Pullman, Philip - The Good Man Jesus and The Scoundrel Christ

Het laatste boek van Philip Pullman is een soort van apocrief evangelie. Het is zeker niet minder geloofwaardig dan de vier evangeliën uit het Nieuwe Testament. Dit zou zomaar de historische werkelijkheid kunnen zijn. En zoals te verwachten valt van een fervent atheïst, die in een adem kan worden genoemd met Richard Dawkins: er blijft weinig heel van dat Nieuwe Testament.

 

Maria, die is bezocht door iemand die zich uitgeeft voor een engel, bevalt van een tweeling. Vlak na de geboorte bezoeken herders hen, en wijzend op de tweede en zwakste baby zeggen ze dat hij de Messias is. “The firstborn was to be named Jesus, but what to call the other (…)? In the end they gave him a common name, but in view of what the shepherds had said, Mary always called him Christ, which is Greek for Messiah.”

 

Min of meer daartoe aangezet door Christus begint Jezus aan zijn opmars als prediker en verkondiger van het Koninkrijk Gods. Christus beschrijft af en toe de dingen die Jezus zegt en meemaakt, maar als een vreemdeling hem hiertoe opdracht geeft, beschrijft Christus alles wat Jezus zegt en doet. De bekende verhalen uit het Nieuwe Testament passeren de revue. Al zijn ze dan overgoten met het onmiskenbare Pullman-cynisme. Als bijvoorbeeld zijn moeder op de bruiloft in Cana tegen hem zegt dat de wijn op is, reageert Jezus in eerste instantie geïrriteerd: “What’s that got to do with me?” Uiteindelijk praat Jezus met de hoofdbediende waarna de andere bedienden meer wijn ontdekken. “Some said Jesus had created it out of water by means of magic, but others said that the steward had hidden it, hoping to sell it, and Jesus had shamed him into honesty.”

 

Prachtig vind ik de beschrijving van het vermeerderen van de vissen en het brood. Jezus neemt de vijf broden en de twee vissen, alles wat men zegt te hebben. “See how I share this food out? You do the same. There’ll be enough for everyone.” En wat blijkt, de een heeft nog enkele cakejes, een ander een paar appels, een derde wat rozijnen enzovoort. “Between them all, there was plenty to go round. No one was left hungry.”

 

Regelmatig komt de vreemdeling de rollen ophalen die Christus heeft volgeschreven. Hij prijst Christus en zegt dat ze door deze verslagen mede vormgeven wat nog komen zal. En daartoe is het geoorloofd de waarheid naar eigen hand te zetten: “What should have been is a better servant of the Kingdom that what was. (…) In writing of things as they should have been, you are letting truth into history.” En zo ‘verbetert’ Christus de gebeurtenissen hier en daar. Hij maakt bijvoorbeeld een woordgrapje op de naam van de discipel Petrus: “saying that he was the rock on which Jesus would build his church.”

 

Wanneer Jezus door zijn vechtpartij in de tempel de aandacht van de Romeinen heeft getrokken, bekokstooft de vreemdeling een intrige. Christus moet zijn broer verraden, zodat deze een marteldood zal sterven. Een offer weliswaar, maar één waar velen in de toekomst profijt van zullen hebben. Bovendien, zegt hij, is wat hij predikt niet haalbaar. “Jesus, in his purity, is asking too much of people. We know they’re not perfect, as he wishes them to be. (…) You see, the true Kingdom would blind human beings like the sun, but they need an image of it all the same. And that is what the church will be. (…) The church will not be the Kingdom, because the Kingdom is not of this world (…)” Het is wel belangrijk dat Jezus’ dood en wederopstanding als een wonder zal worden gezien. “Without that, the church will wither and perish (…), like every other human structure that lives for a moment and then dies and blows away”. Dankzij de fysieke gelijkenis met zijn tweelingbroer lukt het Christus om, na de kruisiging van Jezus, diens volgelingen te doen geloven dat deze uit de dood is opgestaan. Het broodnodige wonder kan daarmee zijn werk doen.

 

Kortom: de kerk is een verzinsel van machtsbeluste mensen, die het verhaal van een profeet, die een kleine 2000 jaar geleden leefde, naar hun hand hebben gezet. De wijze waarop Pullman deze moraal in dit boek illustreert, is bijzonder cynisch en doeltreffend. Uit zijn uitvoerige nawoord blijkt dat hij niemand zijn of haar geloof wil afnemen. Hij erkent dat juist het geloof in het lijden van Jezus, de zoon van God, en diens hemelvaart, voor tallozen troost biedt. “Without this death and what came after it, that little dying child I spoke to in the hospital will have no solace…” Als atheïst en verhalenverteller wil Pullman wel zijn kijk op deze gevoelige materie delen.

 

De stijl is sober, bijna zakelijk. Toch is het een bijzonder boek, met name omdat het dankzij het nawoord niet ontbreekt aan nuance. En dat maakt het ook een wijs boek. In mijn geheugen zal het nog wel enige tijd naklinken.

 

Gelezen: juni 2011