Phillips, Graham - The Marian Conspiracy

Op uitnodiging van priester Rinsonelli krijgt onderzoeker en mysterie-ontrafelaar Graham Phillips toegang tot de zogenoemde ‘Secret Archives’ in het Vaticaan. Iets wat diverse personages uit religieuze thrillers steeds maar niet lukt. Daar krijgt hij inzage in de aantekeningen van ene Giovanni Benedetti, de archeoloog in dienst van het Vaticaan. Deze kwam op het spoor van het mogelijke graf van Maria, de moeder van Jezus. Het Vaticaan verbood hem het spoor na te volgen, maar Graham Phillips wil wel een poging wagen. Al had hij, net als ikzelf, bij aanvang de nodige scepsis.

We volgen de schrijver naar Jeruzalem en naar Nazareth, waar hij via de summiere informatie uit de Bijbel en enkele historische geschriften (onder meer van Josephus) tracht het spoor van de historische Maria op te pakken. In deze fase stelt Phillips zich drie mogelijke historische Maria’s voor.

1) Zij die door een engel is bezocht die haar voorspelde dat zij de zoon van God zou baren.

2) Een verwarde visionair wier geloof haar ertoe bracht haar zoon ertoe te verleiden de rol van de Messias op zich te nemen.

3) Een historisch slachtoffer, wiens rol door anderen is bedacht in veel latere tijden.

Door logische deductie en het raadplegen van historische bronnen en moderne interpretaties van die bronnen, concludeert de schrijver dat Jezus in het begin van het 4de jaar voor onze jaartelling moet zijn geboren. Volgens Phillips kenden Maria en Josef elkaar nog niet, toen Jezus verwekt werd. Redelijk overtuigend beargumenteert hij vervolgens de mogelijkheid dat Jezus de zoon zou zijn van Antipater, een zoon van Herodes. Bewijs is er niet, zoals er eigenlijk voor niets in dit boek keihard bewijs is. Maar ondenkbaar is het evenmin.

Hij probeert de mysterieuze jaren van Jezus – waar de evangeliën nauwelijks een woord aan vuil maken – in kaart te brengen. De theorie dat hij in India zou zijn geweest, wijst hij van de hand. Evenals vele anderen komt hij tot de conclusie dat Jezus deel uit kan hebben gemaakt van de Qumran-gemeenschap. Een streng religieuze groep Essenen die zich volledig wijdde aan de voorbereidingen voor de komst van de Messias. Jezus heeft zich van hen losgemaakt. Kort daarna laat hij zich dopen door Johannes en begint het 'geestelijke ambt' van Jezus pas echt.

Paulus is een sleutelfiguur die het Christendom tot een wijdverbreide religie heeft gemaakt. Het had nooit zulke monsterlijk grote vormen aan kunnen nemen, als hij niet overal en nergens was gaan prediken. Diens spoor leidt Graham Phillips naar Ephesus, de Romeinse stad, nu aan de oostkust van Turkije. Een stad die ik overigens al twee keer vol bewondering heb bezocht. In deze stad werd Artemis vereerd, de godin van de jacht en van de maan. Met de komst van het Christendom hier, werd haar plaats ingenomen door Maria.

Josef van Arimathea, een van figuren die bij de kruisiging aanwezig zou zijn geweest, is mogelijk een broer van Jezus. Hij zou, volgens traditie en mythe, na de terechtstelling van zijn broer zijn gevlucht naar Groot Brittannië. Nog steeds in het spoor van het onderzoek van Benedetti gaat Phillips naar Engeland. De schrijver is er redelijk van overtuigd dat de heilige graal en Maria een en dezelfde zijn. Daarom komt hij bijna vanzelf op de Arthur-verhalen terecht. Dat komt goed uit, want uit eerder eigen onderzoek, heeft hij de historische Arthur achterhaald, alleen is hij nooit op het spoor van Avalon gekomen. Het eiland waar Arthur nadat hij zwaar gewond is geraakt naartoe zou zijn gevlucht om te herstellen of te sterven.

Veel over de geschiedenis van Groot Brittannië passeert de revue. Mateloos interessant ook om te zien hoeveel van de mythes voortkomt uit waarheid, uit echte geschiedenis. En uiteraard ook hoeveel daarvan uit de duim is gezogen. Uiteindelijk belandt hij bij een kerkje op het eiland Anglesey, wat dan het gezochte Avalon zou moeten zijn. Het spoor leidt hem naar een hele oude put. Daar laat hij via moderne elektronica de bodem onderzoeken en inderdaad lijkt het erop alsof daar een graf ligt. Een opgraving wordt er (vooralsnog) niet gedaan.

Ik neem Graham Phillips als geschiedschrijver serieus. Hij gaat niet over één nacht ijs en is ook niet te beroerd om zelf nieuwe inzichten te ontkrachten. Toch vindt hij het wankele bewijs van zijn these, is het niet linksom, dan rechtsom. Enkele van zijn aannames en analyses vind ik nogal vergezocht. Desondanks zou ik niet kunnen zeggen dat het ‘graf’ dat ze op Anglesey bij die oude put hebben gevonden, NIET dat van Maria de Moeder zou zijn. Het lijkt me meer dan hoogst onwaarschijnlijk, maar de trein van argumentatie waar Phillips op is gesprongen, zou zomaar naar een werkelijkheid kunnen leiden. Ik sluit het niet uit.

Wat er ook waar van is, het lezen van Phillips is altijd leerzaam. Heel veel kerkgeschiedenis en Britse geschiedenis is mij weer komen aanwaaien. Alleen daarom al lees ik hem graag. En dat zijn theorieën die hij probeert te bewijzen stevig gekruid zijn en hier en daar zelfs bremzout, zij hem vergeven.

Gelezen: januari 2011