Gelezen: juli 2013
De derde zaak van Sam Russo heeft mij geleerd dat ik hem erg zal gaan missen, mocht zijn schepper – Ki Longfellow – besluiten dat de koek op is. Niet dat deze moordmysteries waar hij zichzelf
iedere keer weer in weet te manoeuvreren nu zo knap in elkaar zitten. Ik zou mijzelf geen expert van dit genre durven noemen, verre daarvan, maar het is wel veilig om te stellen dat de mysteries
achter de moorden behoorlijk rechttoe rechtaan in elkaar zitten. Het is alsof de verhalen eigenlijk helemaal niet over die moorden gaan.
Nee, ik zal Sam Russo gaan missen, en zijn hond Jane, en zijn reddende engel en sidekick Mrs. Willingform, vanwege zijn typische karakter en zijn vreemdheid. Op de een of andere manier lijkt hij
niet thuis te horen in de verhalen waarbinnen hij de hoofdpersoon speelt. Hij droomt ervan Humphrey Bogart te zijn, Bogey, of willekeurig welke andere detective/acteur uit die periode, maar
iedere keer moet Sam toegeven dat hij zichzelf is. En iedere keer als hij zich dat realiseert, vind hij dat prima. Zoals hij praktisch alles eigenlijk wel prima vindt.
Zijn herinnering hangt op paardenraces. De dag waarop of de week waarin paard zus-en-me-zo die-en-die race won of net verloor, is het haakje waarachter een herinnering schuil gaat. Zijn verleden,
opgegroeid in een horror weeshuis, waarna hij het toch tot volwassenheid heeft geschopt, is een boek op zich. En dan is daar natuurlijk zijn snelle, stoere en ogenschijnlijk superieure manier van
praten, zoals Bogey dat doet in de films. Hoewel veel van de subtiliteiten mij – als niet geboren en getogen Amerikaan – toch ontgaan, lijkt het alsof mijn verslaving toeneemt met ieder nieuw
deel in deze serie.
Sam is verzot op Holly, zijn bevallige buurvrouw, die op de straat werkt en die in werkelijkheid helemaal geen vrouw is. Of zoals Russo het op zijn ‘wisecrack-way’ zegt: “she was hung like
Flynn”. Maar deze geslachtsverwarring stoort Sam in het geheel niet. Het is simpelweg geen issue. Holly – wiens geboortenaam Baby Shauer luidt – kiest haar eigen manier van leven, en in haar
geval is dat een leven als een dame van lichte zeden. Sams respect voor alle dingen en mensen die zich buiten de gewone orde om begeven is grenzeloos. Behalve wanneer moord ter sprake komt.
Dit lijkt de voornaamste rode draad in deze verhalen: wezens die zichzelf zijn, ongeacht wat de maatschappij ervan zegt, denkt of eraan doet. Neem de hond Jane. Ze is een zeldzaam Afrikaans ras
en ze blaft niet, maar ze ‘jodelt’. Russo is ervan overtuigd dat ze praat in wat hij ‘Egyptisch’ noemt en dat ze intelligenter is dan de meeste mensen met wie hij tegen zijn zin in omgaat.
“One day soon, I expected her to speak perfect English, take up knitting, and use the telephone.” Hoe het ook zij, Jane is op een bepaalde subtiele manier ook ‘out of place’, maar ze is
gelukkig met wie ze is, stelt daar geen vragen bij. En zij en Sam zijn onafscheidelijk: “Jane hated rain. I loved rain. It was the only thing we argued about.”
Datzelfde geldt voor Mrs. Willingford. Getrouwd met de puissant rijke Joker Willingford, maar op meerdere manieren toegewijd aan Sam. Ze is kranig, weet precies wat ze wil en niets is haar teveel
of te gek om te krijgen wat ze wil, of om te geven aan wie ze wil geven. Ergens in dit verhaal vertelt ze hoe ze, als vierjarig meisje, gezeten onder de keukentafel moest toezien hoe haar dronken
vader haar dronken moeder doodsloeg. Sam is hier nogal van onder de indruk. Allereerst omdat Lois – zoals hij haar af en toe noemt – nooit haar ware gevoelens toont noch iets van haar achtergrond
laat zien. En ten tweede omdat hij niet zeker weet of ze de waarheid vertelt. “Either way, Mrs. Willingford was a woman who’d invented herself just as Holly had invented herself.” En dat
is het beste compliment komend van Sam Russo.
De harde kern van personages is – in deze derde zaak – op jacht naar een groepje moorddadige freaks, die samenkomt onder de naam ‘De Kaars en Bloed’ consortium. Inderdaad Nederlands voor The
Candle and Blood. Af en toe pikken ze drie hoeren op van de straat in een extravagante auto, een Lagonda. In een afgelegen huis doen zij hun wil met hen, waarna ze de hoeren als apotheose van hun
avondje vermoorden. Holly ontsnapt op miraculeuze wijze aan haar eigen moord. En iedereen die Holly ook maar een haar krenkt, of Jane of Mrs. Willingford, moet zich verantwoorden tegenover Sam
Russo.
Net als in de twee voorgaande zaken volgt het verhaal datgene wat Sam Russo min of meer per ongeluk overkomt. Natuurlijk heeft hij af en toe wel een idee over een volgende stap, maar in het
algemeen overkomt het hem allemaal. Als hij het huis vindt van het zieke consortium stapelt hij de ene fout op de andere en gaat hij naar binnen zonder enig plan. In deze aflevering wordt hij
bijgestaan door Mickey Cates – ook een personage voor een eigen serie – en zijn bende van Ierse spierbundels. Een onplezierig, gangsterachtig figuur, die gaandeweg niet eens zo’n slechte vent
blijkt te zijn.
Na de laatste pagina is de zaak opgelost, niet volledig dankzij Sam Russo, maar wie maalt daarom. Ik had weer de luxe om gedurende 280 pagina’s in het gezelschap te verkeren van hem en zijn
tolerante harde kern van mensen en dieren. Gelukkig komt er nog een vierde avontuur. Ik zou bijna tegen Ki Longfellow willen zeggen: ‘Laat dat derde deel van de Gnosis-serie (het vervolg op
The Secret Magdalene en Flow Down Like Silver) maar zitten, en schrijf nog meer over Sam Russo,
zijn bijzondere geheugen, de paardenraces, Jane en Mrs. Willingford.’
Bijna…