Winter, Leon de - Geronimo

Eigenlijk is ook de laatste roman van Leon de Winter weer een heerlijk boek om in weg te duiken. Het vertelt het verhaal van de moord op Usama Bin Laden, UBL voor insiders. Hoofdpersonen zijn de mannen van het team die bij die operatie betrokken waren, maar het hele boek wordt verteld vanuit het perspectief van Tom Johnson. 


De compositie van het boek zit weer ingenieus in elkaar en alles draait uiteindelijk om de verhaaldraad van de zoektocht naar het meisje Apana. Tijdens een van zijn missies had Tom het meisje ontmoet en had hij haar kennis laten maken met muziek, in het bijzonder de Goldberg Variaties van Bach. Het meisje raakt helemaal in vervoering bij het beluisteren van de muziek.

“Daar, vlak voor mijn kamer (…), toen zij voor het eerst de klanken van de variaties hoorde, verscheen licht in Apana’s ogen, zoveel licht dat alleen duisternis kon volgen. (…) Onbeschermd stond ze in Bachs universum (…). Ze keek naar de speakers, naar mij, wanhopig bijna, smekend om een antwoord op de vraag waarom ze hiermee werd belast, waarom ze te midden van het onvolkomene de volkomenheid moest beleven. Ze wist vanaf dat moment dat schoonheid pijn deed, omdat de beleving ervan eindig was (…).”


In korte tijd leert ze het spelen. Ze is een natuurtalent. Maar als ze door de Taliban gevangen wordt genomen, hakken deze haar handen af en snijden ze haar oren af, omdat ze in hun ogen duivelse muziek aanbidt. Tom voelt zich verantwoordelijk voor haar verminking, omdat hij Bach bij haar had geïntroduceerd. Diens zoektocht naar het meisje en de operatie UBL – codewoord voor wanneer de missie zou zijn geslaagd, luidt Geronimo – zijn prachtig met elkaar verweven. Jabbar – een Christenjongen die in Abbotabat woont, om de hoek van het huis waar UBL zich jarenlang schuilhield – ontmoet Apana, en vraagt haar waarom de Taliban haar handen afhakten en haar oren afsneden. 

“‘Muziek,’ zei ze. ‘Muziek. Ik luisterde. Ik speelde.’

‘Haten ze dat?’

‘Ze begrijpen niet dat Allah schoonheid is. (…) Allah spreekt door die muziek.’

‘Wat zegt Hij dan?’

‘Hij zegt dat we niet bang hoeven te zijn omdat Hij van ons houdt.’

Samen met zijn moeder zorgt Jabbar voor Apana, die als bedelaar de hele dag in een winkelstraat haar dagen slijt. Daarover zegt hij:

“Wij werden haar handen.”


Hoe het meisje Apana, Jabbar, Tom Johnson en UBL met elkaar verbonden zijn, dwingt respect af voor het compositorisch vermogen van De Winter. De UBL-missie ‘Kill or capture’ krijgt uiteraard een typisch De Winter-staartje, wat ik hier niet uit de doeken zal doen. Maar al op pagina 75 geeft de auteur deze wending aan de lezer cadeau. In de marge schreef ik hier al ‘Als dat de plot is, dan is het wel erg mager’. Gelukkig omvat het boek veel meer dan het kill or capture project omtrent UBL. Het illustreert op navrante wijze het nauwelijks te bevatten contrast tussen het ‘onvolkomene’ van de wereld – in dit boek met name aangezet door het extremisme – en de volkomenheid of het hemelse van iets als de muziek van Bach. Met name dankzij de pagina’s over het meisje Apana blijft deze roman overeind staan voor mij. 


Een andere rode draad in het boek, is het overlijden van het dochtertje van Tom en zijn toenmalige vrouw Vera. Ze was dertien maanden oud toen ze zwaar gewond raakte bij de terroristische aanslagen in Madrid in 2004. Een jaar later bezweek ze alsnog aan haar verwondingen. 


Een boek van contrasten, spanning en schoonheid. Ja, ik blijf De Winter lezen. Eigenlijk schrijft hij iedere keer een boek dat het verdiend te worden gelezen. Of het literatuur is, of niet? Maakt dat uiteindelijk iets uit? Als ik mooie zinnetjes lees en op bepaalde levensinzichten wordt gewezen, en als ik het vakmanschap van de schrijver zie, is een boek voor mij waardig, welk stickertje de zogenaamde literaire critici er ook op willen plakken.


Gelezen: juli 2015