Asimov, Isaac - The Robots of Dawn

Uit de zogeheten Robot Series van Asimov beviel dit deel mij het best.


Elijah Baley, de held uit de vorige twee delen, oefent zich samen met enkele enthousiastelingen in het wennen aan de open lucht, het overwinnen van hun ingeroeste ‘agoraphobia’. Een serieuze uitdaging voor aardbewoners die leven en opgroeien in hun ondergrondse steden, The Caves of Steel

“He knew that such a womb was something from which humanity must emerge and be born.” 

The Spacers koloniseerden andere planeten al enige millennia eerder en Elijah weet – voornamelijk na zijn reis naar Solaria in The Naked Sun – dat de mensen op de overbevolkte Aarde alleen kunnen overleven als zij dit ook doen. 


Zijn hulp als detective, of ‘plainclothesman’ zoals dat heet in zijn tijd, wordt wederom ingeroepen. Dit keer door Han Fastolfe, die we in The Caves of Steel leerden kennen. Hij is een vermaard ‘robotocisist’ die leeft op Aurora, de belangrijkste Spacer-planeet. Daar leeft ook Gladia Delmarre, de vrouw die in The Naked Sun een belangrijke rol speelt. Baley ziet zich gesteld voor een onmogelijke taak. De ‘moord’ waar het dit keer om gaat, betreft het vernietigen van een robot door middel van een zogeheten ‘mental block’. Dit is mogelijk wanneer een robot zich gesteld ziet voor een situatie waarin hij wel móét voldoen aan de opdracht van een mens, maar dat niet kán zonder een van de drie robotics-wetten te overtreden. Deze wetten spelen gaandeweg de serie een steeds belangrijker rol. Een echte moord is het dus niet, maar ook het moedwillig vernietigen van een robot wordt als een belangrijke misdaad gezien, op een planeet waar verder geen enkele misdaad bestaat.


Fastolfe geeft toe dat hij op heel Aurora de enige is die over dergelijke vaardigheden beschikt, maar hij ontkent deze robot, Jander Panell, te hebben ‘omgebracht’. Overigens is Jander ook een robot met een bedrieglijk echt menselijk voorkomen, evenals R. Daneel Olivaw, de robot dit ook nu weer, evenals in de twee vorige delen, de partner is van Elijah Baley. Daneel wordt hierin bijgestaan door een andere robot, die er ook echt uitziet als een robot: Giskard Reventlov. Deze speelt in dit verhaal een rol van doorslaggevend belang, al wordt dat in zijn volledige omvang pas duidelijk in het volgende deel, Robots and Empire.


Belangrijk om te weten is dat de opdracht van Baley meer omvat dan slechts het oplossen van een ‘moord’. Het was Fastolfe die bij de detective het zaadje plantte om andere werelden te gaan exploreren en te koloniseren. Baley neemt in dit kader dan ook het voortouw op Aarde. In de politiek op Aurora zijn er twee partijen: de 'globalists', zij die menen dat alleen de Spacers, en in het bijzonder Aurora, het voortouw behoort te nemen in het koloniseren van het heelal. En de 'humanists', waar Fastolfe zichzelf toe rekent. Zij geloven

“that all human beings have a right to share in the Galaxy”.

Daarom steunt hij de nog prille expansieplannen van de aardbewoners. Hij licht dat ook toe aan Baley: 

“We are growing passive, Mr. Baley. No new Spacer world has been settled in two and a half centuries. Our worlds are so tame, so delightful, we do not wish to leave them. (…) By the time our fifty Spacer worlds were developed (…) there was no longer any push, any need to move out elsewhere. And Earth itself has retreated to its underground caves of steel. The End. Finis.” 

Het merendeel van de Spacers beschouwt de aardlingen als een minderwaardige mensvorm die kort leeft en belast is met allerlei ziektes. Als Baley Fastolfe niet weet vrij te pleiten van deze misdaad, zal deze politiek monddood worden gemaakt en ziet het er somber uit voor de ruimteplannen van de Aarde.


Veel van de handeling en de achtergronden vormen een vooruitblik van wat er zich in de Foundation-serie zal gaan afspelen, zoals bijvoorbeeld het lezen en/of manipuleren van iemands geest. Qua chronologie spelen de Robot-novels zich uiteraard af ver voordat het Galactic Empire zich heeft gevormd, maar het is mooi om – nu ik de Foundation boeken al heb gelezen – te zien hoe de voorgeschiedenis eruit ziet. In de Foundation-serie komen de Spacers bijvoorbeeld helemaal niet in beeld (tenzij ze mij uiteraard gewoon niet zijn opgevallen), maar als we eerlijk zijn, zijn zij toch de eerste ruimteontdekkers geweest van de mensheid. Dat zij door hun robots min of meer in slaap zijn gesust, is spijtig voor hun. Achteraf had ik er beter aan gedaan eerst de Robot-novels te lezen, en dan aansluitend de boeken over de Foundation. Dat is de goede volgorde. Als je de chronologie der gebeurtenissen logisch voorgeschoteld krijgt, ervaar je als lezer nog meer de diepgang die de auteur in deze boeken heeft aangebracht.


Als Baley onderweg is naar Aurora verdiept hij zich in hun geschiedenis om zich zo een beeld te vormen van hun maatschappij. Illustratief voor waarom de Spacers uiteindelijk – ten tijde van de Galactic Empire en de daaropvolgende Foundations – uit de geschiedenisboeken van het universum van Asimov zijn verdwenen is hun langere levensverwachting en de rol van de robots. Om met dat laatste te beginnen:

“(…) every step in the course of human/robot interaction seemed to depend on dependence. (…) As for the extended life-span, that was accompanied by a slowing of the pace of history. The peaks and troughs smoothed out.”


Het historisch besef van Isaac Asimov was uniek en daar zouden we vandaag de dag nog altijd ons voordeel mee kunnen doen. Zijn hele psychohistory valt dan weliswaar onder de noemer ‘science-fiction’, maar zou eigenlijk veel beter onder de noemer wereldpolitiek kunnen vallen. 


De ontwikkeling van het personage Elijah Baley is in deze romancyclus prachtig gedoseerd in beeld gebracht door de meester. In het eerste deel (ik heb I, Robot niet gelezen) heeft Baley (evenals detective Spooner in de film I, Robot) een bloedhekel aan robots. Gaandeweg raakt hij gewend aan zijn partner R. Daneel Olivaw, maar het gaat verder. Nog geen 50 pagina’s onderweg in The Robots of Dawn legt Daneel uit dat hij graag zijn bestaan zou offeren voor dat van zijn partner.

“Baley could not resist this. He held out his hand and closed it on Daneel’s with a fierce grip. ‘Thank you, Partner Daneel, but please do not allow it to happen. I do not wish the loss of your existence. The preservation of my own would be inadequate compensation, it seems to me.’ And Baley was amazed to discover that he really meant it. He was faintly horrified to realize that he would be ready to risk his life for a robot. –No not for a robot. For Daneel.”

Er zit enorm veel diepgang in deze ontwikkeling en in de beschrijving ervan. Maar goed, voort met het verhaal. 


Fastolfe maakt het Baley niet gemakkelijk. Integendeel. Tijdens een eerste ondervraging vertelt de robotkundige:

“We can only say that, at a certain time, Jander was known to be in operation and, at a certain other, he was known not to be in operation. Between the two was a stretch of about eight hours. For that period, I have no alibi.” 

To make matters worse, vertelt Fastolfe vervolgens aan Baley dat hij ook nog eens het ultieme motief had om Jander ‘onklaar’ te maken. Hij heeft al aan Baley het probleem voorgelegd van het voortbestaan van de mensheid. De aardbewoners hebben zich ingegraven in hun steden en de Spacers… 

“We live too long. We are too comfortable.” 

Hij noemt dat er naast de wetten van robotics ook wetten zullen bestaan van humanics. 

“How many Laws of Humanics might there be and how can they be expressed mathematically? (…) Perhaps, though, there may come a day when someone will work out the Laws of Humanics and then be able to predict the broad strokes of the future (…). I dream sometimes of founding a mathematical science which I think of as ‘psychohistory’, but I know I can’t and I fear no one ever will.” 

Dit is zo’n mooie vooruitblik vanuit het verhalende verleden van Asimov. Iets wat uiteindelijk in de figuur van Harri Seldon zal culmineren. 

Nog één citaat in dit kader, dat ik niet achterwege kan laten:

“The robot had no feelings, only positronic surges that mimicked those feelings. (And perhaps human beings had nog feelings, only neuronic surges that were interpreted as feelings.)

Kauw daar maar even op.


Het motief van Fastolfe hangt samen met de idee dat de ‘humaniform’ robot de perfecte kolonist zou zijn. Als vooruitgeschoven post zouden dergelijke robots een nieuwe planeet kunnen voorbereiden op de komst van de mens. 

“A group of humaniform robots (…) as closely resembling human beings in body and mind as possible, would succeed in building a world which, in suiting themselves, would also inevitably suit Aurorans. (… The human beings) will never have left home; they will simply have another newer home, exactly like the other one, in which to continue their decay. (…) Do you see the motive attributed to me? I am supposed to have embarked on a program of the destruction of humaniform robots rather than allow them to be used to settle other planets. Or so my enemies say.”

Omdat Fastolfe een voorstander is van de ontwikkeling van de aardbewoners naar nieuwe planeten, zou hij kolonisatie van andere planeten door menselijke robots niet toejuichen, integendeel. Daar komt bij dat hij de enige robotkundige is die in staat is humaniform robots te bouwen. Kennis die hij vooralsnog met niemand wil delen.


Elijah ontmoet opnieuw Gladia. Een vrouw die in The Naked Sun op Solaria zo ongelukkig was, omdat er geen werkelijke menselijke interactie mogelijk was voor haar. Door toedoen van Baley woont ze nu al geruime tijd op Aurora, waar ze nog altijd weliswaar ‘the Solaria woman’ is en zal blijven. In zijn eerste gesprek met haar, vertelt ze openhartig over haar seksuele honger en de weinig bevredigende maaltijden die ze in dat opzicht voorgeschoteld heeft gekregen. Op Solaria was dat onmogelijk, maar ook op Aurora ontving Gladia niet waarop ze had gehoopt, waarnaar ze had verlangd. Daar is het sociaal gebruik tussen man en vrouw om zichzelf ‘aan te bieden’ aan de ander. Dat doet Gladia dus… 

“and no one refused – and no one mattered. Each man’s eyes were blank when I offered myself and remained blank as they accepted. Another one, they said, what matter? They were willing, but no more than willing.” 

Later in het boek omschrijft ze haar erotische ervaringen als volgt: 

“It is not sex they have on Aurora; it is, it is – choreography. There is nothing unexpected, nothing spontaneous.”

En zo ontdekt Baley dat de onklaar gemaakte menselijke robot, Jander Panell, de enige was die in de buurt kwam van het vervullen van Gladia’s verlangen.

“He was not my lover. He was my husband!”


Sowieso is de maatschappelijke mores qua seks anders op Aurora in Asimovs universum dan wat wij gewend zijn in onze eigen hedendaagse westerse maatschappij. 

“On Aurora, people are not jealous over sex. Over other things certainly, but not over sex.” 

Dat op deze planeet de moraal anders in elkaar steekt dan wat wij kennen, blijkt eens te meer uit de moeilijke verstandhouding tussen Dr. Fastolfe en zijn dochter Vasilia. Relaties tussen ouders en hun kinderen zijn op Aurora niet vanzelfsprekend, vanwege hun lange levensverwachting. Mensen die tweehonderdvijftig jaar oud worden, of nog ouder zijn dus maar een zeer klein deel van hun leven betrokken bij hun ouders. Los daarvan, ging het fout tussen Fastolfe en zijn dochter, toen zij zichzelf na het bereiken van de volwassenheid aan hem aanbood. Baley reageert ontzet als Fastolfe hem dit vertelt. Deze reageert gelaten:

“Incest? Oh yes, an Earthly term. On Aurora, there’s no such thing, Mr. Baley. Very few Aurorans know their immediate family. (…) No no, the unnatural thing is that I refused my own daughter.”

Heerlijk, de wereld op zijn kop, en waarom niet? Het lijkt wel op de wereld van vrije seks van Heinlein, waarin exclusiviteit niet bestaat en mensen daar ook helemaal geen waarde aan hechten. 


In zijn zoektocht naar de dader ontwikkelt Elijah Baley diverse theorieën en interviewt hij verschillende mensen. Daarbij zoekt hij af en toe de grenzen op van het toelaatbare en wordt hij ten gevolge daarvan door een van de Auroreans beschuldigd van smaad. Ook interviewt hij Kelden Amadiro, de politieke opponent van Fastolfe. Na een pittige ondervraging, merkt Baley op de terugweg dat zijn ‘airfoil’, een auto die net boven de grond zweeft, is gesaboteerd. Hij beveelt de beide robots Daneel en Giskard om te vluchten, omdat hij vreest dat niet hij maar zij - en dan met name Daneel - het doelwit zijn van deze sabotage. Hij vermoedt dat Amadiro hierachter zit, omdat die Daneel wil bestuderen om zo sneller de kennis te verkrijgen voor het maken van humaniform robots. Hier vind ik - een kleine honderd pagina’s voor het einde van dit boek - de eerste opmaat naar de ‘Zeroth law’ van robotics die in het vervolg, Robots and Empire, een hoofdrol speelt. Baley heeft de grootste moeite om de robots zover te krijgen hem alleen te laten, en te vluchten voor hun achtervolgers. Hij legt uit aan Daneel dat hij het belangrijkste individu is in hun gezelschap:

“It’s not just that I care for you and want no harm to you. All of humanity depends on you. Don’t worry about me; I’m one man; worry about billions. Daneel – please –”

Nadat hij de robots die hen op de hielen zaten op een dwaalspoor heeft gebracht, ontvlucht Baley de airfoil en wordt in de storm die buiten raast overvallen door zijn agoraphobia en raakt hij buiten bewustzijn.


Giskard vindt hem uiteindelijk en hij wordt naar het huis van Gladia gebracht. Half bewust en half verdoofd ervaart Baley hoe Gladia met hem de liefde bedrijft. Voor haar voor het eerst in haar leven een volledig wederzijdse en vervullende ervaring. Ze vraagt hem de volgende ochtend om voor altijd bij haar te blijven. Een prachtige dialoog ontspint zich, maar Baley begrijpt dat wat Gladia vraagt niet mogelijk is. Ten eerste staat hij op het punt om van Aurora te worden geschopt, maar belangrijker: Gladia zal hem nog zeker tweehonderd jaar overleven. 


Het hele verhaal komt samen in een ontmoeting met de Chairman van Aurora, die moet bepalen of Baley vanwege smaad van de planeet wordt gezet. Het is Baley’s laatste kans om Fastolfe vrij te pleiten en daarmee de kans van Aarde om planeten te koloniseren levend te houden. Evenals in het vorige deel bereikt Baley zijn doel, en evenals in het vorige deel gaat de ‘moordenaar’ vrijuit. Het venijn zit hem volledig in de staart van deze roman. De onthulling is even onverwacht als verstrekkend en die laat ik uiteraard aan de lezer. Het werpt vele blikken vooruit naar de toekomst die in de Foundation-romans wordt verhaald.


Een erg goede science-fiction roman waarin ik wederom op veel wijsheid ben gestuit en mooie zinnetjes. Wanneer Baley op een belangrijk moment tijdens een ondervraging zwijgt, staat er: 

“Baley’s silence was eloquent.”


Gelezen: mei 2015