Heinlein, Robert A. - Starship Troopers

Gelezen: april 2012


Enige tijd aarzelde ik om deze Heinlein aan mijn verzameling toe te voegen. Dat had te maken met de reputatie van de film die Paul Verhoeven ooit maakte onder dezelfde titel. (Het schijnt dat de man het boek niet eens heeft uitgelezen.) De film heb ik nooit gezien en inmiddels begrijp ik ook dat de cinemaversie bepaald niet getrouw is aan het boek. Dat ik dit boek uiteindelijk toch tot mij heb genomen, komt omdat ik alles van deze meesterschrijver gelezen wil hebben. En dat komt weer omdat elk boek van zijn hand mij wel iets te brengen heeft. Ook nu weer.


Starship Troopers vertelt het verhaal van Juan (Johnny) Rico die zich, tegen de wens van zijn in zaken rijk geworden vader, aanmeldt voor Federal service. Hij opteert voor een hogere functie in dienst van de Federatie, maar voor alles wordt hij afgekeurd, behalve voor bootcamp, een militair opleidingskamp. Een pagina of 150 lang lijkt het of ik terecht ben gekomen in ‘An officer and a gentleman’. De hardheid van een militaire drilopleiding wordt met veel overtuiging en humor in beeld gebracht. Rico krijgt bijvoorbeeld een veel te grote outfit uitgereikt. Als hij daar wat over zegt, krijgt hij als antwoord: “There are just two sizes in this army – too large and too small.” Met andere woorden: niet zeuren!

 

Uiteraard wordt iedereen ook geleerd de onweerlegbaarheid van orders te accepteren: “If Major Landry wants you to take off your skin and dance in your bones, do it!” Ongetwijfeld putte Heinlein uit zijn persoonlijke ervaringen als marinier. Minder dan 10 procent van de bootcampers, voltooit de basisopleiding. De rest haakt voortijdig af, of overleeft de heftige oefeningen niet.


De Aardse Federatie voert een oorlog tegen de ‘Arachnids’, beter bekend als ‘The Bugs’. Deze oorlog is overigens niet een oorlog die de mensheid automatisch zal winnen. Onvermijdelijk belandt Rico ook in deze oorlog en besluit hij zelfs de opleiding tot officier te volgen.
De sappige beschrijvingen van het militaire bestaan, met weer vele heerlijke typische Heinlein-dialogen, en de spanning van de veldslagen met de Bugs zijn zonder meer vermakelijk. Maar gelukkig heeft Heinlein ook in dit boek weer de ‘omgeving’ van een lekker leesbaar verhaal nodig om iets anders voor het voetlicht te brengen. Dat begint bijvoorbeeld al bij de achtergrond van Juan Rico’s aanmelding voor ‘Federal service’. Alleen zij die vrijwillig hun steentje bijdragen via Federal service, verkrijgen de rechten van een volwaardig burger, dat wil zeggen stemrecht en de toestemming een politieke carrière na te streven. Iedereen heeft recht op vrije meningsuiting en alles wat wij ook kennen in de vrije wereld, maar stemrecht blijft hen onthouden. De 20ste‑eeuwse democratieën waren namelijk ingestort, omdat “people had been led to believe that they could simply vote for whatever they wanted... and get it, without toil, without sweat, without tears."  


Ruim over de helft van het boek wordt de vraag gesteld waarom niet iedereen verplicht wordt te dienen bij de Federal service, zodat ze allemaal stemrecht krijgen. Omdat het volgens de leraar onmogelijk is “to instill moral virtue – social responsibility – into a person who doesn’t have it, doesn’t want it, and resents having the burden thrust on him.”

 

Veel onderstrepingen bracht ik aan in de scènes waar Mr. Dubois, Rico’s middelbare schoolleraar van het vak ‘History and Moral Philosophy’, aan het woord is. De discussie tijdens een van de lessen gaat over de vraag of geweld al dan niet iets kan oplossen. Een meisje uit de klas zegt dat haar moeder beweert dat dat nooit het geval is. Mr. Dubois maakt daar korte metten mee: “Anyone who clings to the historically untrue – and thoroughly immoral – doctrine that ‘violence never settles anything’, I would advise to conjure up the ghosts of Napoleon Bonaparte and of the Duke of Wellington and let them debate it. The ghost of Hitler could referee, and the jury might well be the Dodo, the Great Auk and the Passenger Pigeon. Violence, naked force, has settled more issues in history than has any other factor, and the contrary opinion is wishful thinking at its worst. Breeds that forget this basic truth have always paid for it with their lives and freedoms.”  Daar heeft niemand van terug, lijkt mij.

 

Tijdens zijn bootcampperiode krijgt Rico een brief van deze oude schoolmeester. Daaruit blijkt dat Mr. Dubois ooit Luitenant-Kolonel was in het militaire apparaat. Hij drukt Juan Rico in de brief op het hart: “The noblest fate that a man can endure is to place his own mortal body between his loved home and the war’s desolation.” Of je het daar nu mee eens bent of niet, het is schitterend verwoord. De brief roept bij Rico de herinnering op aan een les van Mr. Dubois, waarin deze hem onderhoudt over het begrip ‘waarde’. “’Value’ has no meaning other than in relation to living beings. The value of a thing is always relative to a particular person (…). ‘market value’ is a fiction, merely a rough guess at the average of personal values (…). Nothing of value is free. Even the breath of life is purchased at birth only through gasping effort and pain. (…) If you boys and girls had to sweat for your toys the way a newly born baby has to struggle to live you would be happier… and much richer. As it is, with some of you, I pity the poverty of your wealth. (…) The best things in life are beyond money; their price is agony and sweat and devotion… and the price demanded for the most precious of all things in life is life itself – ultimate cost for perfect value.”

 

Tijdens een andere les History and Moral Philosophy gaat Mr. Dubois tekeer tegen wat mensen als hun ‘natural rights’ beschouwen. “A human being has no natural rights of any nature.” Iemand in de klas waagt het te vragen hoe het dan zit met het recht op leven, vrijheid en het jagen naar geluk. “Life?” steekt Mr. Dubois van wal, “What ‘right’ to life has a man who is drowning in the Pacific? The ocean will not hearken to his cries. What ‘right’ to life has a man who must die if he is to save his children? If he chooses to save his own life, does he do so as a matter of ‘right’? (…)” Enzovoort omtrent ‘liberty’ en ‘the pursuit of happiness’.

 

De Mr.Dubois passages zijn, meer nog dan de rest van dit boek, ijzersterk in formulering, betekenis en diepgang. In diverse analyses van dit boek wordt beweerd dat Mr. Dubois de gedachten uitspreekt van Heinlein zelf. Dat zou mij niets verbazen. Zijn eigenlijke boodschap met dit boek luidt: leven en vrijheid kunnen alleen bestaan voor wie er doelbewust naar zoekt en streeft en daar niet zelden een prijs voor betaalt. Of om het met Dubois’, lees: Heinleins eigen woorden te zeggen: “Citizenship is an attitude, a state of mind, an emotional conviction that the whole is greater than the part… and that the part should be humbly proud to sacrifice itself that the whole may live.”

 

Het verhaal zelf, over Rico’s carrière in het leger en de oorlog tegen de Bugs, is voor mij van secundair belang. Als alle Heinleins leest ook dit boek weer als een trein. De humor is bijtend, de politieke boodschap verregaand en zijn stijl is onmiskenbaar groots. Tja, wat anders kan ik dan wederom mijn hoed afnemen voor deze meester.