Asimov, Isaac - Prelude to Foundation

Foundation

Foundation and Empire

Second Foundation

 

 

Inleiding

Toegegeven, het was volstrekt ontoelaatbaar. Ik, de lezer van heel veel genres - waaronder science fiction - had nog nooit een boek van Isaac Asimov gelezen. Helemaal na mijn ontdekking van het werk van Robert Heinlein, was het ondenkbaar dat ik niets van Asimov kende. Uiteindelijk trok mijn neef, Sam Timmermans, mij over de streep. "Wat!? Niets van Asimov gelezen? Zelfs niet de Foundation-serie?" Ik schrok wel even toen ik begreep dat die serie zeven boeken besloeg. Maar ik zette mij aan deze taak en van februari tot april 2014 raakte ik volledig verslingerd aan de wereld van Hari Seldon en diens Foundation. 

 

Nu zet ik mij aan de volgende taak. Van ieder boek een leeservaring schrijven. Ik heb ze in volgorde gelezen van de chronologie van het verhaal. Asimov publiceerde de boeken tussen 1951 en 1993. 

 

 

Prelude to Foundation (1988), gelezen: februari 2014

Het verhaal speelt zich af op de planeet Trantor. Emperor Cleon de Eerste heeft gehoord van een wiskundige, Hari Seldon, die afkomstig is van de afgelegen planeet Helicon. Seldon zou hebben beweerd dat hij de toekomst kan voorspellen. Hij heeft er een paper over gepubliceerd en er op Trantor een lezing over gegeven. Cleon nodigt hem uit. Seldon verzekert hem met klem dat zijn reputatie op sensatie berust en dat zijn wiskundige aanpak van het voorspellen van de toekomst, puur een theoretische thesis bestreft. De praktische toepassing van psychohistory, zoals zijn wetenschap heet, is onhaalbaar. Psychohistory is overigens gestoeld op de volgende bevinding:

“All history shows that we do not learn from lessons of the past.”

 

Cleon is niet onder de indruk. Hij heeft zijn politiek nogal wankele positie in gedachte en wil Seldon voor eigen doeleinden inzetten.

“You don’t need to predict the future. Just choose a future – a good future, a useful future – and make the kind of prediction that will alter human emotions and reactions in such a way that the future you predicted will be brought about. Better to make a good future than to predict a bad one.”

 

De verslaggever Chetter Hummin waarschuwt Seldon ervoor dat hij gevangen zal worden genomen door Cleon’s first minister, Eto Demerzel. Nu hij zijn medewerking niet aan Cleon zal verlenen, zal Demerzel ervoor zorgen dat hij niet voor iemand anders’ karretje wordt gespannen. Hari heeft spijt als haren op zijn hoofd dat hij naar buiten is getreden met zijn theorie over psychohistory. Hij kan dan weliswaar het voorspellen van de toekomst niet in de praktijk toepassen, maar één ding weet hij zeker:

“The Galactic Empire is dying”.  

 

Hij ontmoet Dors Venabili die het op zich neemt om Seldon te beschermen. Dat is niet voor niets. Op een dag besluit Seldon tegen haar advies in mee te gaan op een excursie naar de Upperside – Trantor bestaat volledig uit metalen gebouwen, en wie naar ‘buiten’ wil, moet naar boven. Dat gebeurt zelden omdat het weer op Trantor meestal erg koud en nat is. Onder verdachte omstandigheden raakt Seldon afgesneden van de groep en kan de weg terug niet meer vinden. Gealarmeerd door zijn afwezigheid begint Dors een onderzoek en ze weet Seldon, dankzij haar volharding net op tijd te redden. Hierop besluiten Hummin en Dors dat ze samen met Seldon moeten onderduiken.

 

Seldon beweert dat de ondergang van het keizerrijk al gaande is, en dat niets deze ondergang meer kan tegenhouden. Als er helemaal niets wordt gedaan, zal er een enorm lange periode van barbarisme en anarchie uitbreken. Maar Seldon gelooft dat als hij zijn psychohistory werkend krijgt, dat hij dan die barbaarse periode aanmerkelijk korter kan laten duren. Daartoe heeft hij meer inzicht nodig in de geschiedenis, opdat hij beter datgene wat is gebeurd kan extrapoleren naar dat wat nog gaat gebeuren. Het beste zou het zijn als hij de mensheid vanaf het begin van hun ruimtereizen zou kunnen volgen, dus vanaf de wereld waar de mensen origineel vandaan komen. Alleen is die informatie in het jaar 12.020 G.E. (Gallactical Era) nergens te vinden. 

 

Voor hun onderduik kiezen ze voor de sector Mycogen, op Trantor. Ze worden welkom geheten door hun leider, Sunmaster Fourteen. De Mycogenians zouden veel kennis hebben van het verre verleden, en het gerucht bestaat dat zij zelfs van de oorspronkelijke wereld van de mensheid zouden komen. Ook zou er in hun gemeenschap nog een robot zijn. Hij werkt niet meer, maar het zou een laatste relikwie zijn van de oorspronkelijke planeet, waar robots veel werden gebruikt. Seldon wil dit achterhalen. Hij weet Raindrop Forty-Three zover te krijgen dat ze hem haar geheime religieuze geschiedenisboek laat lezen. Hier wordt Seldon niet veel wijzer van, behalve dan dat hij leert dat de Mycogenians hun thuisplaneet Aurora noemen. In een soort van tempel weten Hari en Dors binnen te dringen, en vinden daar inderdaad een robot. Ze worden gesnapt, en net op tijd arriveert Hummin om hen uit een behoorlijk penibele situatie te redden. 

 

Ze besluiten naar de Dahl sector te gaan, een armoedig gebied. Het leven in Dahl is hard. De mensen hier verzorgen onder erbarmelijke omstandigheden de energievoorziening op Trantor. Hier ontmoeten Hari en Dors, Yugo Amaryl, iemand die in het allerlaatste deel van de serie – dat enkele jaren na de gebeurtenissen in dit boek speelt – nog een belangrijke rol zal vervullen. In zijn zoektocht naar geschiedenis komt Seldon op het spoor van ene Mother Rittah, die in Billibotton woont. Een gure buurt, waar het onveilig is. Toch gaan Hari en Dors naar Mother Rittah, die van het bestaan van de Aarde zou weten. Hier komt de naam van de oorspronkelijke planeet voor het eerst ter sprake. Zij helpt Seldon uit de droom dat Aurora de eerste planeet zou zijn. Sterker nog, zegt ze, zij waren de vijand, die de oorspronkelijke planeet, de Aarde hebben vernietigd. Op zijn vraag naar robots vertelt ze na enige omwegen:

“There was an artificial human being who helped Earth. He was Da-Nee, friend of Ba-Lee. He never died and lives somewhere, waiting for his time to return.”

 

Ook maken we in Billibotton kennis met Raych. Ze nemen hem op sleeptouw en in latere delen zal hij terugkeren. Een groepje tuig begint te provoceren en een gevecht begint. Dors, die bij aanvang van hun verblijf in Billibotton een paar grote messen had gekocht, toont in een spectaculair gevecht haar buitengewone vechtvaardigheid. Het tuig heeft geen schijn van kans. 

 

Na nog meer omzwervingen over Trantor, komt Seldon tot het inzicht dat hij, om zijn psychohystory te ontwikkelen, helemaal niet de originele planeet hoeft te vinden. Alles wat hij nodig heeft, is beschikbaar op Trantor met zijn grote culturele diversiteit en sectoren. Hummin, die net heeft onthuld dat hij dezelfde is als Eto Demerzel, zegt Seldon zijn hulp toe. Een bijzondere dialoog ontspint:

“You trust me, then, despite the fact that I am Demerzel?”

“Entirely. Absolutely. But I do so because you are not Demerzel.”

“But I am,” insisted Hummin.

“But you are not. Your persona as Demerzel is as far removed from the truth as is your persona as Hummin.”

“What do you mean?” Hummin’s eyes grew wide and he backed away slightly from Seldon.

“I mean that you probably chose the name ‘Hummin’ out of a wry sense of what was fitting. ‘Hummin’ is a mispronounciation of ‘human’, isn’t it?”

Hummin made no response. He continued to stare at Seldon. 

And finally Seldon said, “Because you’re not human, are you, ‘Hummin/Demerzel’? You’re a robot.”

 

Inderdaad, hij is de robot waar Mother Rittah van sprak: R. Daneel Olivaw. Hij moet gehoorzamen aan de ‘zeroth law of Robotics’, de wet die na de bekende drie uit ‘I, Robot’ is toegevoegd: “A robot may not injure humanity or, through inaction, allow humanity to come to harm” 

Ze besluiten dat Seldon zijn psychohistory echt gaan ontwikkelen om de mensheid zo snel mogelijk weer uit die periode van anarchie en barbarij te bevrijden. 

 

Ik vond Prelude to Foundation een erg goed boek, met veel diepgang. Goed geschreven, al zitten er bepaald geen taalparels in. Gewoon, een heel bijzonder verhaal dat gedegen is opgeschreven. De premisse van de onvermijdelijkheid van geschiedenis boeit mij enorm. Ook interessant vond ik het heenkijken over de eeuwen.

 

Jammer is dat ik bij Asimov geen humor heb kunnen ontdekken. Het is allemaal even ernstig, en bijna zakelijk. Daarin is Heinlein toch duidelijk zijn meerdere. Ook nogal overdreven vind ik zijn Gallactic Empire dat uit niet minder van 25 miljoen werelden bestaat. Een beetje matiger in deze aantallen had de boel iets minder fantastisch gemaakt. Als je het dan toch zo wild maakt: ruim 10.000 jaren na ons huidige heden zou bestaan en 25 miljoen werelden, zou ik verwachten dat het er allemaal echt wezenlijk anders uit zou zien en het er ook wezenlijk anders aan toe zal gaan. Maar qua technologie en maatschappelijke mores, gaat het er in Foundation-serie nagenoeg hetzelfde aan toe als in de tijd waarin dit deel verscheen (1986). Op het reizen na dan natuurlijk, zoals we in de volgende delen nog zullen zien.

 

Wat de schrijver wel weer heel erg goed doet, is het verhaal aan het einde een draai geven die je niet had kunnen voorspellen, maar waarvan je achteraf kunt zeggen: ja, natuurlijk. Dat doet hij in vrijwel ieder Foundation-deel. Bij Asimov is ‘what you see’ lang niet altijd ook ‘what you get’. 

 

In de serie vond ik dit een van de betere delen.