Om direct maar met de deur in huis te vallen: ik heb enorm genoten van dit boek! De opbouw is bijzonder en voelt authentiek aan. Alsof je een geschiedenisboek leest, maar dan uit de eerste hand van de mensen die het hebben beleefd.
Walter Forrester – een nazaat van de 19de-eeuwse ontdekkingsreiziger Allen Forrester - schenkt zijn verzameling aan objecten en dagboeken van zijn voorvader aan Joshua Sloan, de curator van het Historisch Museum in Alpine, Alaska. Deze verzameling vormt de basis van de tweede roman van Eowyn Ivey, To the Bright Edge of the World uit 2016.
Het vertelt over een van de vroege ontdekkingstochten door de koude wildernis van het dan nog grotendeels onontdekte Alaska, kort nadat dit voor een habbekrats is gekocht van de Russen. Met zijn team – in totaal vijf man – exploreert Kolonel Forrester het land langs de rivier The Wolferine. Het verhaal is gebaseerd op historische gebeurtenissen waarbij Lieutenant Henry Allen in 1885 de loop van The Copper River in noordelijke richting volgde. Het fictieve verhaal wordt verteld aan de hand van het dagboek van Forrester, brieven, het dagboek van zijn echtgenote Sophie Forrester, boekcitaten, nieuwsberichten en foto’s.
In zijn eerste brief aan Joshua Sloan, waarschuwt Walter al dat sommige van de dagboekaantekening van zijn voorvader ‘downright fantastical’ zijn.
“Some who have read these pages write off the odder occurrences as hallucinations, brought on by starvation and exposure to the elements.”
Het zijn met name deze fantasierijke aantekeningen die zo typerend zijn voor het werk van Ivey. Zij schrijft graag over het onverklaarbare en het surrealistische. Al in de eerste aantekening van Allen Forrester komt ‘the old Eyak Indian’ ter sprake, die hun team als gids begeleidt. De oude man heeft een verlamd been, maar weet toch hoog in een boom te klimmen. Forrester weet niet goed wat hij ervan moet denken.
“I am left vaguely uneasy. As if I witnessed a bird flying underwater of a fish swimming across the sky.”
De verschijningen van deze oude indiaan zijn als een rode draad door het verhaal geweven, en bekrachtigen de woorden van Walter aan Joshua:
“It takes a kind of arrogance to think everything in the world can be measured and weighed with our scientific instruments.”
Precies!
Terwijl Forresters groep door overweldigend mooie canyons van ijs reist, ervaren ze tegenslag, ziekte, honger en wordt de lijn tussen mens en beest heel erg dun. Werkelijkheid en illusie lopen door elkaar heen. De Eyak indiaan, die bekend staat als ‘The Man Who Flies on Black Wings’, is maar half betrouwbaar als gids. Hij verdwijnt regelmatig, om hen vervolgens op onnavolgbare wijze op te wachten bij hun volgende kamp. Onbegrijpelijk hoe deze oude en invalide man hen iedere keer voor weet te blijven.
Als ze gek van de honger een groep ganzen willen schieten, zien ze dat er een stuk of twintig vrouwen bij de vogels aan het baden zijn. Forrester durft niet de ganzen te schieten, uit angst de vrouwen te raken. Een groepje indianen is minder voorzichtig en als hun pijlen door de lucht vliegen, schrikken de ganzen en vrouwen op en in de chaos die ontstaat, verdwijnen de vrouwen. Een van hen is geraakt door een pijl, maar ze lijkt eerder dierlijk dan menselijk. Forrester weet niet goed wat het nu is dat hij heeft gezien.
Sophie verblijft in de Vancouver Barracks en beschrijft in haar dagboek haar zwangerschap. Van de arts moet ze absolute rust houden, al geeft hij geen uitleg waarom. Als ze zelf diens boeken bestudeert, begrijpt ze dat er van alles mis kan gaan. Later leert ze dat haar baarmoeder een onnatuurlijke en veel te kleine vorm heeft. Het zou een wonder zijn als ze haar ongeboren vrucht het leven zou kunnen schenken. De avond voor de bijna onvermijdelijke miskraam, tikt een raaf met één lamme poot onophoudelijk op haar raam, alsof hij haar iets wil vertellen. Als ze het dier wil wegjagen, kijkt het haar aan met ogen die niet op die van een vogel lijken, maar eerder op die van een mens.
Ongeveer gelijktijdig wordt de expeditie van Forrester verrast door een wonderbaarlijke geboorte van een menselijke baby door een boom. Ze besluiten de baby mee te nemen, omdat het anders niet zou overleven. De naam die ze hem geven, Moses Picea, blijkt bekend bij Joshua. Deze schrijft aan Walter:
“He died before I was born, but he is a hugely important figure here in Alaska. He helped organize the first Tanana Chiefs Conference in 1915.”
Dat is overigens een historische conferentie, al geeft Ivey in haar boek hier een geheel eigen draai aan. De historisch ogende foto van de deelnemers aan deze conferentie lijkt op een knap staaltje van ‘fake news’. Enkele van de aanwezigen staan op een echt historische foto.
Sophie heeft een fascinatie voor vogels en stort zich na haar aanvankelijke verdriet om het verliezen van haar baby, op de fotografie die in die tijd de wereld begint te veroveren. Haar missie: het vereeuwigen van een kolibrie die één van haar jongen voedt. Met eindeloos geduld observeert ze vanachter een scherm een kolibrienest en maakt foto’s die voor die tijd praktisch onmogelijk lijken.
De museumcurator, Joshua, heeft een brief opgeduikeld van een Russische missionaris die in 1794 in Alaska was. In die brief wordt gesproken van een tovenaar van extreem hoge leeftijd onder de indianen. Hij heeft een lam been en beschikt volgens de indianen over buitengewone krachten, zoals het geven en wegnemen van de levensadem. Vanwege de ogenschijnlijke overeenkomst met de oude Eyak indiaan in de expeditie van Allen Forresters, stuurt Joshua deze brief aan Walter Forester. Deze reageert in een brief aan Joshua:
“It is ‘weird’ indeed that it seems the Colonel’s nemesis made an appearance 100 years prior. (…) As I’ve said, those papers have long caused me to question how I understand the world.”
Er is natuurlijk veel en veel meer dat het beschrijven waard is, maar dat voert voor deze leeservaring te ver. De bijzondere rol die de vader van Sophie speelt, de prachtige dialoog tussen een jonge indianenopperhoofd met Allen Forrester, het monster in het bergmeer, de ervaringen van de expeditieleden met de geesten van de bergen, de alomtegenwoordigheid in alle tijden van de mysterieuze Man Who Flies on Black Wings, de wens van de oude Walter Forrester om nog eens in de voetsporen van zijn overgrootvader te treden enzovoort.
Mijn enige irritatie tijdens het lezen werd veroorzaakt doordat het woord ‘damned’ is gekuist naar ‘d__d’. Alsof wij lezer zulke tere zieltjes hebben dat wij ons geschoffeerd zouden voelen door sommige woorden die onze taal rijk is. Typische Amerikaanse bekrompen bemoeienis. Maar goed, dat valt de schrijfster niet aan te wrijven.
To the Bright Edge of the World heeft alles wat een goede roman in zich moet hebben: een goed verhaal, geschiedenis, mystiek, romantiek, bovennatuurlijke verschijnselen en mooie taal. De personages zijn gelaagd en hebben allen een historische authenticiteit. En het maakt nieuwsgierig naar het prachtige Alaska, waarvan ik zelf in 2014 een heel klein stukje heb gezien.
Gelezen: januari 2020