Maas, Nop - Gerard Reve, Kroniek van een schuldig leven Deel 1, De vroege jaren (1923-1962)

Het bespreken van een biografie ontaardt onvermijdelijk in een beschouwing over de persoon die wordt beschouwd. Een kort woord dan over deze biografie zelf. Als er een biografie gedegen genoemd mag worden, is het wel dit monnikenwerk dat Nop Maas heeft afgeleverd over onze onwaardeerlijke volksschrijver, Gerard Reve. Iedere snipper die ooit over of door Gerard van ’t Reve is geschreven, heeft zijn biograaf erin verwerkt. Het werk is minutieus, grondig en nagenoeg uitputtend.

Voor een lezer zijn de eerste jaren van een schrijver, de zogeheten oefenjaren, het minst interessant. Er is nog niets dat bewondering afdwingt. Althans, dat geldt voor mij. Ik kan niet wachten tot de tijden aanbreken van de werken waar ik de schrijver zo om bewonder (Op weg naar het einde, Nader tot u). Niet dat die beginjaren niet interessant zouden zijn, integendeel. Ik heb toch een veel vollediger beeld gekregen van de (prettige) gestoordheid van Reve, waar die ongeveer zijn oorsprong vindt en hoe het gaandeweg die jaren tot de vorm is gegroeid waaruit zijn kunst is ontstaan. Een vroegwijs, enigszins vreemd en eenzaam kind, dat opgroeit in een idealistisch communistisch gezin.

Ik was erg nieuwsgierig naar de omstandigheden, achtergronden en gebeurtenissen omtrent zijn huwelijk met Hanny Michaelis, de dichteres die ik hogelijk bewonder. Dat hele verhaal staat uitvoerig beschreven. De grove manier waarop hij over haar sprak, ook in haar bijzijn, het langzaam binnensijpelende besef dat hij zich ook en eigenlijk veel meer tot mannen voelde aangetrokken. Tegen een kennis zei hij, op zijn Reviaans: ‘Ik denk dat ik mijn vrouw ga ruilen, want er zit een gaatje in.’ Veel later, als hij al talloze homoseksuele excapades heeft ervaren, en zijn relatie met Wim Schuhmacher serieus wordt, zegt hij tegen vrienden en kennissen dat hij nu ‘een vrouw met een kraantje’ heeft.

In het bijzonder de aanloop naar Reves spiritualiteit waar tegen het einde van dit eerste deel steeds uitvoeriger over wordt geschreven, heeft mijn aandacht. Dat is mijns inziens toch het meest complexe en moeilijk te begrijpen deel aan Reve. Maar nu al – in het tweede deel wordt er veel uitvoeriger over geschreven – is me een en ander duidelijker dan daarvoor. Reves manier van uiten zette vrijwel iedereen op een verkeerd been, maar als ik alle uitspraken die Nop Maas op een rijtje heeft gezet, lees, ontdek ik heel veel gnostiek en oprechte spiritualiteit. De schrijver was me al sympathiek, maar de biografie versterkt dat nog eens.

Wie Reve gelezen heeft, ziet in de biografie veel opnieuw de revue passeren. Zeker wanneer je, zoals ik, vrijwel al zijn brieven die in boekvorm zijn verschenen, hebt gelezen, is er veel bekend. Maar dat is helemaal geen probleem. Van Reve krijg ik nooit genoeg. Daarom ben ik direct in het tweede deel begonnen, waarna ik zonder pauze deel 3 zal lezen. Het zijn geen boeken die je in een ruk uitleest, dus mijn leeservaringen zullen nog even op zich laten wachten.

Gelezen: november 2010