Pratchett, Terry - Guards! Guards! (Discworld, Book 8)

Pratchett is een auteur wiens boeken altijd mijn aandacht trokken als ik door boekhandels liep, maar van wie ik altijd meende dat het niet voor mij was. Nu de sluizen van mijn acceptatie van het fantasy-genre volledig open zijn gezet, heb ik direct maar tien van zijn titels aangeschaft. En ik ga ze alle tien lezen. Betekent dat dat ik super enthousiast ben? Nee, dat zou teveel van het goede zijn. Ik ben mild positief. Elementen in zijn schrijven dwingen mijn bewondering af, maar andere onderdelen bekoren mij bepaald minder. 

 

Pratchetts taal is ‘impeckable’. Goed verzorgd, zoals in onderstaand voorbeeld:

‘The last rats of Brother Watchtower’s self-confidence fled the sinking ship of courage.’

Ook prachtig vind ik:

‘The arms of Morpheus had rolled up their sleeves and were giving the back of his brain a right pummeling, but bits were fighting back.’

Soms heb ik het vermoeden dat de taalvondsten van de schrijver richting geven aan zijn verhaal. Met andere woorden, het verhaal is ondergeschikt aan zijn taalvirtuositeit. Dat werkt soms, maar lang niet altijd. Regelmatig verveelde ik mij tijdens het lezen.

 

Je moet als lezer echt je aandacht erbij houden om sommige gedachtenkronkels te volgen, zoals:

‘He was vaguely aware that he drank to forget. What made it rather pointless was that he couldn’t remember what it was he was forgetting any more. In the end he just drank to forget about drinking.’

Dit wordt gaandeweg het boek wel enigszins vermoeiend, omdat de dosering van het absurde voor mij niet helemaal goed werkt. Absurditeiten doen zich op iedere pagina voor en eigenlijk is de hele Ankh-Morpork manier van leven absurd. Dit diepere karakter van deze stad omschrijft Pratchett treffend:

Short Street was ‘the longest in the city, which shows the famous Morpork subtle sense of humour in a nutshell’. 

 

Pratchett maakt tussen alle hilariteit door zomaar ineens een treffende observatie, zoals deze over drankgebruik:

‘Life is just chemicals. A drop here, a drip there, everything’s changed. A mere dribble of fermented juices and suddenly you’re going to live another few hours.’

Nog een voorbeeld:

‘The reason that cliches become cliches is that they are the hammers and screwdrivers in the toolbox of communication.’

 

Ook bewonderenswaardig zijn de talrijke woordgrappen van onderstaand allooi:

'A number of religions in Ankh-Morpork still practised human sacrifice, except that they didn’t really need to practise any more because they had got so good at it.'

De schrijver neemt zijn eigen genre, fantasy, niet al te serieus. Regelmatig beschrijft hij hoe de dingen normaal gesproken in fantasy horen te gaan, dus dat zal dan in dit verhaal ook wel zo gebeuren. Dit relativisme is wel grappig.

 

Toch houdt het taalfeest het boek niet helemaal staande in mijn beleving. Het is alsof het verhaal er eigenlijk niet zo toe doet. Je kan dat net zo goed overslaan. Van een plot is er nauwelijks sprake. Natuurlijk schetst Pratchett een maatschappij waarin het meest duistere en verderfelijke van de mens wordt uitvergroot. En dat doet hij met verve. 

Humoristisch is het boek zonder meer. Ik heb zeker een stuk of drie, vier keer moeten lachen, maar vooral waren het glimlachjes en af en toe grimlachjes als de absurditeit iets te ver naar mijn smaak wordt doorgevoerd. 

 

Tussen de massieve series die ik lees en nog ga lezen – Wheel of Time, Realm of the Elderlings, A Song of Ice and Fire, Mistborn en The Stormlight Archive – is een Terry Pratchett af toe een welkom tussendoortje. Maar ook niet veel meer dan dat.

 

Het verhaal, mét spoilers

Een geheime broederschap experimenteert onder leiding van hun Supreme Grand Master met het tevoorschijn toveren van een heuse draak. Dit lukt hun uiteindelijk. De geheime agenda van de Supreme Grand Master is om de draak te laten verslaan door een plotseling opgedoken koning, zoals dat nu eenmaal schijnt te gebeuren in fantasy-verhalen. Captain Vimes is hoofd van de Nachtwacht en een dronkenlap. Hij laat de fles staan als de draak onrust en een hoop brand veroorzaakt in de stad. Zoals voorspeld, wordt de draak ogenschijnlijk verslagen en neemt de jonge koning bezit van de troon. In tweede instantie komt de draak toch weer tevoorschijn en besluit zelf koning te worden. In zijn onderzoek naar draken, ontmoet Captain Vimes Lady (Sybil) Ramkin. Zij verzorgt een kennel met kleine, onschuldige draken. Errol, een van de draakjes die niet eens kan vliegen, wordt min of meer Vimes’ huisdier. Omdat Errol alles eet waar hij zijn handen op kan leggen – kolen, smeerwas en een fluitketel – begint zijn maag ernstig te rommelen. Uiteindelijk wordt de draak/koning, nadat hij de halve stad ongeveer in de as heeft gelegd, verslagen door Errol, en vliegen beide draken weg voorbij de horizon. De dictator die voor alle commotie de stad regeerde, neemt weer plaats op de troon. All’s well that ends well.