Mosse, Kate - Citadel

Nadat ik Labyrinth en Supulchre had verslonden kort nadat ze waren uitgekomen, stond het laatste deel van deze trilogie bijna zeven jaar te ‘rijpen’ in mijn kast. De thriller-manie die in die tijd (2006 tot 2010) mijn boekkeuze voor een belangrijk deel bepaalde, nam gaandeweg wat af. Andere onderwerpen hadden mijn aandacht en als ik al een thriller las, ging mijn voorkeur uit naar die van andere schrijvers.

 

Iedere keer als ik een boek uit heb, ga ik staan voor de kast met nog te lezen boeken – waar een slordige 150 titels er geduldig op wachten ter hand te worden genomen. Regelmatig bladerde ik dan door Citadel, en iedere keer stond het mij tegen aan dit boek te beginnen. De laatste keer dacht ik er nauwelijks over na en opende dit boek en begon het te lezen. Kennelijk was de tijd ervoor rijp.

 

Citadel speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog rondom Carcassonne, het favoriete plekje op aarde van Kate Mosse. Een boeiend plot rondom Sandrine Vidal, haar familie en haar vrienden, die een belangrijke rol spelen in het verzet. Tussendoor krijgt de lezer het verhaal voorgeschoteld van de monnik Arinius.

Boeken van ruim 900 pagina’s ontkomen zelden aan breedsprakigheid. Dat geldt ook zeker voor dit boek. Met name de intermezzo-hoofdstukken over Arinius, zijn voornamelijk sfeerbeschrijvingen. Deze hoofdstukjes zijn erg uitgesponnen en vertellen een flinterdun verhaaltje. Arinius probeert in het jaar 342 een geheime codex veilig te stellen. Het is een van de teksten die gered is na de grootschalige vernietiging van apocriefe teksten na het eerste concilie van Nicea. Het lukt Arinius uiteraard de codex te verbergen en een landkaart te maken voor het nageslacht. Het verhaal dat zich van 1942 tot 1944 afspeelt, was beduidend boeiender.

 

Volgens Audric Baillard – het enige personage dat in alle drie de delen zijn opwachting maakt – zal het hardop uitspreken van de tekst op deze codex een leger van geesten oproepen die hen zal helpen tegen de nazi’s. Later wordt duidelijk dat deze geesten allen mensen zijn die hun leven hebben gegeven, opdat anderen konden leven. Doordat Baillard gevangen wordt genomen door de Duitsers, duurt het vinden van de codex veel langer dan gehoopt. Maar uiteindelijk slaagt hij erin, wat tot een mooie apotheose leidt. En gelukkig blijft ook daar het verhaal in zekere zin realistisch. Er is in ieder geval geen sprake van een ‘All’s well that ends well’. 

 

Het hele boek straalt de diepgewortelde behoefde aan vrijheid uit, iets wat met name in de Languedoc in Zuid-Frankrijk tot in de haarvaten van de cultuur is doorgedrongen. En de mensen daar - althans de personages uit dit boek - zijn bereid tot het brengen van het hoogste offer om de vrijheid voor hen die na hen komen veilig te stellen. 

 

Conclusie: een goed boek, kundig geschreven zij het zonder taalkundige hoogstandjes of mooie zinnetjes. Toch heb ik voorlopig genoeg Kate Mosse gelezen. Niet dat het niet goed genoeg zou zijn, maar haar volgende boeken gaan meer richting horror, en met dat genre heb ik zo goed als niets. Bovendien staan er nog 150 andere titels op mij te wachten…

 

Gelezen: juli 2020