Lanoye, Tom - Heldere hemel

Ik ben erachter waar het iedere keer mis gaat bij het boekenweekgeschenk. Doorgaans wordt het geschreven door romanciers die het niet gewoon zijn te werken met een limiet aan de ruimte van hun tekst.

 

Nu zijn ze gebonden aan een maximaal aantal woorden dat binnen de ongeveer negentig pagina’s van dit jaarlijkse geschenk moet passen. Keer op keer lees ik halve romans, die in de laatste tien, twintig pagina’s worden afgeraffeld of zo halfslachtig en gehaast worden uitgewerkt dat het nimmer bevredigen kan. Het enige boekenweekgeschenk dat echt diepe indruk op mij maakte, is De nacht der Girondijnen van J. Presser.

 

Heldere hemel van Tom Lanoye gaat voor mij ten onder aan deze zelfde tekortkoming. Een novelle, zelfs al is dat in de woorden van Jeroen Vullings 'een gulle novelle', is niet een korte roman. Een novelleschrijver verstaat de kunst zich te beperken, een thema afdoende uit te diepen binnen de beschikbare ruimte.

 

Dit verhaal begint met Andrej, een Russische piloot, die zijn haperende MiG ergens boven Polen heeft verlaten en nu hangend aan een parachute naar de aarde weerkeert. Zijn straaljager vliegt op de automatische piloot door. Andrej acht de kans dat zijn kist op een stad zou neerstorten nihil. “Het is uitgesloten dat ook maar één onschuldig mens het leven laat (…). Het kan niet. Daar is de wereld te groot voor en God te machtig.”

 

Er schijnt op 4 juli 1989 een onbemande MiG werkelijk te zijn neergestort op een huis in Kooigem bij Kortrijk. Daarbij kwam de negentienjarige Wim Delaere om het leven, wiens nagedachtenis Lanoye in zijn korte nawoord eert. 

 

Lanoye kiest als centrum van dit drama het huis van Vera van Dyck. Haar recent op de klippen gelopen huwelijk en de wijze waarop zij op de ontrouw van haar echtgenoot Walter reageert, is het enige verhaal dat de auteur echt tracht uit te werken. Dat doet hij op vermakelijke wijze door ‘het meisje’ om wie Walter de echtelijke sponde heeft verlaten, Carla, op bezoek te laten gaan bij Vera. Ze wil een en ander uitleggen. Dit mondt uit in bijna stereotype wijvengekijf. Leuk en ongetwijfeld goed voor op het toneel, maar het leidt niet echt ergens toe.

 

Verder bungelen nogal wat verhalen er aan veel te dunne draadjes maar een beetje bij. Het leven van Andrej wordt aangestipt. Veel te weinig aandacht krijgen de onderhuidse en politieke belangen en verhoudingen tussen de Chief of Staff Clark Rogers, diens supreme commander John van Buren en een republikein en een democraat. Zij bevinden zich, tijdens deze nadagen van de koude oorlog, in een ‘situation room’ in Mons en signaleren vroegtijdig het naderende vijandelijke vliegtuig. Over de te volgen handelswijze worden ze het niet eens. Een ander zijdelings drama is de verhouding tussen de ervaren adjunct-hoofdredacteur Robert Delmotte en diens versbakken hoofdredacteur Sven Bauwens. En dan tot slot is er nog Peter, de kans- en talentloze zoon van Walter en Vera. We zien hem als lezer hooguit in twee pagina’s voorbijflitsen.

 

Het is net als met vrijwel alle boekenweekgeschenken: het vermaakt, maar beklijft niet. Er blijft niets hangen, of misschien hooguit de vraag: wat moeten we ermee? Lanoyes taal is vlekkeloos, knap en verzorgd. Maar er is teveel in de ruim 90 pagina’s dat schreeuwt om meer aandacht. Deze kennismaking nodigt mij vooralsnog niet uit tot de aanschaf van ’s mans oeuvre.

 

Gelezen: maart 2012