Williamson, Henry - Tarka the Otter

Het lezen van de brieven van Ted Hughes zette mij weer op het spoor van Henry Williamson en diens beroemdste boek: Tarka the Otter (1927). De titel was mij bekend van een muziekstuk dat Anthony Phillips samen de zoon van de schrijver, Harry Williamson had gecomponeerd met het boek als inspiratiebron. Prachtige muziek die ik al jarenlang met veel plezier af en toe beluister. Toen ik las dat Ted Hughes bevriend was met Henry Williamson in diens nadagen, begreep ik dat ik nu eindelijk ook het boek maar eens moest lezen. Het is namelijk nog altijd gewoon verkrijgbaar.

 

Het was geen eenvoudige leeservaring. Ondanks dat ik Engels heb gestudeerd en ik al sinds jaar en dag Engelstalige boeken lees zonder problemen, had ik moeite om de taal van Williamson tot mij te nemen. Het verhaal van de otter Tarka is niet moeilijk. Tarka wordt geboren, speelt, jaagt, wordt opgejaagd, eet, wordt volwassen, heeft enkele nestjes, kortom: Tarka leeft zoals otters leven en sterft uiteindelijk. Op zich valt daar niet veel meer over te zeggen. Maar het was een behoorlijk gevecht om vertrouwd te raken met het idioom van Williamson, dat vergeven is van de namen van diersoorten, plantensoorten, landschapsbeschrijvingen enzovoort. Ook het ontbreken van een spanningsboog vergemakkelijkte het lezen niet bepaald. Tarka leeft gewoon en speelt, jaagt, eet, wordt opgejaagd enzovoort (ja, ik herhaal mijzelf hier). Het boek bestaat voor 90 procent uit handeling die nergens naartoe lijkt te gaan. Bepaald geen pageturner dus. 

 

Op pagina 161 is er ineens sprake van een ‘ik’ die sporen van een otter waarneemt, maar het dier zelf niet kan vinden. Deze ‘ik’ komt verder nergens meer terug, alsof het een foutje is geweest van de auteur, een alinea die per ongeluk door een redacteur over het hoofd is gezien. 

En hoewel het boek een en al beschrijving is, wordt bijvoorbeeld niet beschreven dat Tarka weer gepaard heeft, want ineens zijn er weer kleintjes. Het is alsof de lezer in de ritme van de natuur wordt getrokken, die niet bestaat uit een verhaal maar uit een aaneenschakeling van kleine en grote gebeurtenissen, al is zelfs dat onderscheid tussen klein en groot nauwelijks aanwezig.

 

En toch, ondanks de moeite die het lezen van dit boek mij heeft gekost, intrigeert het. Waarom heeft Williamson bijna vier jaar gewerkt aan dit boek? Zijn liefde voor de natuur in het Engelse Devonshire is legendarisch, maar dan nog. Vier jaar werken aan een verhaal dat eigenlijk niet eens echt een verhaal is. De jacht op de otter – die volgens de jagers teveel vis rooft – was Williamson een doorn in het oog, zoveel is duidelijk. Toch zijn ook de scènes van de jacht op Tarka en zijn soortgenoten vrij neutraal op papier gezet. Er is geen verontwaardiging of boosheid op de jagers. Ook tijdens de laatste jacht, die Tarka fataal wordt, is er geen oordeel. Tarka is niet boos, of bang, maar wordt tijdens de jacht – die bijna negen uur duurt – steeds vermoeider. Hij overleeft het niet, maar hij gaat zeker niet zonder strijd ten onder.

 

De leeservaring was moeizaam, maar ook mooi en toch ook enigszins verwarrend. Wat te doen met zo’n merkwaardig boek? Het biedt alle gelegenheid om te zoeken naar ‘de bedoeling’ van de schrijver. Dat heb ik tijdens het lezen veelvuldig gedaan, zonder echt tot enig inzicht te komen. En nu het boek uit is, ga ik gewoon verder met het lezen van een volgend boek.

 

Gelezen: november 2017-janauari 2018