White, Michael - The Pope and the Heretic

A True Story of Courage and Murder at the Hands of the Inquisition

 

Waar ik de naam Giordano Bruno (1548-1600) voor het eerst ben tegengekomen, weet ik niet meer. Misschien bij Elaine Pagels, misschien bij andere Hermetische geschriften. Wat ik wel weet, is dat deze bijzondere denker mij sindsdien interesseert. Lang geleden – dat moet in 2008 of zo zijn geweest – ondernam ik een moedige poging het boek te lezen van Frances Yates, Giordano Bruno and the Hermetic Tradition. Ik strandde toen op pagina 133, bijna 80 pagina’s voordat het boek (dat ruim 500 pagina's telt) ingaat op het leven van Bruno zelf. Haar beschrijving van de Hermetische traditie is nogal wetenschappelijk doorwrocht, wat de leesbaarheid niet echt bevordert. 

 

Niet lang nadat ik het boek van Yates had gekocht, schafte ik The Pope and the Heretic aan van Michael White. Een handzaam en makkelijk leesbare biografie van Bruno. Mijn gedachte destijds was: eerst het zware werk lezen, zodat ik goed beslagen ten ijs kom om het enigszins populairdere werkje tot mij te nemen. Nu dan heb ik eindelijk het boek gelezen met de ondertitel ‘A true story of courage and murder at the hands of the inquisition’. Eens temeer bevestigt dit boek voor mij het belang van Giordano Bruno voor ons westerse denken en het offer dat hij bracht voor vrijheid in algemene zin. 

 

Whites boek leest inderdaad gemakkelijk, hoewel hij de diepte zeker niet schuwt. De lezer krijgt een panklaar overzicht van de tijd waarin Bruno leefde en diens plek binnen de diverse krachten, machten en ontwikkelingen van toen. Het maakt de samenloop van omstandigheden die tot zijn verbranding door de kerk leidde, begrijpelijk. Het ware gezicht van de kerk gedurende vele eeuwen, komt grimmig tevoorschijn in dit boek: als er een duivel op aarde is geweest, kreeg dat gestalte in de kerk uit die periode.

 

Wat Bruno als mysticus, filosoof en wetenschapper allemaal beschreef in zijn boeken, was zijn tijd ver vooruit. Sowieso was Bruno een overtuigd aanhanger van het heliocentrische model, waar de kerk nog altijd de geocentrische leer van Ptolemeus verkondigde. De eerste westerse wetenschapper die het heliocentrische model bewees, Nicolaas Copernicus, was zo verstandig om zijn werk pas na zijn overlijden te laten publiceren. De kerk kon hem in het hiernamaals niet meer vervolgen.

Bruno was op zoek naar de eenheid van alle kennis, de ultieme waarheid. Andere kernboodschappen uit de rijkdom die deze grote denker ons heeft nagelaten:

  • Het universum is oneindig,
  • Er bestaat niet een persoonlijke God,
  • Er zijn oneindig veel werelden,
  • Er is oneindige diversiteit,
  • Alle materie is nauw verbonden met alle andere materie,
  • Wij maken deel uit van een groter geheel,
  • Wij hebben direct contact met het goddelijke,
  • Het goddelijke zit in onszelf.

Hier zitten denkbeelden tussen die pas nu in ons kwantumtijdperk aan het licht komen.

 

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bruno al snel nadat hij tot priester was ingewijd - want hij was een devoot katholiek - door de kerk werd geëxcommuniceerd vanwege zijn geschriften. Sindsdien was hij vrijwel altijd op de vlucht en verbleef hij zelden langer dan twee jaar in dezelfde plaats. 

 

In 1591 laat Bruno zich verleiden door Giovanni Mocenigo – een welgestelde man van adel – om naar Venetië te komen om hem privéles te geven. Venetië was voor Italiaanse begrippen een redelijk progressieve stad voor die tijd. De Doge en de kerkleiders van Venetië dansten in ieder geval niet slaafs naar de pijpen van Rome. Toch was het voor Bruno hier veel gevaarlijker dan in Duitsland waar hij tot dan toe verbleef. Het is ook voor Michael White de vraag waarom precies Bruno deze stap zette. Achteraf blijkt Mocenigo onder één hoedje te spelen met de inquisitie. Het is alsof Bruno daarvan op de hoogte was en het heeft er alle schijn van dat Bruno doelbewust het hol van de leeuw opzoekt. 

 

Anders dan Copernicus en zijn tijd- en landgenoot Galileo Galilei bleef Bruno koppig zijn standpunten verkondigen. Daarin zag hij geen grenzen en accepteerde hij geen beperkingen. Natuurlijk begreep hij dat hij niet te lang op één plek kon blijven, maar uiteindelijk keerde hij toch terug naar Italië. Daaruit blijkt, zo schrijft White, Bruno's grenzeloze vertrouwen in de mens. Om de Romeinse Inquisitie te tarten aan het einde van de 16de eeuw moest je – zoals wij er nu naar kijken – onvoorstelbaar naïef zijn, extreem dom, of een doodswens met ondraaglijke pijnen hebben. Geen van deze drie is van toepassing op Giordano. Tijdens zijn omzwervingen door Europa probeerde Bruno via invloedrijke mensen zijn ideeën erkend te krijgen. Toen dat keer op keer niet lukte, moet hij geloofd hebben dat hij dan zijn geluk maar bij de paus zelf moest proberen. 

 

Uit het relaas van White spreekt een zekere haat richting de kerk, en dat is niet verwonderlijk als we bedenken dat de Romeinse Inquisitie de moord op meer dan 1 miljoen mannen, vrouwen en kinderen op zijn geweten heeft. 

 

Het Venetiaans proces van de Inquisitie tegen Bruno wordt uitvoerig beschreven, omdat hiervan de meeste verslagen bewaard zijn gebleven. De filosoof heeft van 22 mei 1592 tot aan zijn verbranding op 16 februari 1600 in gevangenschap doorgebracht. Eerst in Venetië, en toen de rechters daar uiteindelijk zwichtten voor de macht van Rome, in het beruchte Castel Sant’Angelo (Engelenburcht) aan de Tiber. Daar in Rome zal hij zijn onderworpen aan martelingen van de zwaarste soort, aangezien hij in de ogen van de kerk een van de ergste godslasteraars en ketters was. Wat daar precies is gebeurd, zullen we nooit meer weten. Er zijn maar enkele snippers informatie overgeleverd van zijn tijd in de Roomse gevangenis.

 

Eén ding weten we zeker: Bruno heeft nimmer ook maar één woord van zijn overtuigingen teruggenomen. Zelfs op de dag van zijn verbranding ging hij tijdens de processie naar het Campo di Fiori – het plein waar de verbranding zou plaatsvinden – nog in discussie met de omstanders. Tot hem letterlijk het zwijgen werd opgelegd door twee bewakers, die zijn hoofd vasthielden en één lange metalen pin via zijn linkerwang naar binnen sloegen, zodat zijn tong gespietst werd. Een tweede pin werd verticaal door zijn lippen geslagen, zo dat beide pinnen een kruis vormden. Bruno sprak niet meer.

Zo werd hij op de brandstapel vastgebonden. Op de laatste smeekbedes van de priesters bij de steeds hoger wordende vlammen om hem maar tot bezinning te brengen, opdat zijn ziel nog gered kon worden, kon Bruno alleen nog maar ontkennend het hoofd afwenden. Op het hedendaagse plein in Rome staat een standbeeld van Bruno.

 

Het is zoals Bruno tegen zijn rechters zou hebben gezegd, nadat deze het vonnis tegen hem hadden uitgesproken: 

“Perhaps your fear in passing this sentence upon me is greater than mine in accepting it.”

Hij was niet bereid om te buigen voor de kerk en hij bleef vierkant staan achter zijn overtuigingen. Dat de geschiedenis hem achteraf gelijk heeft gegeven, doet niets af aan het lijden dat hij heeft moeten ondergaan. 

 

Ik ben blij dat ik niet nog langer heb gewacht met het lezen van dit boek. Het sterkt mij in mijn voornemen meer over Giordano Bruno te lezen. 

 

Gelezen: mei 2020