende vrijheid bijzonder twijfelachtig. Hij herinnert zich een uitspraak van Baslim “that a man need never be other than free in his own mind”.

Zijn oom, die de groeiende bemoeienissen van Thor Rudbek met de zaken maar matig kan waarderen, waarschuwt hem voor teveel interesse: “Nobody owns a business; the business owns him. You’re a slave to it.” Thorby wil weten of hun business in schepen op enige manier verbonden is met de slavenhandel. Of schepen van hun fabriek ook voor deze verwerpelijke vorm van zakendoen worden ingezet. Hij vermoedt dat de verdwijning van hemzelf en zijn ouders moest voorkomen dat naar buiten zou komen dat delen van het Rudbek-imperium in het geheim winsten opstreken van de handel in slaven. In de machtsstrijd die zich tussen hem en oom Weemsby ontspint, trekt Thorby aan het langste eind dankzij hulp uit onverwachte hoek. Hij ontslaat Weemsby en besluit om als hoofd van het Rudbek-imperium zich in te zetten om de slavenhandel een halt toe te roepen.

Het is weer een boek om lang over na te denken. Al wordt het einde van het boek wat afgeraffeld en al is er zeker sprake van enig ‘Alleen-op-de-wereldgehalte’, het gedachtengoed is weer lovenswaardig, evenals de compositie van de roman. De hele opbouw is bedoeld om het thema vrijheid – of eerder het gebrek aan vrijheid – in al haar facetten in beeld te brengen. Op de een of andere manier is het minder scherp en hilarisch in de dialogen dan wat ik gewend ben van Heinlein.

 

Desondanks wederom een zeer sterk boek, zeker als je bedenkt dat het bedoeld was voor de jeugd.