Gibbins, David - The Gods of Atlantis

Wat fijn dat ik leeservaringen schrijf, al zeg ik het zelf. In ieder geval kan ik in een paar minuten terughalen wat ik ook alweer vond van de vorige boeken van Gibbins die ik las. Op één na sprak ik er met overwegend lovende woorden over.  Dat ik dat ene boek een minder gunstig oordeel gunde, kan – zo denk ik nu – net zo goed te maken hebben gehad met mijn gemoedstoestand in de tijd dat ik het las. Want ook dit boek is eigenlijk weer gewoon goed.


Het fijne van de boeken van Gibbins is dat je als hongerige naar inhoud niet iedere twintig pagina’s wordt lastiggevallen met die eindeloze achtervolgingsscènes waar sowieso de ‘good guys’ ongeschonden uit tevoorschijn komen. Ook is de lijn tussen goed en kwaad niet zodanig scherp getrokken dat er geen enkele verrassing meer uit te verwachten valt. Het kwaad – de ‘bad guys’ – speelt nauwelijks een rol in zijn romans, die zich voornamelijk focussen op de geschiedenis en het herontdekken daarvan. In dit geval de geschiedenis van Atlantis, en hoe die verweven is met het Bijbels verhaal van Noach en het epische verhaal over Gilgamesh.

 

Het is moeilijk om een parel als The Mask of Troy te evenaren, laat staan te overtreffen. Dat is Gibbins dan ook niet gelukt met The Gods of Atlantis. Maar zonder aarzeling kan ik dit een goed boek noemen.

 

Held Jack Howard heeft een ‘window of time’ gevonden om één duik te doen naar de plek waar hij vijf jaar eerder resten van Atlantis heeft gevonden. Punt is alleen dat het zich bevindt bij een actieve vulkaan op de oceaanbodem. Al begint de roman dan met een enigszins merkwaardige en bloederige gebeurtenis tussen ‘shamans’ met vreemde namen, zodra deze duik begint, zit de lezer direct in een rolercoaster. Het mooie is, zoals de lezer later zal begrijpen, dat wat de duikers anno 2012 aanschouwen, verband houdt met dat nogal surrealistische begin.


De missie van Jack en trawanten is het vinden van de eerste religieuze mensen, zij die de goden hebben (uit)gevonden. “He had gone back to Atlantis with questions, and they were still burning. Who were these people? Where had they gone? Who were their gods?” Een van de onbewezen zekerheden onder de crew van Howard, is dat alle overstromingsmythes, van de Griekse Deucalion en diens vrouw Pyrrha, de ark van Noach en de Mesopotamische mythe van Gilgamesh, hun oorsprong vinden in één en hetzelfde cataclysme: het stijgen van de zeespiegel tegen het einde van ijstijd.    

 

Eigenlijk is The Gods of Atlantis een sequel op The Mask of Troy. De bunker nabij het vergeten nazi concentratiekamp dat ze hadden gevonden, geeft nu zijn gruwelijke geheimen prijs. Maar hier zijn het uitsluitend de gruwelen die we voorgeschoteld krijgen, terwijl we in het vorige boek met de hartverscheurende beschrijvingen van het meisje in het lichaam van een oude vrouw, nog een klein straaltje zonlicht te zien kregen. Die vrouw die de harpsnaren niet meer beroert, omdat ze slechts speelt voor hen in het hiernamaals.


Goed, het verhaal dan. In die bunker heeft Himmler, die hier afgeschilderd wordt als de marionetspeler van Hitler, het Spaanse griepvirus, dat ten tijde van de Eerste Wereldoorlog 20 miljoen mensen velde, geperfectioneerd. Dit moest zijn vrijbrief worden voor de totale wereldmacht. Het hele verhaal van het Duizendjarige Rijk zou hij niet eens serieus nemen. Het virus blijkt, al vrij ver in de roman, in handen te zijn gekomen van een piloot, die door Himmler was verkozen het in de laatste dagen  van de oorlog vanuit Berlijn in veiligheid te brengen naar een geheime plek in de Atlantische Oceaan. Deze piloot was echter geen nazi in hart en nieren, maar gewoon een vlieggek, die zijn diensten aan ieder regime zou hebben aangeboden.


Himmler zou de volledige ‘erlösung’ hebben bedacht om maar de tijd te krijgen dat virus te bemachtigen en te perfectioneren. “Had the most vile crime against humanity been part of the scheme of one man to usurp Nazi power, to elevate himself to the status of a god?” (Merkwaardig overigens dat in één en dezelfde zin het woord ‘nazi’ wel en ‘God’ niet met een hoofdletter wordt geëerd.) Voor Himmler, die geobsedeerd was door Atlantis was er geen twijfel over: “We will be the new Übermenschen (…), yes? The new gods of Atlantis.”

 

Uiteindelijk vindt Jack Howard antwoord op al zijn vragen. Zelfs de vraag waar de Atlanteanen heen waren gevlucht, nadat hun wereld ten onder was gegaan. Of ze de oorsprong waren van de Egyptische cultuur, van de Mesopotamiërs of de Minoïsche cultuur op Kreta? Wie zal het zeggen. Hoe het ook zij, David Gibbins heeft weer een puik werkstukje afgeleverd. Kijk alweer uit naar zijn volgende.

Gelezen: oktober 2012