Alexander, Lloyd - The Book of Three

The Chronicles of Prydain, Book 1

 

Sinds ik weer aangehaakt ben bij het fantasy-genre, ligt mijn focus op epic fantasy-series van indrukwekkende omvang. Natuurlijk is daar The Wheel of Time (15 delen, van 800 pagina’s of meer), waar ik gestaag in vorder. Tussendoor las ik de Riyria Revelations (3 delen van ongeveer 800 pagina’s per boek). En in de zogeheten TBR-boekenkast (to-be-read) staan nog de nodige series op mij te wachten, waaronder The Malazan Book of the Fallen (10 dikke boeken) en The Realm of the Elderings (16 delen). Om te midden van dit overweldigende paginagekletter af en toe even adem te happen, lees ik kortere boeken in het YA (Young Adult) of jeugdsegment. 

 

In dit kader lees ik nu The Chronicles of Prydain, een serie van vijf korte boeken geschreven door Lloyd Alexander. De boeken – die tussen de 170 en 220 pagina’s beslaan per stuk – werden gepubliceerd van 1964 t/m 1968.  Het eerste deel, The Book of Three, heb ik met erg veel plezier gelezen.

 

Ineens zijn de dingen eenvoudig en komt een assistent varkenshouder na wilde avonturen en gewapende confrontaties met koningen en doorgewinterde soldaten, ongeschonden weer thuis in het laatste hoofdstuk. Taran of Caer Dallben verzorgt Hen Wen, een bijzonder varken dat orakelkwaliteiten heeft – het enige in heel Prydain. Als Hen Wen ontsnapt, is dat het begin van een avontuur dat Taran helemaal naar het andere eind van Prydain brengt. Natuurlijk is er een slechte koning, Arawn, en is Gwydion een van de goeden, met wie Taran een bijzondere vriendschap opbouwt. Ook het obligatoire mooie meisje, in de vorm van Eilonwy, ontbreekt niet. Dat Taran niet weet wie zijn ouders zijn, doet vermoeden dat hij van bijzondere afkomst is. Maar dat wordt in dit deel verder niet besproken.

 

Erg vermakelijk zijn de personages van Gurgi – een kruising tussen Gollum (uit LotR) en een aap – en de bard Fflewddur Fflam. De laatste is eigenlijk koning van een klein en vergeten koninkrijk, maar sinds hij een bijzondere harp ten geschenke heeft gekregen, koos hij ervoor om als bard door het leven te gaan. Iedere keer als Fflewddur de waarheid verdraait, knapt één of meer van zijn harpsnaren. De taal van Gurgi is praktisch een kopie van de manier waarop Tolkien Gollum heeft neergezet. Gurgi is voornamelijk gefocust op eten: ‘scrunchings and munchings’. Sowieso is het knap hoe Alexander ieder personage een eigen taal of manier van praten geeft.

 

Het verhaal – dat ik aan toekomstige lezers laat – is simpel en de scheiding tussen ‘goed’ en ‘kwaad’ evident. Het geheel wordt snel verteld – afstanden die erg lang zijn, worden opmerkelijk snel afgelegd. Toch boeit het verhaal, mede dankzij de humor en het beeldende taalgebruik. Er is ook veel wijsheid, zoals in het begin wanneer Dallben – de wijze dorpsoudste (hij is 379 jaar oud) – Taran op het hart drukt:

“In some cases we learn more by looking for the answer to a question and not finding it than we do from learning the answer itself.”

 

Een mooi deel is wanneer het reisgezelschap in de verborgen vallei van Medwyn neerstrijkt. De zachtaardige Medwyn heeft respect voor ieder levend wezen. Over Gurgi bijvoorbeeld zegt hij: 

“He has lost the wisdom of animals and has not gained the learning of men.”

 

Ja, een ‘delightfull’ boek. De andere vier deeltjes zullen mij zonder twijfel ook veel lucht en genoegen schenken.

 

Gelezen: april 2023