Smit, Alexander - Kennendheid

 

Een vriend van mij stuurde mij dit boekje toe. Voorin schreef hij:

“Zelfrealisatie is eigenlijk niets anders dan in overgave ervaren wat ervaren wil worden” (p.40).

Op een geeltje voegde hij daaraan toe “leven naar dit inzicht maakt eigenlijk het hele boek overbodig”. Precies! Hoewel het citaat bij mij tot in mijn diepste vezels resoneert, heb ik het boek toch gelezen.

 

Ik kende de naam Alexander Smit niet, maar zal hem nu niet meer kunnen vergeten. Hoewel zijn taal mij af en toe stoort (‘kennendheid’ is echt een taalkronkel waar ik niet direct een blij gevoel bij krijg), heb ik heel veel onderstreept in dit verzamelwerkje en ook zette ik vele uitroeptekens in de kantlijn, ter indicatie van eenzelfde resonantie. Teksten als deze brengen mij het dichtst bij iets dat lijkt op begrijpen. Heel af en toe is daar een glimp begrip, dat je overigens direct weer ontglipt. 

 

Het vangt aan met pure Tao:

“Er is dus weten dat je weet dat je niet weet wat er is. (…) ‘Hij is wijs, die weet dat hij niet weet’." 

Overigens ontving ik van diezelfde vriend enige tijd terug het boekje ‘De deugdelijke weg’, een Nederlandse variant op de twee Engelstalige Tao’s die ik al had. ‘The Tao that can be told is not the eternal Tao’.

Of iets verderop bij Alexander Smit:

“Hoofd noch hart kan begrijpen wat we wezenlijk zijn. Waarheid kan nooit binnen een vorm gevonden worden, of het nu een fysieke, intellectuele of emotionele vorm betreft.”

Elders:

“Wie probeert via het verstand de werkelijkheid te be-grijpen, is pas echt in moeilijkheden.”

En:

“De natuurlijke staat is van een eenvoud die nooit door het denken of voelen gevangen kan worden.”

 

Zoals gezegd: dergelijke zinnen brengen mij af en toe op het randje van begrijpen. Het zijn variaties op één thema dat ik al sinds jaar en dag binnenin mijzelf meedraag. Nescio: ik weet niet. Andere simpele vormen waarin ik deze inzichten voor mijzelf verwoord, zijn:

Alles is goed.

Niets is erg.

 

Hoewel ik mijzelf als mens van vlees en bloed geregeld laat meevoeren in die werkelijkheid, is er altijd dat besef dat ik ernaar kan kijken. Dat ik mijn mens-zijn kan observeren zonder deelnemer te zijn. Vanuit dat besef wordt alles relatief en is er inderdaad niets meer echt erg.

“Het is jouw speciale visie die maakt dat iets leuk of niet leuk, goed of slecht is. Door dat in te zien verander je niet in een zombie of een doetje, maar herken je jezelf als de veroorzaker van moeilijkheden.”

En zodra je tot die vorm van herkenning bent gekomen, is niets meer erg en is alles goed. Moeilijkheden worden gaandeweg herkend als een verzinsel, als iets dat slechts de vorm van een probleem heeft aangenomen, terwijl er in werkelijkheid helemaal geen probleem is.

 

De teksten uit dit boekje passen naadloos in de traditie van schrijvers als Neale Donald Walsch, Don Miguel Ruiz, Krishnamurti, Jan Geurtz, Robert Heinlein enzovoort. 

“Wat ik je aanraad (…) is je te vestigen in het onontkoombare zijn, niet eens in het gevoel ‘ik ben’. Wanneer je je in het onontkoombare zijn vestigt en dat volhoudt, verdwijnt dat gevoel en maakt je ware natuur zich kenbaar. Je valse locatie ligt juist in dat ‘ik’-gevoel. (…) Vestig je in dat onontkoombare zijn. Dan ontstaat er een stilte die niet langer reflecterend is (…) daar zijn geen vragen en geen antwoorden.”

Leven zonder vragen, maar gewoon leven, gewoon zijn. Het is mogelijk, dat weet ik. Waar het vaak in spaak loopt is het ‘volhouden’. En toch… hoe langer en hoe vaker ik teksten als deze tot mij neem, hoe dieper het besef wortel schiet dat ik niets hoef te begrijpen. Dat het prima is, zo. 

“Zijn behoeft niets. Zodra zijn iets behoeft, wordt het vorm: gevoel, gedachte, lichaam, en dat is ook de aard van het zijn. (…) Het kan met geen inspanning bereikt worden, het kan met geen enkele inspanning vermeden worden.” 

 

“Iets anders dan wat er is, is er niet, anders zou het er zijn. (…) En iets anders willen dan wat er is, is kinderlijk gedoe.”

Dit vind ik een troostrijke gedachte. Alles gaat zoals het moet gaan, anders zou het wel anders gaan. In dit kader komt het hele idee van vrije wil op behoorlijk losse schroeven te staan. Dat is iets waar wij mensen nogal krampachtig aan vast proberen te houden, alsof we daarmee de controle behouden over ons eigen bestaan. Maar vrije wil is een wens van ons ego, alsof wij zonder vrije wil die spreekwoordelijke speelbal van het lot worden en dus minderwaardig, of zoiets. Door het overweldigende bewijs – dag in dag uit – dat wij niet echt over vrije wil beschikken, trachten mensen dat wat hen overkomt te verklaren aan de hand van onderliggende mechanismen, die zich niet laten verklaren. Alsof we dingen zelf onbewust sturen. ‘Het komt op jouw pad om een reden.’ Of ‘Je krijgt nooit meer voorgeschoteld dan je werkelijk aankan.’ Natuurlijk moet ik toegeven dat ik ook daar geen antwoorden op heb, al kan ik wel zeggen het mij allemaal buitengewoon onwaarschijnlijk lijkt. 

 

“Al het veranderlijke vindt plaats in iets onveranderlijks.”

Als je de millennia oude, of eerder tijdloze, cycli van het universum aanschouwt – iets wat wij uiteraard niet kunnen – verandert het veranderlijke in iets onveranderlijks. De eindeloze herhaling verwordt tot een constante. Daarbinnen bewegen wij. Een prachtige uitspraak (uit een van de boeken van Neale Donald Walsch) blijf ik vinden dat het uitdijen en inkrimpen van het universum gebeurt in het ritme van de adem van God. Echt begrijpen doe ik dat niet, omdat de materie veel te groot is voor mijn beperkte hersencapaciteit. Maar het klinkt in ieder geval volkomen logisch in mijn oren. 

 

“De wereld is een voorstelling van het denken; er is geen reële werkelijkheid te ontdekken. Niemand ervaart de wereld hetzelfde, iedereen leeft in zijn eigen geprojecteerde wereld, gecreëerd door angsten en verlangens. Wat de echte werkelijkheid is blijft onduidelijk. (…) Het moment dat je bewust wordt, creëer je een wereld aan de hand van tegenstellingen. (…) In werkelijkheid hebben zij geen realiteit. (…) Alle tegenstellingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, want het denken voltrekt zich zonder uitzondering door middel van tegenstellingen. Daar is niets aan te doen.”

Het is voor ons mensen onmogelijk om volledig buiten het dualisme te treden. Je kunt je er hooguit van bewust zijn dat licht en duisternis abstracties zijn, die juist door hun tegenstelling voor contrast zorgen. Juist door hun tegengesteldheid kunnen wij ze ervaren. En wij zijn hier om te ervaren. In een lichaam, in een warme of koude kamer, goed gevoed of hongerig, gelaafd of dorstig. Het is onzin om volledig non-dualistisch te willen leven. Nog afgezien van het feit dat het niet mogelijk is, ontzeg je jezelf daarmee ook het genot van de ervaring. De ervaring is wat de dingen beweeglijk houdt. Waardoor wij het idee hebben dat we leven of dat we onze tijd nuttig besteden. Er gebeurt tenminste iets. Tegelijkertijd is het volgens mij belangrijk om je bewust te zijn van de illusie van de tegenstellingen. Wie dat kan, ziet dat niets erg is en dat alles goed is.

 

“Er hoeft helemaal niets gedaan te worden. Alles gaat vanzelf perfect zoals het gaat. (…) Mensen die weten wat goed voor je is, zijn zeer gevaarlijke mensen. Het is ook een aanmatigend standpunt.”

Super actuele observatie, gezien de groeiende controledwang vanuit overheden. De hoogmoed van mensen die ‘weten’ wat goed is voor andere individuen blijft mij verbazen. Bij hen is het ego tot megalomane proporties uitgedijd, waardoor werkelijk leiderschap per definitie onmogelijk is.

In het verlengde hiervan:

“Schuld is de creatie van een stel boeven. Schuld is een maaksel dat helemaal niet bij de mens hoort.”

Uiteraard kunnen we hier het patriarchaat voor als schuldige aanwijzen en de uitwassen die hiermee samenhangen: kerk, staat, geld enzovoort. Boeiend om de lange termijn te observeren – iets dat met onze beperkte levensduur helaas niet mogelijk is – en te zien hoe onze huidige patriarchale maatschappij met gierende remmen uit de bocht vliegt. En wat daarvoor dan weer in de plaats gaat komen. Misschien toch een meer wezenlijke spirituele samenleving waarbinnen oprechte empathie en wederzijds respect meer ruimte krijgen. 

 

“Er zijn slechts twee problemen: óf er is iets wat we niet willen, óf we willen iets wat er niet is.”

En zo is het. Tegelijkertijd weten we allemaal hoe hardnekkig onze neiging is om toch iets te willen wat er niet is en vice versa. Ik heb al twee weken griep en wil daar graag vanaf. Ook blijf ik dromen van werkelijke financiële onafhankelijkheid. En ook daarin, in onze verlangens en angsten, schuilt contrast. Daarin zit de beweging die ons leven boeiend houdt.

 

Kortom: alles is goed.

 

Gelezen: april 2022