Winn, Raynor - Landlines

 

Na haar eerste boek, The Salt Path, kon ik mij niet voorstellen dat Raynor Winn nog een boek zou schrijven. Haar verhaal was verteld, dacht ik. Laat staan dat een vervolg net zo goed of zelfs beter zou zijn dan haar debuut. Maar The Wild Silence was minstens zo boeiend. En nu is er dan haar derde boek, Landlines (en komt er zelfs nog een vierde). Dit boek kan ik zonder aarzelen een meesterwerk noemen. Het overstijgt haar twee voorgangers, die al van uitzonderlijk hoog niveau waren. Los van het verhaal dat Winn doet van haar bijna wanhopige zoektocht naar hoop, zijn haar stijl en taal verder gerijpt. Ze legt niets uit, ze vertelt gewoon. Nou ja, gewoon… Wat een schrijver is die vrouw! 

 

In The Salt Path draait het verhaal voornamelijk om hun dakloos-zijn en speelt de ziekte van Moth, de man van Raynor, tweede viool. Hij is gediagnosticeerd met Cortibasal Degeneration, een neurologische aandoening, waarbij hersencellen afsterven, wat de motoriek, het geheugen, de spraak en het slikken aantast. Er is geen genezing mogelijk, maar heeft zoals veel Parkinson-gerelateerde aandoeningen maar één verloop: aftakeling tot de dood erop volgt. Deze bedreiging is in haar debuut zeker aanwezig, maar vooral als iets dat in de toekomst van zich zal laten spreken. Dat is in haar tweede boek al anders, waarin blijkt dat zijn ziekte verder is verergerd. Ondanks de positieve effecten die het lange afstandslopen had in het eerste boek, gaat Moth gestaag achteruit. Toch wordt in dit boek Moths ziekteverloop overschaduwd door het overlijden van Raynors moeder.

 

In het begin van Landlines beschrijft Winn hoe Moth’s nachts wakker wordt, omdat hij niet meer kan ademen. De linkerkant van zijn lichaam is verlamd en hij moet kruipend naar het toilet. Moth gelooft dat dit het einde is, maar Ray is het daar niet mee eens:

“No, no, it won’t happen to you, it’s just the moment, it’ll pass.”

“For fuck’s sake, Ray, listen to me! I can’t keep fighting – won’t you just listen to me?”

Het lijkt erop dat de ziekte die hij zo lang heeft bestreden “was wrapping its powerful arms around him, no longer just hugging him but tightening its grip and beginning to squeeze.”

Terwijl ze beiden huilend op de grond liggen, maakt Moth een luchtige opmerking, dat hij deze keer in ieder geval niet verder hoeft dan de badkamer. Ray helpt hem om naar de badkamer te kruipen: 

“(…) it was obvious, even in the darkness, that we were in danger of losing our balance on the narrow fence that stands between comedy and tragedy (…)”

 

Alles wat ze schrijft, heeft betekenis of althans, in alles wat ze schrijft kan de lezer betekenis ontdekken. Dat begint al in de proloog op de eerste pagina waar de auteur beschrijft hoe zij tijdens hun wandeltocht op een berg tijdens een regenstorm geen stap voorwaarts of achterwaarts meer durft te zetten. Als ze nog één beweging maakt, zal ze haar evenwicht verliezen en in de diepte vallen. “Yet, just for a moment, as I look up, I can see another world: a world of blue sky, where a hooded crow glides silently beneath slow-moving clouds.”

Het is Landlines in een notendop: de situatie is uitzichtloos, er is geen hoop, maar toch gloort er nog ergens een laatste sprankje. Net nadat Winn die wereld met die blauwe lucht heeft gezien, neemt Moth ineens het initiatief en loopt voor haar uit. Hij pakt haar hand en leidt haar naar een veiliger plek. Hoewel hij ziek is, helpt hij haar. De proloog sluit af met de zin: “Hope rises in the evening dew and takes flight with a thousand crane flies into the air.”

 

Alles in het proza van Raynor Winn klopt. Vrijwel iedere zin is een taalfeest en iedere scène raakt aan iets in mij als lezer. Na de proloog gaan we terug in de tijd: Moth begint te aanvaarden dat het einde van zijn leven in zicht is, maar Ray weigert dit categorisch te aanvaarden en blijft tegen beter weten in zoeken naar uitwegen, naar mogelijkheden die een ommekeer kunnen triggeren in het ziekteproces van Moth. Ze hebben dat al eerder gedaan door de South West Coast Path te lopen, vlak nadat ze hun huis waren kwijtgeraakt (The Salt Path), dus waarom niet nog een keer. Moth eet bijna niet meer en slaapt vooral. Zijn handen trillen.

“It shouldn’t be this way. This man who had run marathons, climbed mountains, reached for the sun throughout his life shouldn’t be taking a sandwich from a box with a hand that shakes the pickle from the cheese. Not the hand that has held mine for forty years of wild entangle life, steady, sure and so entwined that I can no longer tell where my hand ends and his begins.”

Hartverscheurend. 

 

Ray observeert twee meeuwen terwijl de tranen om de realiteit waarmee ze wordt geconfronteerd langs haar wangen glijden.

“But as I look up the two herring gulls lift into the grey skies, stretching their powerful wings, letting the wind direct them, and I can almost smell the salt air that calls them.”

Een typische Raynor Winn-zin, die op het oog lijkt op een beschrijving van twee vogels, maar die op een diepere laag haar verlangen verwoordt naar het lopen, naar de wanhopige zoektocht naar hoop. Ray weet dat Moth altijd nog eens de Cape Wrath Trail wilde lopen, maar daar nooit aan toe is gekomen. Ze manipuleert hem zodanig, door boeken opzichtig neer te leggen, dat het zaadje in zijn hoofd wordt gepland en hij uiteindelijk zelf aangeeft de trail te willen lopen. Hij weet wel dat Ray hem manipuleert, maar kennelijk is er toch nog iets in hemzelf dat niet wil opgeven. Ray voelt zich tijdens vrijwel hun gehele wandel- en fietstocht – die uiteindelijk vier maanden in beslag zal nemen en 1000 mijl zal beslaan – schuldig dat ze Moth min of meer voor het blok heeft gezet. Zeker in het begin van hun tocht, waarbij ze ziet hoe haar geliefde pijn lijdt en het regelmatig wil opgeven.

 

Tijdens hun voorbereidingen en eerste gesprekken op de trail vertellen ze van hun plan en iedereen, zonder uitzondering, verklaart hen voor gek. Deze mensen weten dan nog niet eens van de vergevorderde ziekte van Moth. Ze weten alleen dat de Cape Wrath Trail een van de zwaarste trails is in de UK. Het begint bij Cape Wrath in het uiterste noordwesten van het Schotse vastenland. Het is vanaf de buitenkant bezien in alle opzichten een idioot plan. Maar Moth en Ray gaan desondanks het avontuur aan. Niet omdat ze geen huis meer hebben en de nood hen dwingt, maar omdat de hunkering naar hoop hen voortdrijft. 

 

Hun tocht is een oefening in vallen en opstaan, veel, heel veel vallen en weer opstaan. Ray voelt zich schuldig als ze Moth ziet ploeteren en lijden. Moth zegt onder meer:

“No matter how much you force me to keep going, you know as well as I do that this illness has gone too far now.”

Het oorspronkelijke plan is om van Cape Wrath naar Fort William te lopen. Cape Wrath is vanwege militaire oefeningen onbereikbaar, dus starten ze iets zuidelijker in Sheigra, en herdopen ze de trail naar Sheigra-trail. Ondanks hun vertwijfeling lopen ze door, Ray met enorme blaren omdat ze op verkeerde schoenen loopt, de oververmoeide Moth met pijn door zijn hele lichaam. Ze verbergt haar blaren voor Moth, maar hij ziet het toch.

“Don’t do that,” zegt hij verontwaardigd. “Don’t hide things because they don’t feel as important as me fucking dying.”

 

Moth wordt sterker en zoals beschreven in de proloog helpt hij Ray op de berg. Ze arriveren in Fort William en als Ray zegt dat ze de trein naar Cornwall moeten nemen, zegt hij ineens dat hij daarover heeft nagedacht. “I’m not ready to stop.” In plaats daarvan stelt hij voor een andere trail te lopen, vanaf Fort William. “It’s ninety-six miles, that’s ten days at the most.”

En zo gaat het iedere keer. Aan het einde van de West Highland Way pakken ze de fiets, en vervolgen ze hun route op twee wielen. Ray is hier, ondanks haar blaren, niet blij mee. Daarna lopen ze de Pennine Way met hun goede vrienden Dave en Julie. 

 

Als ze uitgehongerd bij een restaurant arriveren, bestelt Dave “a dainty portion of salmon and salad in an attempt to prove to Julie just how sophisticated he can be”. Bij een supermarkt koopt Julie daarna een grote zak met ‘sausage rolls’ en als Ray zegt dat die zwaar zijn om te dragen, legt Julie uit: “he’s going to be really hungry later and I can produce them just when he’s starting to feel sorry for himself”.

Een goed huwelijk kennelijk, want als de nacht al is gevallen, hoort Ray hun dialoog:

“Don’t know why I had that salmon. I’m bloody starving.”

“But you could eat a sausage roll?”

“What’s the matter with you, woman, do you just enjoy torturing me?”

“Well, yes, but I do have a sausage roll if you want one.”

“What, oh yes, I bloody love you.”

 

Anders dan tijdens het lopen van de South West Coast Path, zoals beschreven in The Salt Path, is Raynor Winn niet langer een onbekende zwerver. Ze wordt als gevierd schrijver af en toe herkend onderweg. Een van haar lezers zegt dat Ray’s boek haar leven heeft veranderd. Dat ontkent Ray:

“The book might have given you an idea, but it didn’t change your lives. (…) books don’t change lives. They can change how you think, but it’s you that changed your life.”

 

Pas tegen het einde van hun maandenlange wandeltocht bereiden ze het zakje gedroogde aardappelpoeder, dat ze al die tijd met zich hebben meedragen, met een blikje tonijn. Al die tijd trok dat poeder hen bepaald niet aan tot eten, maar ze smullen ervan. 

“Moth looked at his fork, then at me, and raises his eyebrows. ‘Why haven’t we eaten this before? It’s actually really good. Wow, when I think of all the noodles we’ve eaten, then we discover this on the last day.’ He looks at the horizon, then back at me. A long look that has nothing to do with potatoes.”

Dat laatste zinnetje is typisch Raynor Winn. Het zet de lezer op een diepzinnig spoor, zonder dat te duiden.

 

Aan het einde van Pennine Way observeert Ray Moth en ziet hoe gespierd hij weer is geworden en dat zijn handen niet meer trillen, maar meer nog

“there’s a light in his face that was lost in the dark fog of this encroaching illness. It’s the light of hope, of possibility, of the desire to keep trying.”

Ze vervolgt in wat een van de mooiste liefdesverklaringen is die ik ooit heb gelezen. Ze beschrijft dat een ader in een van haar benen haar pijn bezorgt.

“But as I watch him scoop the peas off his plate and they stay on the fork until they reach his mouth, I know I’ll follow the light of this man, no matter where it leads.”

 

Als ze de zware Schotse hooglanden eindelijk hebben ingeruild voor het vlakkere Engelse landschap, gaat het lopen gemakkelijker. Moth wordt met de dag sterker en zijn oude 'gusto for life' keert terug. Het laatste stuk tot aan Polruan, waar ze wonen, proberen ze zo lang mogelijk te rekken, bang om deze helende tocht waarin hoop weer kans kreeg te gloren te beëindigen. Moth zegt dat ze meer hebben gelopen dan hij ooit voor mogelijk had gehouden.

“I feel like we’ve climbed a mountain I didn’t know was there, but I’m at the top now and I’ll never come down.”

 

Ik ben fan. In een interview liet Raynor Winn weten dat ze een contract voor nog een vierde boek heeft getekend. Zij is het type schrijver wiens boeken ik tot in lengte der dagen ongezien zal kopen. Omdat zij eenvoudigweg niet in staat is iets slechts te maken. Alles wat aan haar pen ontspringt, is goud. Zoals de navolgende zin, als ze al dagenlang in de stromende regen hebben gelopen:

“Water drives under hoods, through leggings, into boots, until we’re so saturated we stop thinking about being wet and simply become the water.”

 

Aan het einde van The Salt Path wordt duidelijk dat Moth, hoewel het wandelen hem goed heeft gedaan, niet miraculeus genezen is. Dat zou ook wel erg sprookjesachtig zijn. Het nawoord van Landlines telt drie pagina’s. Deze laat ik naar goed gebruik aan de lezer. Dat zou anders een spoiler van jewelste zijn… 

 

Gelezen: oktober 2022