Megre, Vladimir - Anastasia

Al eerder was de reeks boeken over Anastasia door Vladimir Megre onder mijn aandacht gekomen, zonder dat ik er iets mee deed. Onlangs kwam ik de naam weer tegen in een manuscript dat ik moest redigeren voor mijn uitgeverij. Sommige boeken dienen zich kennelijk net zo vaak aan tot het tot mij doordringt dat ik er iets mee moet. Dus besloot ik het eerste deel maar eens te gaan lezen. 

 

Zakenman Megre ontmoet tijdens een van zijn expedities in 1994 twee oude mannen. Zij proberen hem en zijn personeel te ‘charteren’ om een grote boom te vellen, een zogeheten ‘rinkelende kedr’, dat wil zeggen een Siberische pijnboom. Nog los van de schijnbaar heilzame pijnboompitten, zou ook het hout van de boom gezonde krachten bevatten: 

“De oude man beweerde vol overtuiging dat iemand met een stukje hout van de rinkelende Siberische den zich al na drie maanden aanzienlijk gezonder zou voelen (…).” 

De spreker draagt naar eigen zeggen al 93 jaar zo’n stukje hout bij zich. Hoewel hij volgens de schrijver niet ouder oogt dan 75, beweert hij 119 jaar oud te zijn. Wanneer een ‘kedr’ gaat ‘rinkelen’ is dat het signaal dat hij klaar is om geveld te worden. Deze boom rinkelde al twee jaar, dus de tijd begon te dringen. Pas een jaar na deze wonderlijke ontmoeting komt Megre er toe, de boom dan echt te gaan omhakken. 

 

Als hij in zijn eentje op zoek gaat naar de boom, ontmoet hij Anastasia. Een door mysterie en ongewoon gedrag omgeven jonge schoonheid. Zij is de klein- en achterkleindochter van de twee oude mannen die Megre een jaar eerder had ontmoet. Anastasia belooft hem naar de rinkelende den te brengen. Het is het begin van een ervaring van enkele dagen – al blijft het verloop van de tijd in het vertelde behoorlijk diffuus – die zijn leven definitief zullen veranderen. Hoewel ze herhaaldelijk en nadrukkelijk zegt een mens te zijn, lijken haar handelingen en vermogens erop te duiden dat ze toch iets anders is. Maar keer op keer laat ze duidelijk weten dat ieder mens kan wat zij kan. Ze zijn het alleen verleerd. 

 

Met name in het begin wijdt ze uit over goed en kwaad en dat het kwaad moet worden bestreden (mijn woorden). En dat wij met onze maatschappij ‘op de verkeerde weg’ zijn. Dat stelde mij enorm teleur, omdat ik ervan overtuigd ben dat alles wat is zo behoort te zijn. Ook datgene wat wij overhaast vaak ‘het kwaad’ of ‘het duistere’ noemen, heeft vanuit deze zienswijze recht van bestaan. Al was het alleen maar om te voorzien in het noodzakelijk contrast waardoor wij tot ervaringen kunnen komen. Ook de nogal eenvoudige taal en houterige stijl waarin het boek is opgesteld, had mij tot dan toe niet echt op het puntje van mijn stoel gekregen. Desondanks intrigeerde het verhaal, dus zonder problemen vloog ik door de tekst. Gaandeweg stoorde de signalering van die schijnbare tegenstelling tussen het goede en het kwade mij steeds minder. 

 

Tijdens hun wandeling naar de boom, bereiken ze het ‘huis’ van Anastasia. Het is niets meer dan een open plek in het bos. Daar verblijven ze drie dagen en leert Megre haar beter kennen. Nadat ze de liefde hebben bedreven – vanuit de onwillekeurige en onuitgesproken wens van de schrijver een zoon te willen hebben – komt het gesprek op seks. 

“Duistere krachten doen er alles aan om de mensen de primitieve lichamelijke driften te stimuleren (…)” 

Volgens Anastasia is de enige echte seks bedoeld voor ‘een streven naar schepping’, met andere woorden de conceptie. 

“ ‘Dus seks om de seks is verkeerd volgens jou?’

‘Heel verkeerd (…)’”

Hier is het alsof ik de Roomse Kerk hoor praten… En daar kan ik bijzonder weinig mee. Zeker in het licht van het veel intelligentere standpunt dat uit de boeken van Neale Donald Walsch naar voren komt. 

 

Dus lang niet alle ‘wijsheid’ die Anastasia te berde brengt, ervaar ik als zodanig. Er is naar mijn smaak een overdaad aan Bijbel aanwezig in haar visie, en wordt er veel te veel waarde gehecht aan dat geschreven woord. Hoe bijzonder en ontegenzeggelijk belangrijk de Bijbel ook is, hou ik niet van dergelijke moralistische bekrompenheid. De andere delen (het zijn er inmiddels tien als ik mij niet vergis) die ik op mijn verlanglijstje bij Bol.com had staan, heb ik daar dan ook maar uit verwijderd. Maar...

 

Naarmate ik vorderde in het boek, stoorde het goed-kwaad geleuter en de lessen in kuisheid mij steeds minder. Hier ontpopte zich een bijzonder boeiend verhaal. Haar visie op het groeien van je eigen gewassen en de geneeskundige kracht van zaden, de kracht van water (wat heel sterk overeenkomt met de onderzoeksresultaten van Masaru Emoto), de gedachte dat een opvoeder net zoveel van een kind kan leren als andersom, de wonderbaarlijke kracht en werking van wat ze ‘mijn Straal’ noemt en nog veel meer. Heel veel van haar wijsheid hoor ik terug in de boeken van Walsch, in de eeuwenoude wijsheid van de Inca-sjamanen uit Peru, in de boeken dan Don Miguel Ruiz en bij Edgar Cayce. Buitengewoon waardevol en belangrijk voor het tijdperk waarin wij nu leven.

 

Tegen het einde van het boek gaat Anastasia uitvoerig in op de 33 letters van ons alfabet en dat deze slechts in de goede volgorde moeten worden gezet om tot een boek te komen. (Ze tracht Megre zover te krijgen dat hij over hun ontmoeting een boek gaat schrijven.) Ongeveer daar daagde het in mij dat de onvolkomenheid van de taal – ondanks de oneindige variaties die het herbergt – niet altijd afdoende complexe materie kan weergeven. Meermaals verzucht Anastasia dat als ze iets in haar eigen woorden aan Vladimir Megre kon uitleggen, ze aan een paar zinnen genoeg zou hebben. 

“Ik probeer me uit te drukken in de zinsbouw en woorden die jij gebruikt. Dat kostte me aanvankelijk wat moeite, omdat je zo’n beperkte woordenschat hebt en steeds dezelfde zinspatronen herhaalt. Je kunt er heel beperkt gevoelens mee verwoorden. In zo’n taal is het heel moeilijk om allerlei dingen nauwkeurig genoeg uit te leggen.”

Maar omdat Megres begrippenkader en zijn taal niets kan aanvangen met haar veel geavanceerder taal, is zij gedwongen om in zijn taal en op zijn niveau de dingen uit te leggen. Dat vergt veel meer woorden en raakt hooguit aan de essentie van wat ze te zeggen heeft. Ook vraagt ze regelmatig om uitstel. Ze vertelt lang niet alles vanuit de overtuiging dat alle informatie in één keer een overdosis zal veroorzaken. Vaak wordt vermeld dat Megre, of de mens in het algemeen, dat later beter zal begrijpen of dat er later meer uitleg zal volgen. Af en toe reageert Megre heel erg angstig op zo’n overdosis aan informatie en keert hij zich af Anastasia, noemt haar heks en zo. Hij vertrouwt haar dan niet meer. Het komt zelfs een keer tot een onaangenaam handgemeen tussen beide gelieven. Dit maakt hem des te menselijker en maakt het verhaal ook geloofwaardig.

 

Kortom, een boek dat tegenstrijdige gevoelens bij mij oproept.

Enerzijds irritatie om het moralistische gewauwel waar Anastasia zich hier en daar toe laat verleiden. Zo lees ik boven een van de laatste hoofdstukken het volgende motto: 

“De hoogste beoordeling van je persoonlijkheid

Is het oordeel dat je krijgt van de mensen om je heen”

Zo jammer! Laat dat nou precies andersom zijn in mijn beleving. Het enige oordeel dat er uiteindelijk werkelijk toe doet, is dat van jezelf.

Maar goed, uiteindelijk neem ik deze missers graag voor lief voor het ‘anderzijds’, te weten: betoverende visies, aansprekende rituelen en handelingen en inspirerende wijsheid. Dat is dan ook het overheersende gevoel bij deze leeservaring: een verrijking.

 

Inmiddels staan de andere delen weer op mijn verlanglijstje bij onze Hollandse Amazon.

 

Gelezen: februari 2019