Marks, Hans - Omwille van de vrijheid

Een brok vaderlandse geschiedenis gegoten in een degelijke en zonder meer vermakelijke vorm. Hans Marks weet met een spannende aaneenschakeling van korte scènes de lezer te boeien, zonder dat het geheel verwordt tot een feitenrelaas. De chronologische volgorde van vertellen stelt daarbij niet teveel eisen aan die lezer. Deze krijgt in hapklare brokken de verschillende verhaallijnen - het standpunt van de Spanjaarden, de gebeurtenissen in de belegerde stad, de ontwikkelingen rond de Prins van Oranje en de Geuzenvloot - voorgeschoteld en leert zo de belangrijkste gebeurtenissen kennen rond het beleg en ontzet van Leiden in de 16de eeuw.

 

Voor geboren en getogen Leidenaren, als de auteur zelf, zijn de verhalen en legendes van deze belangrijke periode tijdens de 80-jarige oorlog ongetwijfeld gesneden koek. Maar voor niet-Leidenaren die bovendien niet goed thuis zijn in de vaderlandse geschiedenis, zoals ondergetekende, is dit boek bijzonder welkom. Het heeft mij enkele dagen onderhouden in diverse opzichten. 

 

Hoe gedegen en doorwrocht het boek ook is, ik spreek de wens uit dat Marks in zijn volgende roman iets meer met de taal speelt. Historisch is zijn boek absoluut verantwoord – voor zover ik dat uiteraard kan overzien – met de juiste terminologie. Maar vrijwel nergens sprankelt de taal van Marks echt. Er zijn nauwelijks onderstreepwaardige zinnetjes te melden. De beschrijvingen zijn adequaat en beeldend, en ik kan zien hoe enorm veel werk er in deze roman zit. Maar het blijft erg braaf, frikkerig en binnen de lijntjes allemaal. Het zou bijvoorbeeld verfrissend werken als de drie Vlaamse personages die de tapperij De Gulden Stier bestieren eens iets anders zeiden dan het steeds terugkerende: “Gij, zot!” 

Toegegeven, deze degelijkheid draagt bij aan de sfeer die wellicht 16de-eeuws genoemd mag worden. Ik had echt het gevoel alsof ik tijdens het lezen een sprong in de tijd maakte. Dus hopelijk meer taalgekletter in zijn tweede.

 

Persoonlijk kan ik mij storen aan taalslordigheden en hoewel dit boek kwalitatief hoogwaardig genoemd mag worden, struikelde ik hier en daar toch over dingetjes die (nog) betere eindredactie had kunnen voorkomen. Dat bijvoorbeeld de figuur van Mees Havicksz, die toch een heldenrol vervult, en zelfs in de laatste pagina’s van het verhaal wordt gememoreerd, niet is opgenomen in de personenlijst achterin het boek, is een omissie van formaat. 

 

Ook hadden de routebeschrijvingen van mij wat minder gemogen. Iets te veelvuldig naar mijn smaak neemt Marks de lezer mee op de rug van iemand die door het historische Leiden loopt of rent, van straatje zus, linksaf door steegje zo en dan rechtdoor naar plein dat. Daar was enige dosering op zijn plaats geweest. Tot zover mijn eigen ‘gefrik’. 

 

Ik heb absoluut genoten van ‘Omwille van de vrijheid’. Het boek staat als een huis. Leuk in historische romans is altijd het spel van de terugblik uit een veel latere tijd. Zo zegt Mees Havicksz tegen een van de grotere helden uit het boek, Gerrit van der Laen, op diens schets van een aanvalsplan: “Je lijkt meester Lucas wel.” Een leuke referentie naar de beroemde schilder Lucas van Leyden die ongeveer 40 jaar voor de gebeurtenissen in dit boek was gestorven, maar wiens faam groot was. 

 

In navolging van de auteur – volgens diens dankwoord – wil ook ik zijn vrouw Ellen bedanken. Kennelijk heeft zij hem ertoe aangespoord dit boek te schrijven en zelfs het schrijverschap fulltime aan te vangen. Dat betekent dat we nog meer van Marks tegemoet mogen zien. Ik houd mij aanbevolen.

 

Gelezen: januari 2019