Patterson, William H. - Robert A. Heinlein: In Dialogue with His Century Volume 1 (1907-1948): Learning Curve

De afgelopen maand nam ik een ‘trip down early-Heinlein-lane’. Ik las het eerste deel van de biografie die de jaren 1907 tot 1948 beschrijft. De laatste tien jaren van die periode omvatten het begin van zijn actieve schrijversschap. Daarnaast las ik de eerste drie romans die uit zijn typemachine kwamen.

 

Het blijkt dat ik niet meer slechts een liefhebber ben van het werk van deze Amerikaanse King of Science Fiction. Nee, ik ben verzeild geraakt in een serieuze studie van zijn werk, en de afgelopen maand ben ik daarmee een flink eind opgeschoten. Ik begrijp nu vele malen beter waar de man vandaan kwam en wat er voorafging aan zijn ongelooflijke hoge productie. En ik moet zeggen, hij is nog meer in mijn achting gestegen. Wat een gave, wat een intelligentie en wat een wijsheid!

 

De biografie van William H. Patterson, Jr. is lijvig, zo compleet als de beschikbare bronnen dat maar toelaten, leerzaam maar vooral bijzonder boeiend. Met een enigszins stroeve pen schetst Patterson het beeld van een bijster intelligent jongetje dat spirituele ervaringen heeft, en al op jonge leeftijd aandacht heeft voor het hogere. Evenals een oudere broer streeft de jonge Robert een loopbaan na bij de marine. 

 

Het is duidelijk dat Heinlein niet slechts een strijder voor vrijheid in de ruimste zin van dat woord was in zijn boeken. Ook in het echte leven was hij een gepassioneerd voorstander van bijvoorbeeld het vrije huwelijk, en was hij bereid alles op te offeren toen Amerika met de Japanse aanval op Pearl Harbor in de Tweede Wereldoorlog werd betrokken. Hij was al enkele jaren, vanwege een zwakke gezondheid met eervol verlof van zijn marinetaken, maar hij stelde alles in het werk om een bijdrage te leveren aan de mannen aan het front. Vrijheid voor alles en alles voor vrijheid.

 

Zijn schrijver-zijn kwam niet voort uit een roeping vanaf zijn vroegste jaren. Nadat hij het militaire leven noodgedwongen moest achterlaten, onderzocht hij welk beroep het beste bij hem zou passen. Hij deed een poging in de politiek, maar kreeg daar geen voet aan de grond. Dankzij een prijsvraag voor een verhalenwedstrijd pakte hij in oktober 1938 de spreekwoordelijke pen op. Het was kort nadat zijn politieke carrière in de dop was geknakt. Het eerste wat hij schreef was direct een roman. Deze is tijdens zijn leven nooit verschenen, en dat is maar goed ook. In 2002 verscheen alsnog For Us, The Living, en hoewel duidelijk is dat Heinlein in deze eerste echte schrijfpoging een wonderbaarlijke vaardigheid vertoont voor het uitwerken van een plot, het schrijven van dialogen en dat hij beschikt over een feilloos taalgevoel, is het geen goed boek. Desondanks had Heinlein de gelegenheid te baat genomen om zijn ideale maatschappij te beschrijven. Wat hem in werkelijkheid niet lukte via een politieke loopbaan, moest dan maar een vorm van werkelijkheid krijgen in fictie.

 

Vervolgens probeerde hij zijn geluk met verhalen. Toen bleek dat zijn eerste verhalen zowaar geld opleverden, overwoog Heinlein serieus om van het schrijven zijn beroep te maken. Na het schrijven van diverse verhalen en drie romans, waarvan het meeste zou verschijnen in tijdschriften, legde hij de schrijverspen neer om zijn land te dienen in de oorlog. Maar direct daarna keerde hij weer terug naar dat waarin hij goed was: het vertellen van verhalen op papier. 

 

Heinlein was een snelschrijver. Als een verhaal hem de typemachine in trok, kon hij in drie weken een roman schrijven. “I work slowly on a novel for the first few chapters only. As soon as I can hear the characters talk, it then becomes a race to see whether I put down their actions fast enough not to miss any of them.”  Een editor kon ook onmogelijk tijdens het schrijfproces wensen ten aanzien van de verhaallijn doorgeven. Dat wil zeggen, hij kon het wel doorgeven, maar tegen de tijd dat de boodschap Heinlein bereikte, stond het oorspronkelijke verhaal al op papier.

 

Op de website van de auteur van deze biografie las ik dat de kans bestaat dat het volgende deel van de biografie pas in 2014 zal verschijnen. Nu ja, ik zit toch al enige tijd in de wachtkamer voor het laatste deel van de Reve-biografie. Hoewel ik het liefst morgen met deel twee voort zou gaan, heb ik gelukkig nog wel een paar andere boeken staan, die ik graag wil lezen ;-)

 

Gelezen: oktober 2012